Vanochtend na het ontbijt (en dus ook na de regen die vandaag vóór het ontbijt viel en niet meer daarna; de koude daarentegen bleef aanhouden tot in de namiddag) Bazancourt verlaten voor een tocht(je?) van 17 km naar Reims; dat was toch de bedoeling. Bazancourt was trouwens de eerste gemeente in de Champagne op mijn tocht, terwijl dat gisteren aan de naam te horen ook al zo leek te zijn voor Saint-Loup-en-Champagne, maar dat ligt nog in de Franse Ardennen. Zo raar is dat in feite niet want bij ons ligt bijvoorbeeld Klein-Brabant in de provincie Antwerpen.
Na langs en ook even door de industriezone van Bazancourt te zijn gewandeld (omdat het de route was) kwam ik snel in Pomacle en vandaar ging het tot Bétheny voortdurend over landbouwwegen, het laatste deel voor Bétheny over La Voie Romaine, vroeger een Romeinse heirbaan, nu een landweg. De kilometers tussen Bétheny en het centrum van Reims waren niet van de leukste, om niet te zeggen saai.
Vroeg op de middag al aan de gotische Notre-Dame-kathedraal gearriveerd nam ik de gelegenheid te baat om na een korte picknick de kathedraal te bezichtigen. De huidige kathedraal dateert van de 13° eeuw, maar daarvoor stonden er al twee andere waarvan in de eerste Clovis (die van de vaas van Soissons) werd gedoopt. Van de elfde tot de negentiende eeuw werden hier 30 koningen gezalfd. Er is ook het verhaal van de Engel met de Glimlach, een beeldhouwwerk dat in de eerste wereldoorlog gedeeltelijk werd vernield, net zoals de kathedraal en Reims, en waarvan de restauratie symbool staat voor de wederopstanding van Reims na WO I.
Reims was inderdaad één van de meest verwoeste Franse steden in WO I en moest dus grotendeels heropgebouwd worden. Dat gebeurde in één van de belangrijkste stijlen tussen de twee wereldoorlogen, en daarom staat Reims ook bekend voor zijn Art-Deco, niet een louter architecturale stijl maar 'all in', dus ook binnenhuisinrichting, tot meubilair en huisgerief toe.
Na de bezichtiging van de Notre-Dame was het nog geen 14.00 uur, het tijdstip waarop het infopunt voor wandelaars en pelgrims openging. Het was te koud om een terrasje te doen (er stonden er amper buiten) en de champagne houd ik voor morgen in Epernay (binnen was er Leffe van het vat).
Aan het infopunt kreeg ik een adres waar ik voor 25 EUR kon overnachten, avondmaal en ontbijt inbegrepen. Het lag wel 4 km ten zuiden van het centrum van Reims, in Cormontreuil, maar wel op slechts enkele honderden meters van de route naar Epernay, de eindhalte van morgen. Mooi meegenomen dus !
Op weg naar mijn logeerplek ben ik nog langs en in de basiliek Saint-Remi geweest. De moeite waard (zoals eerder werd aangegeven). In deze van oorsprong romaanse kerk worden de relikwieën bewaard van de heilige Remigius (Saint-Remi), patroonheilige van de stad en de bisschop die op kerstdag 496 Clovis heeft gedoopt. De glasramen bv. zijn verfijnder dan die in de kathedraal.
Reims is zeker de moeite waard om te bezoeken en bezit nog veel andere bezienswaardigheden dan diegene vermeld in dit verslag. Het was reeds in de tijd van de Romeinen een belangrijk centrum (met de naam Durocortorum) en knooppunt van heirbanen. Ook voor pelgrimsroutes is het een belangrijk knooppunt: de door mij gevolgde route naar Vézelay, de route naar Parijs en de route tussen Canterbury en Rome (de Via Francigena).
Momenteel ben ik ten zuiden van Reims het verslag aan het schrijven in een sobere kamer in een gebouw waar stilte het ordewoord is. Diegenen die de foto's al hebben bekeken weten: het Clarissenklooster in Cormontreuil. Met uitzondering van het onthaal en de registratie verloopt alles hier zonder te praten. Normaal is het minder strikt maar in de week voor Pasen is stilte hier blijkbaar de gewoonte. Dus bij het elkaar passeren alleen maar knikken naar de zusters en de mensen die hier op retraite zijn. Ik vraag me nu af wat in België allemaal gaat gedacht en gezegd worden na het lezen van deze alinea.
Morgen ga ik geen eieren naar de Clarissen dragen maar komen de Clarissen mij een eitje brengen (bij het ontbijt). Il faut le faire !, zeggen ze hier, allez, buiten het klooster toch want hierbinnen moeten ze zwijgen.
Geschreven door Guillermitoeltipolisto