Vandaag zetten we de opmars voort naar het gehucht
Marengo bij Alessandria. Hier behaalde de hoofdfiguur van deze reis een van zijn
legendarische overwinningen. Eigenlijk was het dé overwinning die zijn kunde als militair commandant bij het Franse volk bevestigde en daarmee ook zijn politiek leiderschap als
Eerste Consul veilig stelde. De vraag is of het beeld dat over onze held werd geschetst wel helemaal de juiste is, want Napoleon bleek een meester in de edele kunst der propaganda. Getuige ook het door zijn
huisschilder Jacques-Louis David vervaardigde epische schilderij: “Le Premier Consul franchissant les Alpes au col du Grand Saint-Bernard”. De slag bij Marengo is dan ook iets anders verlopen dan Napoleon het volk liet geloven.
Naast het slagveld, dat er ongeveer nog net zo bij ligt als destijds, is er ook een aardig museum waar ik graag een kijkje wil nemen. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik toch enigszins opzie tegen de rit naar beneden en ik word dan ook wakker met een
licht knoopje in mijn maag.
Ik heb Warhorse’ bagagedrager voorzien van een extra tie-wrap en de bagage aan die bewuste kant nog weer lichter gemaakt. Ik heb er een goed gevoel over, daarover wel. Ik betaal de dienstdoende senora en neem afscheid van Lorenzo.
Ik heb samen met die knoop de hele ochtend ook al last van een droge mond en langzaam dringt het tot mij door wat de oorzaak is. Dit heb ik sinds Afghanistan niet meer zo gevoeld:
het is angst, nakende angst.
Maar ik moet toch naar beneden, ik kan me hier moeilijk door de
ANWB van die berg af laten halen. Dus; handen aan het stuur, contact aan en starten. Een dag rust heeft Warhorse goed gedaan, want hij spring direct aan. En zich onbewust van mijn ongemak zet hij zich vrolijk ronkend in beweging. De eerste bocht gaat nog, zodat ik wat kan wennen aan mijn zitpositie. Eerste versnelling: klak! Ogen op de weg, rechtervoet op het rempedaal, koppeling op laten komen terwijl de rechterhand rustig het gas opendraait.
In alle rust, eerst alleen in de eerste versnelling, later ook voorzichtig in de tweede, daal ik de steile route af naar beneden. Het gaat goed, ik vind zelfs tijd om een Italiaanse bergbewoner een foto van mij te laten maken. Als ik de foto naderhand bekijk, lach ik nog een beetje krampachtig, maar uiteindelijk komen we na drie kwartier veilig beneden. Ondertussen werd ik nog wel even ingehaald door drie
“Italo wielrenners” die met duivelse snelheid de weg naar beneden racen, gespeend van droge mond of knoop in de maag. Wie heeft ooit beweerd dat Italianen lafaards zijn?
Als ik Echtgenote op een rustig plekje in de schaduw kond doe van het feit dat ik veilig op niveau nul ben aangekomen, stopt direct achter mij een mannetje die zijn ongerustheid uitspreekt over Warhorse’ cardan, die hij ongebruikelijk ziet wiebelen. Ik bedank hem uitvoerig (
grazie, mille grazie) maar ik kan er niet veel mee. Ik voel niets raars, ik hoor niets wat ik niet eerder heb gehoord, dus het enig wat ik kan doen is de opmars voortzetten. Mijn
hypochondrische karakter speelt uiteraard onmiddellijk weer op. Tijdens het rijden wordt natuurlijk ieder klakje, krakje, piepje, trillinkje en wat dies meer zij door mij onder het rijden direct geanalyseerd: heb ik het eerder gehoord? Lijkt het normaal? Zou het iets kunnen zijn?
Het houd me in ieder geval lekker bezig. Warhorse trekt zich er voorlopig niets van aan; zijn wielen zingen ondersteunt door het rustig brommen van de motor. Bij het oude slagveld krijg ik niet direct het gevoel op heilige grond te zijn. Het is vooral bloedheet. Het museum is heel aardig, maar jammer dat alle begeleidende teksten alleen in het Italiaans zijn. Hoe serieus neem je jezelf als professioneel museum wanneer je in deze tijd van
AI en Google Translate niet in staat bent je collectie met een eenvoudig Engels tekstje te duiden?
Afijn, aardig museum en vooral lekker koel.
Toen Napoleon (niet voor publicatie: want gedeeltelijk glijdend op zijn achterste) in mei 1800 de bergen uit was gekomen, marcheerde hij eerst naar Milaan, in plaats van de Oostenrijkse troepen aan te vallen die Genua omsingeld hadden. Hij gaf de troepen onder leiding van generaal Masséna de opdracht om vol te houden, omdat de omsingeling een groot gedeelte van de Oostenrijkse troepen daarmee bond. Volgens mij heeft dit de verhouding met Masséna geen goed gedaan want die moest gedwongen door honger en gebrek op 4 juni capituleren.
Op 14 juni, kwam het bij Marengo in de omgeving van de stad Alessandria tot een treffen tussen Napoleon en de Oostenrijkers, onder bevel van
generaal Von Melas. Napoleon dacht dat Von Melas het niet tot een veldslag zou laten komen en weg zou trekken. Met dat in gedachten had hij een gedeelte van zijn troepen onder leiding van zijn vriend generaal Desaix, met een andere opdracht weggestuurd. Helaas had hij Von Melas slecht ingeschat (mede door valse inlichtingen van een dubbelspion), want die viel de Fransen wel degelijk aan. En die waren verrast, ver in de minderheid én mistten nog steeds de artillerie die bij
Fort Bard was achtergelaten. Het gevolg was dat de Fransen gedurende de dag steeds meer terrein moesten prijsgeven. Napoleon had ondertussen wel Desaix, die zich nog op een afstand van 20 kilometer bevond, letterlijk gesmeekt terug te komen om hen te versterken.
Rond 3 uur 's middags, toen de troepen van Napoleon op het punt stonden de samenhang te verliezen en er een wilde vlucht zou ontstaan, verscheen generaal Desaix op het slagveld met 5.000 man en 8 kanonnen.
"Deze veldslag is compleet verloren, maar het is nog maar 3 uur 's middags, dus genoeg tijd om een tweede veldslag te winnen.” zou Desaix gezegd hebben. Napoleons karakter analyserende, denk ik niet dat hij hem deze kwinkslag in dank heeft afgenomen. Dit gaf de Franse troepen voldoende morele boost om de Oostenrijkers terug te drijven. De Oostenrijker Von Melas was licht gewond geraakt en had nét het commando overgedragen aan zijn tweede man. Toen er ook nog een munitiekar explodeerde was de fut er bij de Oostenrijkers uit en gingen ze op de vlucht.
De volgende dag werd werd Von Melas, compleet gedesillusioneerd, gedwongen tot onderhandelingen over een
wapenstilstand. De Oostenrijkers trokken zich terug en lieten Noord-Italië aan Frankrijk.
Het kwam Napoleon niet slecht uit dat
Desaix aan het eind van de veldslag
dodelijk werd getroffen. Ongegeneerd eiste hij de overwinning bij Marengo voor zich op.
Het verhaal gaat dat Napoleon tijdens de veldslag om een snelle maaltijd zou hebben gevraagd. Omdat er nog niet was “gefourageerd” (lees de omgeving afgestroopt op zoek naar voedsel voor mens en dier) flanste zijn kok iets in elkaar wat maar toevallig voorhanden was: kip, eieren, tomaten, uien, knoflook, kruiden, olijfolie en rivierkreeft. Napoleon was er zo over te spreken, dat hij zich dit gerecht nog vele malen heeft laten voorzetten en hij noemde het:
Kip Marengo.
Eet smakelijk!
Geschreven door Warhorse