Olijfolie vroeger en nu...

Spanje, Castellví de la Marca

Vanmorgen geen muziek, daarvoor was het misschien te stormachtig. Gelukkig stonden we tussen 2 campers, zodat we toch niet al teveel heen en weer schudde ! Wel een koude wind. Zelfs onze Noorse buurman beweerde dat het koud was. "Oh" zei ik, "maar bent u dat niet gewend ?" " Ja dat wel, want bij ons in Kristiansand is het kouder dan hier " Maar niets belette hem en zijn vrouw om toch nog een eindje te fietsen. Hoe ze dat gingen doen met deze enorme wind ? Ik waaide zelfs een paar keer bijna weg.

Met spijt in ons hart namen we afscheid van dit leuke dorp. Maar we moesten verder. Wel stond nog een bezoek aan het infocentrum/museum over de olijfolie op ons programma, iets verderop. Een oude olijfoliemolen uit de 16de eeuw restaureerde de gemeente in 1995, waarna het pas in 2018 zijn deuren opende als museum. Op het terrein achter het gebouw stonden 4 oude olijfbomen, het bleken de 4 meest voorkomende soorten olijfrassen van het dorpje. Als ik het gemiddelde percentage opbrengst van olie zag, moest ik even slikken: tussen de 18 en 27%. Ons record was 19,5 % ! Maar ja hier was het natuurlijk warmer.
Op de voordeur hing een briefje dat de verantwoordelijke in het dorpje was en dat men moest bellen als men het museum wilde bezoeken. In mijn beste Italiaanse/Spaanse mengelmoes belde ik en vertelde dat we het centrum wilden bezichtigen. Binnen 5 minuten! was het antwoord. Een jonge Spanjaard verontschuldigde zich, maar hij kwam terug van een medisch bezoek vanwege een gezwollen vinger. Geen probleem. Italiano ? ja . Wilden we een rondleiding in het Spaans of Engels? toch liever in het Engels. Een meevaller want rondleidingen waren normaal allleen voor groepen.

Eerst kregen we een filmpje te zien, waarbij 4 ouderen toonden hoe ze vroeger olijven oogsten. Niet plukken maar rapen....Vanaf oktober tot mei wachte men totdat de olijven op de grond vielen om ze dan telkens op te rapen. In het begin hielp men nog een handje door met stokken in de takken te slaan. De opgeraapte olijven spreidde men dan uit op terrassen om ze te laten drogen. Men had immers nog geen manier om de olie en het water binnen in de olijf van elkaar te scheiden. Zodra men de centrifuge uitvond, was dat geen probleem meer. Voordat men dus met de olijven naar de molen ging, moest alle water eruit zijn.

De gedroogde olijven bracht men dan naar een molen, hier werden ze eerst met behulp van maalstenen fijngemalen tot brij. De stenen draaiden rond door de kracht van een ezel/muilezel. De brij spreidde men dan uit op rieten matten, die op elkaar geplaatst werden als een toren, onder een grote pers. Vervolgens begon het persen. Een grote houten pers bestaande uit 4 stammen van dennebomen. 2 mannen draaiden aan een schroef om door middel van de hefboomtechniek de brij tot olie te persen. De vroegere molen hier bezat er 2. Drie keer perste men dezelfde matten, dat duurde 24 uur lang ! De pers in het museum hadden ze wonder boven wonder nog intact in de ruine gevonden, een klein wonder, want hij stamde uit 1606 en meestal in vervallen ruimtes, gebruikte men het hout voor andere doeleinden.

Om de hefboomtechniek uit te leggen (herinnerde ik me nog vaag uit mijn fysicalessen) gebruikte de gids een verkleind model. Heel interessant.

De olie ging dan naar vaten. Doch de olijfolie was nog niet zuiver, men wachtte tot het bezinksel helemaal tot de bodem van de vaten gezonken was. Dan goot men de zuivere olie in een ander vat. De molenaar onwikkelde dan ook een streepjes- systeem om te onthouden welke olie omgegoten kon worden en wanneer ! Die kon dan verkocht worden in metalen kannen van 12 liter. De olie was toen ook al duur, want het werk in de molen bleek niet goedkoop. Het was natuurlijk geen extra vergine olijfolie, want daarvoor waren de olijven te overrijp.
Men gebruikte de olie vroeger voor de lampen, voor comsumptie, om levensmiddelen te bewaren, als medicijn of als basis om zeep te maken.

Tegenwoordig plukt men de olijven met machines. Een soort tractor die een paraplu om de gehele stam ontvouwt en dan de stam trilt, waarna de olijven in het scherm vallen. Dit voor de jonge bomen. De oude bomen oogst me nog met de hand of met de plukmachines (trilkammen) die ook wij gebruiken. Hier zijn nu eenmaal duizenden en duizenden bomen die kan men niet allemaal met de hand plukken.

Weer een prachtig museum met een enthousiaste gids, die historicus was. Hij hielp mee bij de archeologische opgravingen die we gisteren in het kasteel zagen. Want met de jaren bevonden zich de echte overblijfselen van de burcht onder een grote laag grond. Hij had dit jaar net Pompei en Rome bezocht.
We kochten nog een flesje olijfolie , een monovarietale van de Farga olijf, een eeuwenoud ras van deze omgeving. Benieuwd naar de smaak. We namen hartelijk afscheid.

De rest vande dag bestond uit praktische zaken: boodschappen doen, de was in een wasserrette (alle machines voor mij alleen ), nieuwe wandel-en sportschoenen voor ErIK bij Decathlon kopen (zijn wandelschoenen hadden het gisteren begeven). Om uiteindelijk een overnachtingsplek te zoeken. Die vonden we aan de rand van een stadje La Munia, deelgemeente van Villafranca de Penedes. Het blijkt de belangrijkste stad te zijn van de menselijke kastelenbouwers, waarbij men met een groot aantal mensen een toren bouwt door op elkaar schouders te klimmen, waarbij het eindigt met een kind. We zijn helaas te vroeg om de training ervan te kunnen meemaken, vanaf maart beginnen ze.

Tot de volgende keer !

Isabelle en Erik



Geschreven door

Al 3 reacties bij dit reisverslag

Wat een interessant verhaal weer. Complimenten

Nathalie 2024-02-28 14:57:05

Grazie, het was vooral interessant om het verschil met ons te weten. Ook leuk dat we zelf al veel over olijfolie weten!

girandolatrotter 2024-02-28 16:46:51

Inderdaad heel interessant die olijfolie productie in historische tijden. Weer iets geleerd

Yvonne Van Os 2024-03-01 00:55:10
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.