In afwachting van goed nieuws maak ik een wandeling door de stad. Chiavari is voor vooral toeristen attractief vanwege het strand. De visserij is naast het toerisme een belangrijke bron van inkomsten.
De elegante Chiavari-stoel komt hier vandaan, wie kent hem niet. Ik heb er zelf nog nooit van gehoord, maar dat zegt niks. Als ik de foto's bekijk die ik door Google gepresenteerd krijg, lijkt het me een
soort keukenstoel waar je niet te lang op moet blijven zitten. Dat kan niet goed zijn voor je rug.
Op de boulevard is het rustig, het seizoen is duidelijk voorbij.
Aan zee wordt er wel wat gesurft, maar op het strand waar ik gisteren mijn
“drie minuten body dip” heb ondergaan, wordt nog steeds niet gezwommen.
Ik zie onderweg een bejaardenhuis aan het strand. Even verderop loop ik langs een kleine baai waar hoegenaamd geen golven zijn. Ouders/grootouders en kinderen vermaken zich op het strand en in het water. Als ik vanmiddag weer moet afkoelen, weet ik nu in ieder geval waar dat straffeloos kan.
In het oude centrum staan
schitterende oude villa’s. In de prachtige groene tuinen staan palmbomen en bloeiende oleanders. Een sierlijk hekwerk voorkomt dat je zomaar naar binnen kunt lopen, maar zorgt ervoor dat je goed kunt zien hoe mooi het allemaal is. Iedereen laat natuurlijk graag zien hoe rijk hij is. Ik denk te zien dat de meeste van deze huizen tegenwoordig uit drie of meer appartementen bestaan. Dat zal zeker in onderhoudskosten schelen, maar ik vrees toch voor een hoge contributie aan de
Vereniging van Eigenaren.
In de lange
winkelstraat heerst toch nog een gezellige bedrijvigheid. De trottoirs worden overdekt door een lange galerij, waardoor je in de schaduw kunt blijven lopen. Geen overbodige luxe trouwens, want het wordt snel heter. Ik zie er de bekende dure horloge- en parfumwinkels, zij aan zij met de slager en de groenteman.
Ik neem de tijd voor een Italiaanse cappuccino.
€1.50! ik begrijp niet waarom het bij ons in Nederland zo duur moet zijn.
Terug in het hotel bereid ik dit stukje vast voor. Ik hoop dat ik het in de loop van de dag nog kan aanvullen met goed nieuws over Warhorse.
Voor wat betreft mijn tocht begin ik aardig uit de tijd te lopen. Ik vind een beslissing om tijd te winnen daarom opportuun;
Ik sla Parijs over.
Mijn beslissing wordt vergemakkelijkt, omdat mijn
ijzeren strijdmakker niet welkom is in de milieuzones van de stad, wat mij ter plekke zeer immobiel maakt.
Toch is Parijs essentieel voor mijn verhaal en daarom ben ik blij dat Echtgenote bereid is om mij later dit jaar te vergezellen naar de Franse hoofdstad. Op deze manier kan ik toch recht doen aan mijn verhaal over de
“Grote Napoleon”.
Aan Napoleon kleeft altijd de mare dat hij
kleiner dan gemiddeld was, maar was dat ook zo?
Hij kreeg van zijn soldaten de bijnaam
“Le Petit Caporal” (de kleine korporaal), niet vanwege zijn gestalte, maar als koosnaampje. Op veel Franse schilderijen uit die tijd kun je zien dat l’ Empereur waarschijnlijk helemaal niet zo klein was, maar een gemiddeld postuur had. Het lijkt erop dat hij hier het slachtoffer is van
“kleinerende” Britse humor. In spotprenten werd Napoleon steevast afgeschilderd als een naar klein mannetje,
"Little Boney". Hij staat dan bijvoorbeeld afgebeeld met een enorme tweekantige steek, worstelend met een veel te groot zwaard of is ongeveer half zo groot als zijn manschappen.
Napoleon was mogelijk inderdaad kleiner dan de mannen van zijn Keizerlijke Garde, want de leden van deze elite eenheid waren langer waren dan gemiddeld. De hoge berenmutsen versterkten dat effect nog eens, waardoor de indruk ontstaat dat Napoleon kleiner is dan hij in werkelijkheid was.
Uit zijn overlijdensakte zou blijken dat Napoleon ergens tussen de
1,68 en 1,70 was en hoewel dit naar huidige maatstaven relatief kort lijkt, mat de Franse mannelijke bevolking in die tijd ergens tussen 1,58 en 1,68. Dus dat maakt Napoleon voor die tijd helemaal
niet klein.
Engelse cartoons, zijn bijnaam en andere verhalen laten echter nog steeds de onuitroeibare indruk achter dat de keizer klein was en geen enkel historisch feitenonderzoek heeft dat tot nu toe ongedaan kunnen maken.
Ik heb geen goed nieuws.Ik heb de zaak maar eens gebeld of ze wat meer kunnen vertellen over de motor. Ik introduceerde mezelf in
“Google-translate Italiaans bij de mevrouw aan de telefoon en excuseerde me voor het niet spreken van haar landstaal. Ze sprak beter Engels dan haar chef en na terugkoppeling op de garage kon ze me vertellen dat ze daar geen motoren “doen”. Ik heb geen zin om aan de telefoon te gaan schreeuwen, maar waar ik me zo verschrikkelijk aan erger is
die lethargische houding van die mensen
(ziekelijke slaapzucht, gepaard gaande met dufheid en mentale inertie). Waarom wachten ze totdat ik bel? Waarom bellen ze mij niet?
Ik heb contact opgenomen met de
ANWB om de motor terug te laten vervoeren, naar een BMW motorzaak hier in Chiavari. Dezelfde zaak die mijn
goede vriend en buur Fritzl zaterdag al had ontdekt.
De mijnheer van de ANWB is, zonder mij tegen te spreken, minder optimistisch dan ik in mijn hoop dat het nu misschien wel snel geregeld kan zijn. Als de motor maar hier is, kan ik in ieder geval een oogje op Warhorse houden. Het is hier 20 minuten lopen vandaan.
Het is
moeilijk om optimistisch te blijven, maar aan de andere kant, ook dit
hoort ook bij het avontuur.
Geschreven door Warhorse