Vanaf het vasteland in Astakos zeilen we aan de wind richting het eiland Ithaka, daar waar de wind ons zonder laveren kan brengen. We komen uit bij de Ormos Kaminia, een prachtig baaitje met een klein strandje. We ankeren in 12 meter diep water met twee lijnen naar de rotsen, die altijd wel ergens houvast bieden aan de tros, die we er omheen slaan.
Met een kalm windje zeilen we verder om de zuidkaap van Ithaca met uitgeboomde genua en een bulletalie aan de giek.
Voor de niet-zeilers: Bulletalie is het nautische woord voor een lijn die bij een voordewindse koers van de giek naar het voorschip loopt om te voorkomen dat de giek ongecontroleerd naar de andere kant slaat, wat dan weer een klapgijp heet.
Als we de zuidkaap ronden verandert de wind plotseling van richting en trekt aan tot zo’n zes Bft. We hebben moeite om de fokkeboom weer los te krijgen. Dus rollen we de genua met de boom er nog aan helemaal in en halen hem daarna pas los.
De zeestraat tussen Ithaka en Kefalonia staat bekend om zijn harde noordenwinden, waarvoor de windgod Boreas (!) verantwoordelijk is. Dit komt door het tunneleffect tussen de beide hoge kusten. Met een stevig vaartje lopen we de haven van Sami op Kefalonia binnen. Door de harde zijwind kost het achteruit aanleggen in de bijna volle haven ons de grootste moeite. We vinden nog net een plaatsje naast een grote toeristenboot, maar de bemanning laat duidelijk merken het daar niet mee eens te zijn. Wij voelen er helemaal niets voor om met die wind een positie elders te zoeken en blijven lekker liggen. De Engelse buurboot blijkt aan de andere kant best veel ruimte over te hebben, dus schuiven we samen een meter op naar bakboord; conflict weer opgelost. Uiteindelijk blijven we er drie nachten liggen, zonder dat de in- en uitvarende toeristenboot last van ons heeft.
Sami is een vriendelijk plaatsje waar diverse veerboten van het vasteland en andere eilanden aanleggen. Bij de aardbeving van 1953 is het hele stadje met de grond gelijk gemaakt. Veel echt oude gebouwen zijn er niet te vinden, maar het heeft toch wel charme.
We willen de opgravingen van het oude Sami in de heuvels achter het stadje bezoeken en beginnen in de hitte aan een wandeling achter de wegwijzers aan. Na twee kilometer heuvelop checken we op Google Maps maar eens hoe ver het nog is: veel te ver wandelen dus in die hitte. We lopen terug en strijken voor de lunch neer op een terras, na eerst voor de volgende dag een scooter te hebben gereserveerd.
Met de scooter blijkt het zo’n tien kilometer te zijn naar de opgravingen, die overigens niet heel indrukwekkend zijn.
We rijden door richting Assos aan de westkust en passeren het bekende Mirtos Beach met het o zo blauwe water. Van bovenaf een prachtig gezicht.
Assos ligt op een klein schiereilandje met aan de overkant van de natuurlijke haven een enorm Venetiaans fort.
Tijdens de medicane van afgelopen september is er uit de heuvels een enorme modderstroom dwars door het dorp gedenderd. De kelner op het terras waar we lunchen vertelt ons dat de modder een meter hoog in de straten lag. Het plaatsje is in ijltempo weer opgeknapt en alleen aan het nieuwe wegdek op de straten is nog te zien dat er iets gebeurd is. De toeristen weten het wel heel mooi gelegen plaatsje alweer te vinden. We rijden over prachtige slingerwegen weer terug naar Sami, maar het is eigenlijk te heet om te rijden. Het is alsof ze met een verfstripper in je gezicht blazen. Dit heb ik alleen nog maar meegemaakt tijdens de Saharareis in Algerije, die ik in 1992 met andere Paul op de motor ondernam.
Tijdens een avondwandeling worden we gelokt door de sonore tonen van cello’s. Het blijkt een try out concert te zijn, georganiseerd door Sail Ionian Charter in samenwerking met de in klassieke kringen wereldbefaamde vioolbouwer en -restaurateur Gabriele Jeran Yakoub en violist/dirigent Rysanov, uitgevoerd door vier bekende cellisten op elektrisch versterkte cello’s. Prachtig! In de eerste week van augustus gaan ze concerten geven op diverse Ionische eilanden met nog een sopraan en een tenor. Ze reizen tussen de eilanden op de Kiwi, een grote catamaran van Sail Ionian.
Vanaf Sami kruisen we door de zeestraat noordwaarts tegen het eerder genoemde tunneleffect in dus. Halverwege begint het opeens zo hard te waaien, tot 8 Bft. dat we besluiten om de zeilen maar helemaal weg te rollen en de motor aan te slingeren. Na een uurtje is de wind weer normaal en zijn we inmiddels iets ten zuiden van Fiskardo, waar we een klein baaitje vinden, Ormos Paliokarava, waar we heerlijk beschut ankeren met lijnen naar de rotsen. Heel idyllisch ware het niet dat er een ware wespenplaag heerst.
Echt tientallen! Daar valt niet tegenop te moorden, dus zetten we maar een bord met honing in een verre hoek van de kuip om hun aandacht af te leiden.Gelukkig komen ze ‘s nachts niet binnen.
Tegen zonsondergang passeert een indrukwekkende kudde van honderden geiten de baai, dwars over de steile rotsen. Je snapt niet waar ze houvast vinden met hun hoeven, maar ze zetten geen stap verkeerd. Het is een lawaai van jewelste met al die rinkelende bellen. Om vijf uur, de volgende ochtend horen we ze weer terug komen in het donker; kennelijk hun dagelijkse ritueel.
Door de wespenplaag zijn we al weer vroeg onderweg richting Ormos Rouda op de zuidkust van Lefkas. Onderweg bekijken we wat baaien, maar we vinden er niet één die beschut genoeg is om de nacht door te brengen.
Er waait een verfrissend windje, maar de temperatuur komt zelfs in de schaduw van de bimini nog boven de 40 graden. De voorspelde hittegolf slaat dus inderdaad toe. In Ormos Rouda liggen we goed met voldoende “koelwater” om ons heen.
Inmiddels is het 1 augustus, een dag voor onze geplande tweede vaccinatie. We krijgen per sms keurig een herinnering in het Grieks, maar we weten waar het om gaat. De datum en het tijdstip kunnen we wél lezen.
Op naar Vasiliki dus. We vinden er een plaatsje aan de kade en houden ons met de hitte vooral heel koest.
Op de dag van de vaccinatie krijgen we zelfs een telefoontje met de vraag of we eerder kunnen komen. Nou prima, kwartiertje lopen. Misschien draaien ze in verband met de hitte wel een tropenrooster?
Het ritueel van de vaccinatie verloopt soepel en efficiënt, geen wachttijden. Marijke houdt nog wel een paar dagen een pijnlijke bovenarm. De volgende dag halen we bij het gemeentehuis het Europese certificaat met QR code in het Grieks en het Engels; goed geregeld! Én voor nop!
De huurboot van onze Nederlandse buren blijkt niet zo stevig aan het anker te liggen. We zien een slappe ketting en de westenwind trekt aan. Zelf zitten ze met de kinderen een paar dagen in een hotel bij het surfstrand. We hadden ze al eerder gebeld, maar ze dachten dat het wel meeviel. De achterkant van hun boot begint al tegen de kade te stoten en het anker houdt niet. dan maar grote stootwillen tussen boot en kade en lange lijnen naar loef vanaf de boeg. Als ze weer terugkomen moet de ankermanoeuvre helemaal opnieuw en krijgt het anker wél houvast in de bodem. Never a dull moment! Noaberschap beperkt zich niet alleen tot Twente.
Tegelijkertijd worstelt aan de andere kant van de kade een andere boot met een anker dat vast blijft zitten op de bodem, dus ruk ik in de dinghy maar weer uit met mijn kantelhaak, die al menig anker bevrijdde.
Dit blijkt echter een serieuzer geval. Na een uur worstelen hebben ze nog geen beweging in het anker gekregen. Een toegezwommen Nieuw-Zeelander met duikbril en grote longen duikt langs de ketting vijf meter naar beneden en constateert dat het anker achter een enorme vergeten ketting haakt. Hij weet de kantelhaak onder de ketting te krijgen en het anker er onderuit te trekken. Zo komen we de dag wel weer door.
De mooie beschutte baai bij het plaatsje Assos op Kefalonia, waar we met de scooter waren, willen we al een paar jaar met de boot bezoeken, maar met de deining bij noordelijke wind is dat niet altijd vertrouwd. Er zijn een paar rustige dagen voorspeld, dus we zeilen terug naar Kefalonia en zakken langs de mooie ruige westkust af de baai in. We zijn vroeg, dus is het nog niet druk.
We ankeren er met aan de achterzijde een paar uitgezwommen lijnen naar de rotsen. Precies aan de goede kant van een rood boeitje, dat achteraf het zwemgebied van het strand blijkt te markeren. Het grote zwarte zeiljacht aan stuurboord van ons ligt dus binnen het zwemgebied en dat zullen ze weten! Een lokale zwemster met badmuts scheldt ze in het Grieks en Engels helemaal verrot en dreigt de politie in te schakelen. Uiteindelijk kiezen de best wel stoer ogende mannen aan boord toch maar eieren voor hun geld en verplaatsen ze de boot. De afbakening van het zwemgebied is eigenlijk een totale chaos van weggedreven boeitjes, dus daar kan niemand wijs uit. Later in de middag ankeren andere jachten ook weer binnen de boeien. Voor de goede orde waarschuw ik ze nog, maar niemand trekt zich er iets van aan. Die denken vermoedelijk
alleen maar dat wij ons uitzicht veilig willen stellen.De zwemmende Kenau laat zich de rest van de dag niet meer zien. Jammer, dat zou weer een mooi spektakel opgeleverd hebben.
Na een heerlijk verblijf in de baai van Assos besluiten we om de westkust van Kefalonia verder af te zakken naar Argostoli, de hoofdstad van Kefalonia. We varen eerst nog langs Mirtos Beach, waar we voor een zwemstop even het anker laten zakken in het onwaarschijnlijk turkooisbauwe water.
We ankeren aan de keurige kade van het levendige stadje. Er is voor de komende dagen harde noordenwind voorspeld, dus vinden we het het voor de verandering niet erg dat de havenmeester ons aan de lijzijde van een forse catamaran dirigeert. Handige windvanger!
Marijke gaat op schildpaddenjacht langs de kade en ik word door diverse Nederlandse gezinnen aangesproken met de vraag : “waar kunnen we de schildpadden zien? We kunnen wel een tourist office beginnen hier......
We varen door en passeren een prachtige eenzame baai, Ormos Lourdha aan de zuidkust. We besluiten om hier maar.een nachtje te blijven. Via Poros varen we naar Eufimia, waar we in een ruime baai ankeren en wat meekrijgen van de relatieve drukte van het hoogseizoen.
Na een superzeiltocht tussen de eilanden door ankeren we met lijnen aan een rots voor de kust in de Ormos Polis op het eiland Ithaka.
In Sivota, waar we altijd voor niks konden aanleggen bij 12 Gods of Stavros kunnen we bij geen van beiden terecht: Gereserveerd, terwijl de steigers nog leeg zijn. We wijken uit naar een steiger aan het begin van de haven. Na het aanleggen brengen ze ons € 44,- in rekening voor een nacht met als enige service water en elektriciteit. Afzetters! We zijn bijna geneigd om de trossen weer los te gooien en voor anker te gaan. Een beetje een smet op ons positieve beeld van deze baai.
Maar ja, het is hoogseizoen en die flottieljes willen met soms wel 10 boten een beetje zekerheid garanderen voor hun klanten;
Zo werkt de “markt” dus.
We varen door naar het piepkleine haventje van Episkopi op de noordpunt van het eiland Kalamos. Het haventje ligt al vol en we ankeren in een baaitje iets oostelijker. Eigenlijk een veel betere plek. We kunnen zo overboord springen en het is windstil.
Op de volgende etappes naar Porto Atheni op Meganisi en Palairos aan het vasteland kunnen we de gennaker, ons feestzeil eindelijk weer eens in stelling brengen. Het gaat met de matige wind allemaal niet heel snel, maar we worden altijd vrolijk van de aanblik en er gaan soms zelfs duimen omhoog.
In Palairos zit een taverna die Indiase curries serveert; een verademing na maanden souvlaki en moussaka, hoe smakelijk ook.
Met een rustig tochtje naar Ligia op Lefkas zeggen we Georges op zijn terras van Seven Islands nog even gedag en sluiten wij daarmee het zeilen op de “Inland Sea” zoals die genoemd wordt af. We blijven nog een dagje liggen aan de kade in Lefkas stad en gaan dan weer de zee op, richting onze thuishaven Préveza, waar Pim en Jonna ons over een paar dagen gaan aflossen en wij de camper weer gereed gaan maken voor de reis naar Nederland, waar we inmiddels al 14 maanden niet meer geweest zijn!
Geschreven door Paulenmarijkeoppad