Up North!
Een titel verzinnen viel mee dit keer, eigenlijk kwam deze in het vorige verslag al naar voren. Een smakelijk verhaal bloggen zal ook wel mee vallen, want ik heb vandaag weer genoeg beleefd en gezien.
Een vroeg vertrek werd uitgesteld door een ontmoeting op de parkeerplaats met een ouder echtpaar (euuh, ongeveer van mijn leeftijd..) uit Rostock aan de Oostzeekust. We waren het met elkaar eens dat in het zuiden en het Oosten van de vroegere DDR, de aanblik van de huizen in steden en dorpen duidelijk minder is dan in de rest van het gebied. Na de Wende heeft Duitsland pittig moeten saneren en dat heeft vooral fabrieken en dus banen gekost in dit gebied. De mensen houden hier geen geld over om hun huizen te onderhouden en dat is inderdaad te zien.
De start van vandaag was bij de brug over de Neisse tussen het Duitse Görlitz en het Poolse Zgorzelec. Vroeger één stad... Ik wilde toch even naar de overkant en ontdekte dat de daar gelokaliseerde benzinepomp héél andere prijzen hanteert dan in Duitsland en Nederland tegenwoordig gebruikelijk is. Dat verklaart in ieder geval waarom de mensen die daar tanken allemaal zo vrolijk waren en naar elkaar lachten. Ik heb Warhorse eens lekker getrakteerd op de
duurste Premium benzine die ik kon krijgen.
Het gebruikelijke gedonder om
Görlitz uit te komen via de meest verschrikkelijke klinkerweg ten spijt, lukte het mij goedgehumeurd op mijn
"scenic" route te komen. Langzaam slingerend, door dorpjes en over smalle wegen, zongen Warhorse en ik het hoogste lied. Bij mij zat
"the river" van Bruce Sprinsteen in het repertoire en wat Warhorse onder mij bromde weet ik niet, maar het stoorde elkaar niet. Ondanks wat regen en kou zat de stemming er goed in.
Na enkele kilometers ging ik de Neisse bij
Prezewósz over en volgde de aanwijzingen van Tom(Tom) het platteland van Polen in. Mij viel op dat de mensen nóg minder geld hebben dan west van de Neisse, want de meeste huizen zijn in nóg slechtere staat. Ook verzamelt men veel troep rond het huis, want je weet nooit of je het nog kunt gebruiken. Europese gelden waren op deze route maar nauwelijks doorgedrongen, want ik werd regelmatig verrast door de "good old" kasseienwegen, die zo mogelijk grover zijn dan in Duitsland. Ik probeerde het hotsen en botsen van Warhorse te beperken door zo veel mogelijk in de zandstrook naast de weg te rijden. Het Poolse advies niet harder dan 40 te rijden heb ik ruimschoots gehaald.
Klapperend en dansend hobbelden we kilometer na kilometer door. Warhorse heeft de afgelopen twee weken al een aardig pak slaag op dit soort wegen gehad en deze kilometers deden hem bijna de das om. Ik zag dat hij met zijn linker knipperlicht begon te wapperen als om te zeggen dat hij er genoeg van had. Uit nadere inspectie bleek dat de moer waarmee de linker vorkpoot in de bovenste kroonplaat is geborgd, was losgetrild. Uit mijn vrij zware, maar uitgebreide gereedschapsset toverde ik een waterpomptang te voorschijn waarmee ik
"battle damage repair" kon uitvoeren. Ik heb nu een nog grotere hekel gekregen aan die kasseien dan ik al had. Pitoresk of niet, besteed daar nu eens wat
Europees geld aan! Via een zo kort mogelijke deroutering, zocht ik het asfalt van het Duitse wegennet weer op, en snorde linea recta naar
Eisenhüttenstadt.
Na de oorlog lagen grote delen van Duitsland in puin. Er was dus veel vraag naar nieuwe woningen.
Walther Ulbricht de eerste partijleider van de SED, liet wel woningen bouwen, maar het aanbod kon niet voldoen aan de vraag. Onder zijn opvolger
Erich Honecker veranderde dat.
Een groot deel van de bevolking woonde in verouderde woningen en onherstelde ruïnes. Slechts 39 procent van de woningen had een bad of een douche, 36 procent een toilet binnen en slechts 25 procent had warm water. Honecker wilde dit veranderen en maakte van de woningbouw zijn paradepaardje.
In de jaren ’70 en ’80 zijn er zo’n drie miljoen nieuwe woningen gebouwd, waarbij
Eissenhüttenstadt als voorbeeld moest dienen van de Oostduitse socialistische stedenbouw. De stad is planmatig gebouwd na de Tweede Wereldoorlog voor grootschalige ijzer- en staalproductie die de DDR dacht nodig te hebben. Aanvankelijk kreeg de plaats de naam
Stalinstadt. Omdat
Josef Stalin vanwege zijn wandaden door de Sovjet Unie werd
gecanceled, werd de naam in 1961 gewijzigd in Eisenhüttenstadt.
De stad en de staalfabriek hebben de DDR overleefd, grote delen ervan worden beschouwd als monumentale gebouwen. Je ziet tot op de dag van vandaag hoe de DDR zich een socialistische stad voorstelde.
Eissenhuttenstad is opgedeeld in vier
"Wohnkomplexen" en wordt opgetrokken in de stalinistische, neo-classistische stijl, de zogeheten
"nationale Bautradition". Scholen en ziekenhuizen gepositioneerd aan het einde van de symmetrische assen van een stad, een cultureel en maatschappelijk centrum in de vorm van een boulevard, veel decoraties aan de huizen als ornamenten, arcades, zuilen en ballustrades en veel ruimte en groen. Omdat er eigenlijk geen geld was om deze bouw overal door te voeren werd al snel over gegaan op eenvoudiger bouw.
Een voorbeeld daarvan is de zogenaamde
Plattenbau. Een prefab-bouwsysteem waar gebruik gemaakt werd van vooraf gefabriceerde platen (Platten). Je komt deze "flats" overal tegen, óók waar je ze helemaal niet verwacht, zoals in kleine dorpjes op het platteland.
Hele wijken, al dan niet hele steden, werden volgebouwd met flats die in een fabriek zijn voorbereid. De woningen waren van alle gemakken voorzien. Zo was er centrale verwarming, stromend warm en koud water en ook de keuken en wc hoefde men niet meer met de buren te delen .
Veel Oost-Duitsers waren dan ook erg gelukkig als zij een nieuwe, naar onze maatstaven klein appartement toegewezen kregen. Het woningtype
WBS 70/11 (Wohnungsbauserie 70 met 11 verdiepingen) is in de DDR totaal het meest gebouwd met zo’n 900.000 exemplaren.
De huren van de woningen werden kunstmatig laag gehouden. Bewoners betaalden slechts 1/3 van de kostprijs. Dit werd één van de gigantische kostenposten, waardoor het Oost-Duitse regime uiteindelijk failliet is gegaan.
Ik genoot onder het rijden van de monumentale bouwstijl.
Het laatste deel van de route brengt mij door het beladen gebied van de
Seelower höhen. In dit gebied is in de laatste maand van de oorlog bloedig gevochten, want hier zette Hitler zijn laatste reserves, bestaande uit vooral oude mannen en jonge jongens, in om de Russische opmars naar Berlijn tegen te houden.
De 23e SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division „Nederland“ deed hier nog een noeste poging de Russische hordes tegen te houden, maar faalde jammerlijk. Dat "Nederland" was maar betrekkelijk, want veel Nederlanders maakten daar geen deel meer van uit. Er is hier geen huis van vóór 1945 zonder de pockmarks van kogelinslagen op de muren.
Ik neem mijn intrek in een hotel in het Poolse plaatsje
Kostrzyn. Lekker goedkoop, maar dat gaat dan wel ten koste van de vriendelijkheid en attentie van het personeel.
Geschreven door Warhorse