Vandaag staat er weer een lange rit op het programma. Ik heb er zin in en verlaat dan ook op tijd de camping. De banden van Warhorse zoemen over de keurige asfaltweg, terwijl we onze weg in zuidelijke richting langs de grens zoeken. Eerst slaat de scherpe brandgeur mij nog op de keel, maar terwijl de kilometers onder ons doorglijden wordt dat steeds minder. In de verte zie ik nog wat rookwolken hangen, maar ook dat ziet er veel minder dreigend uit dan gisteren.
De route is prachtig. Ik geniet van het bochtige traject en Warhorse laat zich ondanks de bagage gewillig de nodige haarspeldbochten insturen. Wat een schitterend gebied.
Het eerste doel van de dag komt al snel in zicht, een museum in
Bad Sacha. Helaas slaapt het museumpersoneel uit op zondag en gaan ze pas om één uur 's middags open. Daar ga ik niet op wachten. Jammer? Mwah, er is onderweg nog zoveel te zien en ik geniet van het rijden over de kleine weggetjes in dit prachtige gebied. Ik ben er niet rouwig om.
Toch hebben TomTom en de Duitse wegenbouwers gezamenlijk weer een val opgezet bij het dorpje
Bockelnhagen. Ik kan niet verder in verband met wegwerkzaamheden en een alternatief wordt niet gegeven. Ik dwaal een tijdje rond over allerlei landwegen, maar ik kom er niet uit. Ik vraag de weg en raak aan de praat met een lief mevrouwtje, maar ik word er niet veel wijzer van. Ik besluit tóch richting Bockelnhagen te rijden om te zien wat daar mogelijk is. Ik kan ter plekke Warhorse' offroad capaciteiten inzetten en rijd langs de wegafzetting over de opgebroken straat, onderwijl de
"Huzarengroet" brengend aan de denkbeeldige wegwerkers (die schitterden door afwezigheid, want het is natuurlijk zondag).
Ik cross vandaag zo vaak de oude grens over dat het moeilijk bij te houden is of ik nu in Oost of West zit. Ik pak er af en toe mijn
oude DDR kaart even bij om me te oriënteren. Het landschap en de huizen veranderen, we komen duidelijk in een veel zuidelijker gebied. De dorpjes liggen diep verscholen in de glooiingen van de heuvels. Regelmatig kom ik kapelletjes tegen en beelden van de gekruisigde Jezus.
Warhorse' banden zingen en ik zing met Warhorse mee.
Onderweg kom ik nog een indrukwekkende, nee,
intimiderende grensovergang tegen. Of je nu van oost naar west gaat of andersom, het kan in die tijd geen pretje zijn geweest.
Aangekomen bij mijn tweede en laatste reisdoel van de dag,
Grenzmuseum Schifflersgrund, krijg ik nog weer eens voorgeschoteld hoe de DDR haar grenzen had dichtgetimmerd. Drie zones moest je over voor je in het Westen was, ieder met zijn eigen hindernissen: landmijnen, hekken, honden, patrouilles. Het systeem werd gedurende de jaren steeds moderner en geavanceerder en dat alles om te voorkomen dat de eigen burgers de benen zouden nemen. Er zijn vanaf 1945 enkele miljoenen DDR-burgers de grens over gevlucht, maar de mogelijkheden werden steeds minder en de risico's steeds groter. De DDR leiding zag er geen bezwaar in om officieel een
Schießbefehl af te kondigen, voor iedere man, vrouw of kind dat illegaal grens over trachtte te komen.
Het personeel dat dat allemaal uit moest voeren was ondergebracht in de zogenaamde
Grenztruppe der DDR, opgericht in 1946. De Grenztruppe ten tijde van "die Wende" was uitgegroeid tot een zelfstandige eenheid van 47000 man groot. De leden werden geworven uit vrijwilligers en dienstplichtigen.
Om er zeker van te zijn dat de "Grenzer" niet zelf over de grens zouden vluchten werd er nauwgezet geselecteerd. Op iedere tien man spioneerde minimaal één man voor de StaSi (een zogenaamde IM,
Inofficieller Mitarbeiter). Meestal werden de soldaten in tweetallen ingezet, waarbij er voor werd gezorgd dat beide soldaten uit verschillende gebieden van de DDR kwamen. Dit werd gedaan zodat de soldaten elkaar niet kenden en elkaar niet helemaal konden vertrouwen. Daarbij kwam dat het uiteindelijk ook jegens henzelf gold.
De belangrijkste taken van de Grenztruppe waren paspoortcontrole aan de grensovergangen (GÜSt), bewaking, patrouilles tussen de grenszones en aan de daadwerkelijke, geografische grens. De belangrijkste taak was echter het met álle middelen stoppen van personen die uit de DDR naar de Bondsrepubliek probeerden te vluchten, zélfs als de vluchteling dit met de dood moest bekopen.
Tijdens mijn rondgang over het terrein, werd mijn aandacht getrokken door een kleine man die zijn gezelschap op luide toon en zwaaiend met beide armen probeerde duidelijk te maken hoe het leven op een tank was.
"Eiskalt im Winter und heiss wie ein Ofen im Sommer". Ik nam mijn kans waar en vroeg hem of hij Panzermann was geweest. Hij was dat inderdaad en we hadden natuurlijk direct een klik.
"Brothers in arms". Hij bleek een echte spraakwaterval en graag bereid zijn ervaringen met mij te delen. Helaas had hij een dik accent, zwaaide met zijn armen in de rondte en sproeide een enorme aerosol van speeksel in mijn richting. In het kort:
Thomas Putchke is dienstplichtig lader en schutter geweest op een toen al gedateerde
tank T54/55 en van 1979 tot 1981 geplaatst in Halle. Ik zei "Mensch, dan hadden we elkaar op het slagveld wel tegen kunnen komen!". Welnee, zo stelde hij mij gerust, zelfs als er oefenalarm werd geblazen, was zijn oude tank al stuk nog voor ze de poort uitreden. We namen afscheid als oude vrienden en met een zwaai van mijn arm en gaf ik Warhorse de sporen. Dát zijn de ontmoetingen die deze reis weer de moeite waard maken.
"Mach's gut, Panzermann Thomas Putchke!" Geschreven door Warhorse