Wat is het genoeglijk rondstruinen door de steegjes van Lefkas, met de veelal licht getinte huisjes met mooie details. Er zijn gezellige winkeltjes en ook een lokaal destilleerbedrijf, een familiebedrijf waarin oma zelfs nog meewerkt. De Ouzo tapt men zo uit het vat.
De stad is overigens in 1948 en 1953 grotendeels verwoest door aardbevingen. Omdat men bij een volgende beving liever geen zware stenen meer op het hoofd krijgt, zijn veel huizen vanaf de eerste verdieping weer opgebouwd van hout, met golfplaten als afdekking; een bijzondere aanblik, maar wél slim bedacht, hoewel, onthoofd worden door een vallende golfplaat ook geen prettig einde lijkt!
Omdat we de dag erop van de watersportwinkel horen dat we de reserveonderdelen die we besteld hebben ook in Nidri kunnen afhalen, hijsen we de zeilen. We varen door het Lefkaskanaal zuidelijk, met ruime wind naar het plaatsje Spartakhori dat ligt in een grote baai in het noordwesten van het eiland Meganisi. Een heerlijke tocht. We vinden een plek aan de kade bij de vissershaven, waar zelfs een Nederlands flottielje binnenloopt. De volgende ochtend wandelen we tussen de olijfbomen door omhoog naar het dorpje, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Én we worden beloond met een prachtig uitzicht.
We zeilen naar het oosten en ankeren in de baai Atheni, ook op Meganisi. Paul brengt de lijnen uit naar de wal. Hierbij gaat een zware lusvormige tros overboord, die we gebruiken om rond een rotspunt te leggen. Hij vertegenwoordigt geen waarde, ook ooit maar gevonden bij een baai op Ithaka, maar handig is ie wel en het scheelt veel slijtage aan de reguliere lijnen, die niet om die scherpe rotspunten gelegd hoeven te worden.
We zien ‘m liggen op zes meter diepte, te diep om even op te duiken.
Met een lange lijn met de stalen kantelhaak eraan gaat Paul aan het snorkelvissen en slaagt er na heel veel pogingen in om de tros weer aan de haak te slaan. Om precies te zijn: de eerste poging de volgende ochtend. Ajeto!
‘s Nachts krijgen we zijwind als de wind naar het oosten draait.
Doordat we hierdoor zijdelings heen en weer bewegen gaat om de haverklap het -krap afgestelde- ankeralarm af; de rotsen zijn immers dichtbij. (loos alarm weliswaar), zodat het een onrustig nachtje wordt.
De volgende ochtend, wanneer er wat boten vertrokken zijn, zien we een veel mooier en beschutter plekje voor een verlaten kiezelstrand. Snel verkassen dus, want er verschijnen al weer “kapers op de kust”. De heklijnen, inclusief de geborgen tros, knopen we om twee eeuwenoude olijfbomen, die niet anders gewend zijn. We plonzen wel drie keer per dag sissend in het kristalheldere water en maken een wandeling naar een tabepna met een winkeltje. De vrouw aan de kassa herkent ons nota bene van vorig jaar; ze werkte toen in tebepna Minas in de Abelikebaai, een stukje terug, waar we inderdaad met Louis en Mirjam en hun familie gegeten hebben. Met de bijboot varen we de volgende ochtend naar die baai. Ook een goede gelegenheid om Pim’s buitenboordmotortje op de wat langere afstand te testen. Het start bijna altijd direct en doet qua vermogen niet onder voor de dubbel zo zware viertakt Yamaha.
In Nidri, oostelijk op het eiland Lefkas, ankeren we in Tranquil Bay voor het plaatsje. In tegenstelling tot vorige jaren doet de baai nu zijn naam eer aan; er zijn wel de helft minder ankeraars dan in eerdere jaren. Zoals afgesproken ligt ons pakketje met onderdelen klaar bij tabepna Mamma Mia, waar we, ondanks de naam van de tent heerlijk oergrieks eten. Die naam verwijst naar de gelijknamige film uit de late jaren 70 met de titelsong van ABBA. Die werd op diverse Griekse eilandjes, waaronder Skopelos, honderden mijlen oostelijker opgenomen.
We hebben hier ook een afspraak met Mark, de Britse zeilmaker, die een sleets stuk van de zonnetent boven de kajuit gaat vervangen. Precies op het afgesproken tijdstip meldt hij zich en een paar uur later levert hij het doek keurig hersteld en versterkt weer af aan de steiger, waar we met de dinghy naar toe pruttelen. We deden al eerder zaken met Mark en zeer tot onze tevredenheid! Wel luxe: een huiszeilmaker. Bij een plaatselijke watersportwinkel koop ik (Paul) een nieuwe pomp om de zwartwatertank van de plee leeg te kunnen pompen; de oude toonde vermoeidheidsverschijnselen.
In de tweedehandshoek van de winkel vind ik ook een gebruikte Geonav kaartplotter, een iets groter type dan het exemplaar dat we kapot waanden. No cure, no pay, dus proberen maar.
Eenmaal aangesloten deed deze het ook niet, maar evenmin op het testkabeltje met plug voor het 12 V stopcontact. Da’s verdacht! Dan toch maar eens meten of de voeding vanaf de solarregelaar waar hij op aangesloten is wel spanning heeft: nee dus! Die staat op uit. We wisten niet eens dat ie uit kon. Manual er bij en ja hoor, hij doet het. Maar die oude plotter dan? Doet het óók gewoon! Schaam, schaam!
Doordat ie het op twee verschillende stroombronnen niet doet, ligt tunnelvisie “apparaat kapot“ al gauw op de loer. Ook de electromonteur, die het ding nakeek heeft zich zo laten foppen; het groene lampje op de plug brandt toch? Kortom: we hebben nu twee van die Geonav kaartplotters, mét de juiste kaarten: Mediterranian en Zwarte Zee. Na het afknippen van de 12 V plug van het testkabeltje blijken + en- aan de stroombron geplugd het prima te doen. Nou ja, beter mee dan om verlegen, luidt een oudhollandsche zegswijze.
Die wonderbaarlijke wederopstanding der plotters komt echter wel op tijd, want de iPad, waarop we nu met een Navionics app navigeren, begint ook al ouderdomsverschijnselen te vertonen: snel leeg, langzaam laden; kortom: terminaal. En: zonder iPad geen blog!
Maar waar vind je hier een nieuwe? “In Lefkas!” roept iedereen die we het vragen. Met de zuidenwind en zelfs een buitje regen zijn we binnen een uur of twee weer op ons oude stekje aan de kade in Lefkas stad. Ach ja, we hebben toch geen vastomlijnd zeilplan dit jaar, dus dan maar weer lekker een paar dagen in Lefkas.
Na heel veel kastjes en muren en de nodige wandelkilometers vinden we een winkel die nog een laatste exemplaar heeft, met Simkaartaansluiting en een megageheugen.
De vriendelijke jongeman van de Vodafone winkel, die hem niet op voorraad heeft en ons doorverwijst, toont zich toch bereid om voor ons de bestanden van de oude op de nieuwe over te zetten, iets waar wij met onze allergie voor clouds maar niet aan beginnen. Bijzonder onbaatzuchtig en behulpzaam!
We vinden hier, na nog meer kasten en muren ook een bedrijf dat plexiglas kan zagen, dat spul dat op iedere toonbank ter wereld nu aerosolen moet tegenhouden. We hadden een plaat meegenomen uit Nederland om een transparant luik voor de kajuitingang op maat te kunnen laten zagen voor dagen met minder weer. Het materiaal is lexan en dat moet blijkbaar met zorg gezaagd, omdat het anders smelt. Ook weer gelukt! Geregeld, dus weer tijd om verder te gaan!!
Bij het ankerop gaan is het nog even spannend of tussentijds niemand zijn ketting over de onze gelegd heeft. Haaks op onze kade ligt nog een kade en iedereen heeft toch al gauw een meter of 50 ketting uitliggen, maar nee, het anker komt ongelofelijk modderig, dat wel, braaf aan de oppervlakte. De oplossing: paar minuutjes nét onder water meeslepen en dan pas op de boeg hijsen.
Volgende bestemming: Sivota, denken we. Aan eind van het Lefkaskanaal verruilen we de genua voor de gennaker, dat kleurige feestzeil van zo’n 65 vierkante meters, ontworpen voor ruime koersen. Die hebben we vandaag en de hele tocht kan het zeil op blijven staan met de nodige aanpassingen en gesleep met de “uitboom” van stuurboord naar bakboord en vice versa, maar tóch. Net vóór de baai van Sivota passeren we een grote baai, Ormos Rouda, die we in eerdere jaren voorbijgevaren waren, dus waarom die niet eens verkennen?
Het is een ruime baai met aan het eind een strandje en een dorpje erachter: Poros, het zoveelste Griekse plaatsje met dezelfde naam, evenals Vathy, dat vind je ook op vrijwel ieder eiland. Ook handig voor navigatiesystemen: “Voer ik wel de juiste Poros in?”
We ankeren voor het plaatsje terwijl het weer begint te betrekken; er was minder weer en meer wind voorspeld, dus we waren min of meer voorbereid, maar opeens komt me die wind uit de bergen donderen! We slaan van ons anker en kunnen nog net op tijd de motor starten en voor de rotsen wegvaren, die als golfbreker voor de vissersbootjes dienen. We zijn niet de enigen die verrast worden. We varen eerst maar wat rond en bergen alles wat weg zou kunnen waaien in de kajuit.Na een half uur neemt de wind wat af en ondernemen we een nieuwe ankerpoging, nu wat verder van die golfbreker af. Die lukt en met alle ketting uit liggen we op zo’n 10 meter diepte weer veilig achter het Delta anker.
De verwachte onrustige nacht komt evenwel niet van de wind, maar van Italiaanse feestvierders op een boot vlakbij, die het pas na drieën voor gezien houden.
‘s Morgens maar eens het plaatsje verkennen: alleraardigst met een groot strand met voornamelijk Grieken, diverse tabepna’s, appartementencomplexen die er niet echt als zodanig uitzien en zelfs een camping met veel schaduw. Bij een glaasje verse jus op een heerlijk terras besluiten we om nog maar een nachtje te blijven. De wind blijft wel rusteloos doorwaaien, dat noemen ze katabatische winden, voor wie het wil weten: valwinden vanuit de bergen.
Sivota ligt maar één baai westelijker, nog geen uur zeilen als het waait, maar dat doet het niet echt, dus dan de motor maar aangeslingerd. Vroeg in de middag komen we aan en verbazen ons over de rust. We leggen weer aan bij tabepna 12 Gods, waar we goede ervaringen mee hebben, zowel culinair als qua faciliteiten. Je ligt er gratis met gebruik van douche, water en stroom, als je maar bij ze eet.
Later op de dag wordt het wel wat drukker met boten, maar we hebben de indruk dat het met Pasen vorig jaar drukker was dan nu in augustus.
Weer iets westelijker ligt Vasiliki, geliefd bij wind- en kitesurfers, omdat het hier in de middag stevig door kan waaien. Voordat het zover is, liggen wij al in de ondiepe haven, met maar een paar decimeter water onder de kiel. Er is hier de laatste jaren enorm geïnvesteerd in de havenfaciliteiten, met nieuwe kades en walstroom, maar het gros van de zeilers heeft het plaatsje nog niet (her)ontdekt.
Het is voorlopig onze laatste stop op Lefkas. Een paar mijl zuidelijker lonkt Kefalonia, het grootste Ionische eiland.
Geschreven door Paulenmarijkeoppad