Na twee nachten in een hotel, heb ik gisteravond weer een blokhut weten te scoren op een nette, rustige camping met zijn wortels in de DDR tijd. Van
Antje, de eigenaresse, heb ik een keurige, maar
Spartaanse blokhut toegewezen gekregen. En Warhorse kan perfect naast de hut op het terrasje staan.
Vanochtend heb ik dermate mijn tijd lopen verlummelen dat het toch weer een race tegen de tijd wordt om de interessantste bezienswaardigheden te kunnen bekijken. Geen scenic routes deze keer, maar naar
Leipzich heen en terug jagen over die vermaledijde snelweg. Ik houd daar nu eenmaal niet van.
Voordat we naar Leipzich afreizen reis ik eerst af naar het motormuseum in Zschopau, de
bakermat van het beroemde Oost-Duitse motormerk MZ. De MZ kwam in 1946 voort uit de voormalige DKW-fabriek. De afkorting MZ staat voor (VEB) Motorradwerk Zschopau. Veruit de meeste bedrijven hadden in de DDR tijd het voorzetsel
"VEB" (Volkseigener Betrieb) hetgeen eigenlijk inhield dat het bedrijf was onteigend en de opbrengsten ten goede kwamen aan het volk (lees: de Staat). En zeg nu zelf: als een stad zich zelf al
Motorradstadt noemt, moet ik daar als motorminnend reiziger op zijn minst een bezoek aan het museum brengen.
Op de weg naar Zschopau merk ik dat het al aardig warm en benauwd begint te worden en ik weet dat er een weersverandering op komst is. De lange, stijle trap naar het kasteel waar het motormuseum is gevestigd, maakt het er niet beter op. Vooral morgen lijkt het erg te gaan regenen, daarom heb ik een extra dag op deze camping ingeruimd om de ergste buien over me heen te laten gaan. Ik denk ook dat het na 2200 kilometer in anderhalve week goed is om het oude beestje even rust te geven... en voor Warhorse is het ook goed trouwens. 😉 Het bezoek aan het museum maakt het voor mij althans in ieder geval de moeite waard. Een schare van prachtige antieke motoren valt te bewonderen voor wie dat weet te waarderen. Veel tijd heb ik niet, dus al na een half uur val ik zwetend het museum weer uit.
Na ons bezoek aan deze zelfverklaarde motorstad, begeven wij ons op weg naar Chemnitz, de derde grootste stad van Saksen, die van 1953 tot 1990 Karl Marxstad heette.
Kasberg Gefängnis Karl Marxstadt. Hier rijd ik langs de Stasi-gevangenis aan de Kaßberg. De gevangenis werd in de DDR tijd ook wel “De laatste halte voor de vrijheid” genoemd, want hier werden de door de BRD vrijgekochte politieke gevangenen verzameld, voor ze met een speciale bus naar het Westen werden gebracht. Op deze manier verlieten tussen 1963 tot 1989 ongeveer 30.000 burgers de DDR.
De onderhandelingen namens de DDR met het Westen werden gevoerd door de Oost Berlijnse advocaat Wolfgang Vogel, die in 1961 ook al de eerste spionnenruil organiseerde van de Koude Oorlog. Naast 150 Westerse spionnen (waaronder U2 piloot Gary Powers), zou hij vanaf 1962 zo’n 250.000 mensen naar de andere kant van de Muur hebben verkocht. Ruim 34.000 politieke gevangenen en meer dan honderdduizend familie-herenigingen. De prijs per persoon was in het begin 40.000 DM en liep later op tot gemiddeld 100.000 DM.
De DDR verdiende er in totaal 3,5 miljard DM mee. Onze Wolfgang zorgde als hoofdonderhandelaar ook goed voor zichzelf: hij overleed in 2008 als een puissant rijk man in Beieren.
Veel meer dan Warhorse op zijn standaard zetten en even te kijken zit er niet in, want ook deze voormalige gevangenis staat momenteel in de steigers.
Ik druk mijn hielen in de flanken van Warhorse en stuur hem de snelweg op. Met dik 100 kilometer per uur jagen we in de richting van Leipzich. Ik houd er niet van. Warhorse kan het wel, maar ik heb het idee dat ook hij zich prettiger voelt bij het rustig pruttelen door het glooiende landschap via de kleine weggetjes en dorpjes van het platteland. De rijwind verkoelt mij prettig door de licht geopende motorjas. Warhorse' motor brult monotoon. De snelweg is vrij rustig en slechts af en toe worden wij door een snelheidsmaniak voorbij geblazen. Ook de weg de stad Leipzich is vrij van drukte en slechts gestopt door een enkel stoplicht zijn we binnen no-time in het centrum van de stad. Mijn doel daar is het
"Museum Runden Ecke" in het centrum van de stad.
Ik parkeer Warhorse zo dicht mogelijk bij het museum tussen de fietsen en electrische scootertjes. Probeer dat maar eens met een auto. De vochtige warmte hangt als een verstikkende deken over de stad. Terwijl Warhorse tussen de fietsjes staat uit te tikken van de snelle rit, slof ik door de hitte naar het bewuste gebouw.
In 1950 werd dit het hoofdbureau van het Districtsbestuur voor de Staatsveiligheid, Stasi dus… en bleef dat tot 1989. Het is nu een museum: in de voormalige kantoren van de Stasi-officieren is de authentieke sfeer zoveel mogelijk behouden gebleven. Door het hele gebouw zijn nog steeds linoleumvloeren, geelbruin behangpapier, schaartraliewerk op deuren en ramen, kabelgoten en oude radiatoren te zien. De expositie is helaas alleen op de benedenverdieping, maar toch ben ik blij dat ik een bezoek heb kunnen brengen.
De mevrouw achter de balie geeft aan "leider" geen kaartlezer te hebben en alleen baar geld te kunnen accepteren. De klinkende munt die ik net tot de laatste cent heb gespendeerd in het motormuseum te Zschopau. Er zit niets anders op dan mij weer de warme stad in te begeven op zoek naar een flappentap. Bij terugkomst ontdooit ze van mijn liefste glimlach en staat ze mij, na betaling van de entree, genadig toe de zware motorjas en rugzak in een hoekje van haar residentie te zetten zolang ik de expositie bezoek.
De expositie is een interessant inkijkje in de werkzaamheden van de Stasi. Een organisatie die een van de meest effectieve geheime diensten in de geschiedenis was en die voornamelijk bestond om de bevolking van de DDR in de gaten te houden en te onderdrukken. Maar het had ook een uitgebreide buitenlandse inlichtingendienst waarvan de tentakels zich tot diep in West-Europa uitstrekten en zowel politieke als economische doelen infiltreerden. In 1989 werd dit districtsbureau door de burgers bezet en daarmee werd voor een deel voorkomen dat honderdduizenden dossiers zouden worden vernietigd. Men is nog steeds, dertig jaar na "die Wende", bezig deze dossiers te analyseren, te documenteren en voor de slachtoffers beschikbaar te maken.
Ik had nog een blik op de Nicolaikirche willen werpen, want deze kerk staat maar op een steenworp afstand verderop. Ik besluit toch om het vanwege de drukkende hitte bij een bezoek aan "Museum Runde Ecke" te laten.
De demonstraties die in heel Oost-Duitsland in 1989 en 1990 het einde van de DDR inluidden, kwamen onder anderen voort uit het maandaggebed dat in de
Nikolaikirche al sinds de tachtiger jaren plaatsvond. Aan het begin door slechts weinigen bezocht, maar aan het eind van de tachtiger jaren gingen vanaf hier wekelijks tienduizenden, soms wel meer dan honderdduizend mensen de Leipzicher straten op om te demonstreren voor democratie, vrije verkiezingen, vrijheid om te reizen en Duitse eenheid.
Tot nu toe heb ik prima weer gehad, maar donkere wolken pakken zich samen en het rommelt in de verte. Morgen gaat het heel hard regenen en waaien zeggen ze, en daarna wordt het kouder: Wind of change.
Morgen blijf ik in ons kampement. Rust voor ros en ruiter.
Geschreven door Warhorse