Vanochtend met een goed gevoel uit Méry-sur-Seine vertrokken. Ik bedoel daarmee dat deze gemeente wel nog leeft, in tegenstelling tot de vele dorpjes, en zelfs stadjes, zoals bv. Sézanne, waar ik eerder passeerde. Zoals ze mij in Méry-sur-Seine vertelden:

• als er een bar is waar gepensioneerden 's ochtends hun koffie komen drinken en de post en koerierbedrijven de niet bezorgde pakjes komen deponeren om later afgehaald te worden,
• als er een superette is waar de lokale nieuwtjes (en roddels) worden uitgewisseld, en
• als er jaarlijks (minstens één keer) een kermis plaatsvindt,

dan leeft een gemeente nog.

Vandaag ging de etappe, 28 km lang, grotendeels langs het kanaal van de Haute-Seine. Puur wandelgewijs vergelijkbaar met de eerste etappe, langs de vaart van Mechelen naar Leuven, maar een groot verschil in beleving: niet door maar langs dorpjes, steeds in de natuur en - behalve op het einde - amper wandelaars en fietsers tegengekomen. Toegegeven, het was een werkdag, maar toch, pas een zevental km voor Troyes werd het iets drukker qua passage.

Van het weer geen klagen, koel in de voormiddag, zacht in de namiddag, maar steeds aangenaam wandelweer. De voor in de late namiddag aangekondigde buien bleven gelukkig achterwege.

Napoleon gaf begin 19° eeuw opdracht voor de aanleg van het kanaal van de Haute-Seine maar de ingebruikname ervan in 1846 kwam voor hem te laat. Het is al tientallen jaren niet meer in gebruik voor scheepvaartverkeer maar het is de bedoeling om het toeristisch meer te exploiteren dan nu het geval is. Er zijn verschillende kruisingen met andere waterlopen die als technisch hoogstaand worden omschreven maar wie 'den duiker' in Hofstade bij Mechelen kent is daarvan natuurlijk niet onder de indruk.

Ik ga niet de ganse geschiedenis en alle bezienswaardigheden van Troyes uit de doeken doen, daarvoor dienen gidsen en internet, maar enkele zaken wil ik jullie niet onthouden.

Troyes (Augustabona in de tijd van de Romeinen) was in de middeleeuwen één van de belangrijkste markt- en handelssteden van de streek. Het middeleeuwse karakter van de stad is goed bewaard gebleven in het stratenpatroon, de smalle straten en steegjes (en in de benaming ervan). Typisch voor Troyes zijn de vakwerkhuizen die men overal in het centrum aantreft (en waarvan vele dateren uit de 16° eeuw) waarbij de Toren van de Goudsmeden in het oog springt. Ook niet te missen zijn de Cathédrale Saint-Pierre et Saint-Paul en de Basilique Saint-Urbain (beide gotisch en bekend voor de glas-in-loodramen) evenals het Hôtel Dieu-le-Comte en het stadhuis.

Museumliefhebbers komen in Troyes zeker aan hun trekken, ook wanneer het gaat over recentere periodes dan de middeleeuwen zoals bv. de periode van de voorlaatste eeuwwisseling (de jaren van Art Nouveau/Jugendstil) toen hier in Troyes glas en staal gecombineerd werden in bouwwerken en kunst.

Nog een laatste weetje over Troyes, waar het trouwens goed toeven is om iets te gaan eten en drinken, en dat zeker een aanrader is om te bezoeken wanneer men in deze streek verblijft:
omwille van de vorm van het centrum wordt dat ook wel de champagnekurk genoemd. In de volksmond doen er echter ook andere benamingen de ronde.

Andere weetjes zoals 'Gaat hij niet te vroeg in Compostela aankomen?' of 'Hoe is hij in feite gepakt en gezakt?' zullen voor de volgende verslagen zijn want de auteur is moe en gaat dromenland opzoeken.

Geschreven door Guillermitoeltipolisto