Paxos en rondje Corfu!

Griekenland, Preveza

Eenmaal aan de kade in Préveza ga ik maar weer eens op zoek naar een monteur met verstand van ankerlieren. Die staat toevallig geparkeerd 30 meter van onze ligplaats af. Pantelis, zoals hij heet belooft langs te komen. Aan het eind van de middag verschijnt hij eindelijk en na mijn verhaal aangehoord te hebben beweert hij zonder iets los te schroeven dat er iets ernstig mis is met het inwendige van de lier. Dat kan wel 800 euro gaan kosten, maar hij heeft ook wel een nieuwe lier op voorraad à raison van 1.700 euro! Dat is eigenlijk nog veiliger. Ik krijg nu het gevoel dat er iemand aan mijn poot staat te trekken en bedank hem vriendelijk voor zijn diagnose. Dat visitekaartje kan in de prullenbak.

We besluiten om onze clan van contacten in Nidri maar eens te raadplegen. Onze magic mechanic Robin is van mening dat er hooguit iets met de conische koppeling mis kan zijn. Chandler George kan deze onderdelen binnen een dag in huis hebben. Dus besluiten we om nog maar eens een missie naar Nidri op touw te zetten.
Ondertussen vermaken wij ons een paar dagen in Préveza. We eten gezellig in de taverna van onze vriendinnen Thalia en Tina van taverna Mythos en kijken onze ogen uit naar de Carretta Carretta zeeschildpadden die naast onze boot en de aangemeerde vissersboten vlakbij zwemmen en af en toe luid snuivend hun oerkoppen boven water steken. Sommige zijn wel een meter groot. Er zwermen ook altijd sympathieke katten rond de vissersboten, wachtend op een toegeworpen ondermaats visje.

Vroeg in de ochtend -het is windstil- varen we op de motor over zee weer naar de pontonbrug van Santa Maura, waar we weer precies in de opening op het hele uur vallen. Na het Lefkaskanaal kunnen we gelukkig weer zeilen en rond het middaguur leggen we aan bij de steiger van Skorpios. Pontonbeheerder Conny staat al klaar met de lazy line, die hier gebruikt wordt in plaats van het anker en complimenteert ons met de feilloze aanlegmanoeuvre, die met een moeilijke S bocht moet verlopen om andere schepen te ontwijken. Dat hoor ik graag! Het grote stuurwiel begint al te wennen.
We worden hier al stamgasten. George heeft de onderdelen binnen, maar... die lijken totaal niet op de onderdelen die ze moeten vervangen.
George bezweert me dat het passende onderdelen zijn en ik neem ze maar mee om de kwestie aan Robin voor te leggen. Intussen biedt Yannis, een medewerker van Skorpios zijn hulp aan. “Die onderdelen zijn helemaal fout” maar hij denkt de slip er wel uit te krijgen. Na twee uur vrij worstelen en een afgeslagen vleugel van de vleugelmoer op de lier geeft hij het op en de vervangende vleugelmoer die hij me aanbiedt draait te zwaar op de schroefdraad van de as, dus die geef ik hem maar terug. Die moer hoeft van mij dit jaar niet meer los.

‘s Avonds meldt Robin zich. Hij ziet al snel wat er mis is: Alex in Fiskardo heeft me net een verkeerd type gipsy (pleonasme?) verkocht. Hierdoor liggen de conische pasvlakken van schijf en koppeling niet goed op elkaar, waardoor de zaak kan gaan slippen. Met de ijzerzaag zaagt hij 3 mm van de kraag van de binnenste koppeling af, vijlt de boel glad en de ankerlier is slipvrij met nul euro aan onderdelen. Die Robin is werkelijk een kei in zijn vak.
De volgende dag breng ik de foute onderdelen weer terug naar George, maar die is er nog steeds van overtuigd dat hij mij wel de goede onderdelen heeft geleverd en wil aanvankelijk geen geld teruggeven. Na lang aandringen mijnerzijds gaat hij uiteindelijk overstag, onder de verzuchting “het is dat je zo’n goede klant bent, maar anders”. Het afgelopen half jaar hebben we inderdaad een vracht aan onderdelen via hem betrokken en bijna in ons eentje zijn negotie tijdens de lockdown draaiende gehouden.Toch voortaan maar elders onze onderdelen kopen?

Varen maar weer, na eerst een ankermanoeuvre op proef te hebben gemaakt. Die verloopt goed en slipvrij. Hoera!
We varen naar Lefkasstad, waar we na weer een slipvrije ankermanoeuvre de nacht doorbrengen aan de kade.
Om zeven uur ‘s morgens zwaait de Santa Maurabrug voor ons als enige bootje open en kiezen we zee, noordwest naar Paxos, zo’n 35 mijl. We varen voor de verandering eens langs de westkust van Antipaxos, het zuidelijker gelegen kleine zusje van Paxos. De kust is grillig en rotsachtig met inhammen en grotten. Heel mooi.
Na tussen de twee eilanden te zijn doorgestoken ankeren we in Gaios, het hoofdstadje van Paxos, waar we wat rondwandelen en boodschappen doen. We ankeren voor een terras, waar we wat drinken en gelijk de WiFi code vragen, zodat we aan boord ook WiFi hebben. Dat scheelt weer in het dataverbruik.

We zeilen met een lekker windje door naar Lakka op de noordpunt van het eiland, dat aan een prachtige azuurblauwe baai ligt.
Zo’n heerlijk plekje! We maken wandelingen rond de baai en schieten foto’s uit alle hoeken. We komen een kattenflat tegen, met twee gaten boven elkaar. Er ligt inderdaad een kat op de bovenste etage, die zich er zichtbaar thuis voelt.
We liggen hier weer min of meer onder de plaatselijke webcam, dus kunnen we weer even zwaaien naar familie en vrienden. Alweer hilarisch!

Verder noordelijk naar Corfu. In de zeestraat tussen de eilanden staat een flinke deining, maar er is helaas te weinig wind om te zeilen. Met het grootzeil midscheeps tegen het rollen motoren met zo’n 4 knopen noordwaarts. In de luwte van Corfu wordt de zee wat rustiger. Ten zuiden van Corfu stad verkennen we de eilandjes Pondikonisi en Vlacherna, met op allebei een kapelletje. Vlacherna is door een dam verbonden met het vasteland. Het is een gewilde locatie voor trouwpartijen.
Pondikonisi is alleen per boot te bereiken, maar door de aantrekkende wind willen we niet ankeren in de ondiepe lagune.
Het eilandje is bekend uit de mythologie. Het zou het Phaecisch schip zijn geweest dat Odysseus wilde thuisbrengen, maar door Poseidon in een eilandje werd veranderd. Die goden van toen konden nog eens wat.
Nadeel van de plek is dat de aanvliegroute van Corfu Airport precies boven die eilandjes ligt en de landingsbaan een paar honderd meter verder begint. Je kunt dus zomaar een bui van overbodige kerosine op je kop krijgen, nog los van de herrie!

Bij Corfu stad willen we ankeren in de Garitsas Baai, net zuidelijk van het oude Venetiaanse bastion.
Het Nieuw-Zeelandse Mantusanker, dat ons nog nooit in de steek liet, wil echter totaal niet ingraven door een laag zeegras, waar het maar niet doorheen komt. Bij iedere ankerpoging oogsten we kilo’s “zeesla”, die we met de pikhaak weer terug in zee moeten duwen van het anker af.
Na de vijfde ankerpoging zijn we het zat en besluiten we om toch maar uit te wijken naar de NAOK Marina, waar we vorig jaar september voor die naderende medicane schuilden. Achteraf toch niet zo’n goede beslissing.
We liggen er heerlijk rustig en door de vermoeienissen van al die ankerpogingen besluiten we om maar lekker aan boord te blijven.

Rond half tien, het is al bijna donker, komt een Kroatisch motorjacht van wel 19 meter naast ons aanleggen, zoals hier gebruikelijk met het anker uit en achteruit naar de kade. Halverwege verliest de schipper op drie hoog, Popov genaamd, hij had maar beter clown kunnen blijven, het overzicht en vaart tegen onze boeg aan met zijn gigazwemplatform, waar de bijboot op ligt gestald. Hierop volgt een aantal paniekreacties met twee keer duizend PK, waardoor hij ons tot drie keer toe ramt en onze boot dwars tegen de kade drukt. Ons anker breekt uit en de ketting komt tussen hun zwemplatform en bijboot klem te zitten. De hele actie duurt maar een paar minuten, maar speelt zich af als een vertraagde film. Wij vrezen al dat dit het einde van onze reis zal zijn, maar na inspectie blijkt er verrassend weinig kapot:

Een flinke kras in de stuurboordboeg, een platgedrukte afwateringsschelp van de ankerkluis en wat schuurschade aan de beschermlijst op de spiegel, die tegen de kade heeft liggen schuren. Die RVS schelp lijkt wel de meeste krachten opgevangen te hebben en laten we er daarvan nog één in reserve hebben.Het blijkt aan boord een zeer internationaal gebeuren. De “Toscana” heeft een Russische eigenaar, de bemanning en de gasten zijn Oekraïens, de boot is geregistreerd in Split, Kroatië en is verzekerd in Riga, Letland. We voorzien derhalve problemen met het verhalen van de schade in een dergelijk internationaal moeras. Ik heb immers uit mijn verzekeringsverleden ruime ervaring met het verhalen van schades in “moeilijke landen”. Gelukkig spreken twee van de Oekraïense gasten redelijk Engels en stellen ze zich coöperatief op; ik mag verzekeringsgegevens en namen noteren. Dat is alvast geen “ njet”.

De volgende ochtend nemen we de schade op. Ik neem contact op Met John O’Byrne een polyestervirtuoos,
die ik afgelopen winter in Nidri leerde kennen en stuur hem wat foto’s van de schade, met het verzoek er een globaal prijskaartje aan te hangen. Verder bel ik Robert Behrend, onze verzekeringsagent voor overleg. We zijn het er al snel over eens dat we dit maar onderling moeten regelen, met de ongetwijfeld niet onbemiddelde Oekraïense chartergasten.
We maken het af op 500 Euro. Dit bedrag ontvangen we zonder blikken of blozen in biljetten van 100 en 200 Euro. Die zie je in Nederland nooit! Nu maar hopen dat ze echt zijn.

We gaan maar eens lekker de stad in. Zo weinig toeristen hebben we hier nog nooit gezien! Er liggen wel wat cruiseschepen, maar de meeste werkloos geparkeerd, zo wordt ons verteld door de man van het winkeltje waar we een Corfupet en een verse strohoed kopen. Door de aantrekkende wind willen we toch ook weer terug naar Keros.
Je weet maar nooit wat er nog kan gebeuren met zulke buren.
De boten liggen aardig te gieren tussen het anker en de meerlijnen. En de buren, ja die hebben de zaak alweer niet onder controle en moeten door de zijwind in een soort panieksituatie vertrekken, met achterlating van hun meerlijnen, die aan de kade waren vastgeknoopt; ook weer zo’n beginnersfout. Ik knoop ze los en werp ze later over de boeg van hun boot terug, waarbij ze nog bijna de kade raken. “We should pay you money”, roepen ze nog, maar dat hadden ze al gedaan. We beginnen steeds beter te begrijpen waarom ze er liever geen politie bij wilden hebben, zoals ik eerder voorstelde.

We varen verder naar het noorden, naar Ayos Stefanos, gelegen in een prachtige beschutte baai.
We eten aan de kade bij To Fagopotion, dat zich afficheert als de beste Taverna van Corfu. Hun wifisignaal meldt zich al halverwege de baai, dus hier aten we vorig jaar ook al. Door een miscommunicatie serveert men ook een school sardientjes. Wij zijn niet zo van het vis eten en -vangen, maar deze school laat zich heerlijk ontleden en degusteren.
Tja, ontleden leer je op school...

De volgende bestemming is het noordelijkste eilandje van Griekenland Erikousa. Een mooie tocht met helaas maar weinig wind, dus veel dieseluren. Er zouden hier maar beperkte havenfaciliteiten zijn, dus wij ankeren maar lekker in de baai voor het strand. Wat blijkt: Er is hier in een paar jaar tijd met EU subsidies een keurige Marina gebouwde met stroom, water, douches en noem maar op. Op een eilandje van 200 zielen.Onze vaarwijzers zijn al een aantal jaren oud, dus dan mis je gewoon de nieuwste ontwikkelingen, die zelfs hier dus wel plaatsvinden. De vele Italiaanse jachten met startnummers en sponsorstickers die ons de afgelopen uren voorbijvoeren weten de haven wel te vinden. Ze zijn op de terugweg van een regatta of zeilwedstrijd ergens in Griekenland. De eilandjes Othonoi en Erikousa, samen met Mathraki de Diapontische eilanden genaamd, liggen op zo’n 55 mijl van de Italiaanse zuidoostkust. Vroeger een ideale sigarettensmokkelroute met supersnelle speedboten. In de zomermaanden zijn deze eilanden een ideale springplank voor Italiaanse jachten voor hun zomervakantie in Griekenland. Dus enige politieke, dan wel mafiose druk is niet uitgesloten voor deze wel heel snelle ontwikkelingen. De haven werd gebouwd in eenderde van de tijd die er normaal voor zou staan en dát in Griekenland?
Met een Italiaanse aannemer uiteraard.

We maken een wandeling over de westkant van het eiland en verwonderen ons over de prachtige rotsformaties en over de vele keurige en nieuwe huizen hier. Niet zozeer voor toeristen, maar meer voor de eigen ( part time) bevolking, hoorden we.
Meer dan 70% van de oorspronkelijke bewoners is geëmigreerd en doet het tegenwoordig vooral goed in de Verenigde Staten en komt eens per jaar terug. Nergens zoveel nieuwe woningen als op deze eilanden. De dame in de supermarkt met een Amerikaanse tongval van Boston vertelt ons dat er erg veel geld vanuit de VS wordt overgeheveld naar de oorspronkelijke biotoop van deze Grieks- Amerikanen.

De volgende dag varen we door naar Othonoi, iets zuidwestelijker. De aanloop van de haven wordt met vele rotsen en riffen omschreven als moeilijk, maar wij zijn toch niet zo van de havens, dus wijken wij uit naar de iets westelijker gelegen baai, waar minder riffen en maar drie zeiljachten liggen. Allemaal heel verstild. Het economische verhaal is vergelijkbaar met het vorige eiland. Ook hier veel nette nieuwe huizen. Bijna Ongrieks, maar wel heel mooi.

Dan voert de etappe ons naar Palaiokastritsa, een bekend toeristenoord op noordwest Corfu. We varen langs wat verlaten rotseilandjes onderweg. De noordwestkust is mooi en ruig en het duurt lang voordat we de ingang van de haven, om een oud klooster heen in zicht krijgen. Zonder de moderne navigatiemiddelen zou dit een spannende aanloop zijn, want op zicht weet je niet goed waar je moet zijn. Uiteindelijk opent de baai zich voor ons, maar de haven mogen we niet in. Deze is alleen maar bestemd voor de tientallen irritante huursloepjes, die hier de hele dag vol gas rondvaren. Dat vermeldt de vaarwijzer dan weer niet.
We zoeken daarom maar een ankerplekje in een baaitje naast de haven. Gelukkig zijn we het enige bezoekende jacht. Het baaitje is piepklein en om ons heen liggen vervaarlijk grijnzende rotsen op vervelende ondieptes.
We besluiten om naast het boeganker ook een hekanker uit te varen (uitroeien klinkt zo onsympathiek, maar zo doe ik het wél met de rubberboot) zodat we niet te veel richting rotsen kunnen drijven. We liggen geramd, totdat het ‘s nachts hard uit het noorden gaat waaien en beide ankers het dus voor hun kiezen krijgen. Een vrijwel slapeloze nacht is het gevolg, nog los van het gekraak en gekreun, dat een boot onder stress kan ontwikkelen.

‘s Morgens staat de wind op de kont. Tja hoe krijg je nu allebei de ankers binnen zonder alsnog kennis te maken met die rotsen. We besluiten om het boeganker tegen de wind in zover te vieren totdat we boven het hekanker liggen en dit snel aan boord te halen en daarna razendsnel het boeganker in te halen, voordat we kunnen afdrijven. Mede dank zij de afnemende wind werkt deze tactiek en om zeven uur rollen we de genua alweer uit richting het zuiden. De westkust van Corfu heeft geen baaien of havens waar je kunt overnachten, dus varen we in één keer door om de zuidkaap naar Mourtos/Sivota op het vasteland van Epirus, een tocht van zo’n 36 mijl, grotendeels voor de wind met de genua uitgeboomd zo kan ik het slaapgebrek van de afgelopen nacht wat inhalen op een kuipbank. Onderweg drijft nog een onbewoond kiteboard langs, dat we vanwege de uitgeboomde fok niet zomaar kunnen oppikken. We kijken uit naar een eventuele kiteboarder of diens kite, waar we niet in verstrikt willen raken.
Er meldt zich niemand. Ook op het noodkanaal 16 van de marifoon komen geen berichten over een vermiste kiteboarder.

Op zoek naar een ankerplekje bij Sivota eiland vergissen we ons in de afslag naar een kanaaltje tussen twee eilandjes en vaar ik de boot in het verkeerde kanaaltje muurvast op een ondiep rif. Zó stom, maar ja daar liggen we met een schurende kiel en een vervaarlijk krakend roer. Wat nu?
Een passerende schipper belt de Port Police, die ons er misschien af kan slepen. In een dergelijk geval is “krengen” meestal de beste methode. Trek de boot met een krachtige andere boot aan een val in de top van de mast zodanig scheef dat de diepgang afneemt. We hebben alle lijnen er al voor klaarliggen als de op de wind draaiende boot zich onverwachts zelf bevrijdt uit de omarming van het rif. Het lijkt hier wel de Odyssee, met Odysseus, die steeds weer nieuwe beproevingen moet doorstaan. We proberen nog de Port police af te bellen op het noodkanaal van de VHF, maar geen antwoord.
Uiteindelijk vinden we een prima ankerplek in het kanaaltje, waar we naar toe wilden. We gaan het maar eens een paar dagen rustig aan doen.
Een duik onder de boot leert ons dat het roer nog recht staat en dat er geen happen uitgenomen zijn. De gietijzeren kiel zal wat krasjes hebben opgelopen aan de onderkant. Pfoehh, hier komen we goed mee weg.

We komen in Mourtos aan op zaterdag en er is best wel wat toeristisch vertier op gang, maar het zijn voornamelijk Griekse dagjesmensen of weekendvierders. Met de bijboot maken we een rondje om het eiland Sivota, niet te verwarren met Sivota op Lefkas. Door de eeuwig beukende zee zijn aan de kust indrukwekkende watergrotten uitgesleten, waar we met de bijboot volledig in verdwijnen. Zo indrukwekkend en eenmaal binnen ook zo’n verstilling.

De volgende stop is Ormos Valtou bij het toeristische stadje Parga, dat als een arena om de zuidelijke baai ligt.
Er zijn hier nu minder toeristen dan souvenirwinkeltjes; dat was in andere jaren duidelijk andersom.
We eten er bij taverna The Three Plane Trees, waar we twee jaar geleden met Peter en Ellen ook aten! We zitten nog niet of de glaasjes welkomstouzo staat al op tafel. We hebben een prachtig uitzicht over de baai, waar ook Keros geduldig ligt te knipogen met haar ankerlicht. Er liggen maar15 jachten. In normale jaren wel 40 of 50.
Met de bijboot varen we naar een eilandje voor de stad met een klein kerkje en op de rots een Venetiaanse versterking met op de top een heel aandoenlijk wachthuisje met zitbankje voor de uitkijk. “Waar blijven de piraten?” Wat een uitzicht!

Onze volgende etappe voert ons naar mythologische streken: Ormos Fanari, waarin de rivier de Acheron, de rivier van het leed uitmondt. Deze was met de rivier de Styx en nog drie andere rivieren van Hades de toegang tot de Onderwereld, waar veerman Charon de zielen van de overledenen tegen betaling overbracht. Volgens de overlevering zou Odysseus hier zijn afgedaald om het orakel Tereisias te raadplegen over zijn terugkeer naar Ithaka.
Wij trotseren de dodelijke rivier met de bijboot en varen langs het slaperige dorpje Ammoudia door een Biesbosachtig landschap tot we een bord op de oever tegenkomen dat aangeeft dat de Onderwereld uitsluitend toegankelijk is voor vergunninghouders. (lees toeristenbootjes) Hebben wij weer...
In de Fanaribaai liggen we met Keros ongelooflijk te rollen in de zuidwestelijke deining; geen rustige ankerplek en we slapen hierdoor deels slecht.

De laatste etappe van dit ruime rondje Corfu voert ons weer naar Préveza. Aeolus is ons deze keer eens gunstig gezind en met een vaartje van tussen de 5 en 6 knopen zeilen we heerlijk terug naar Préveza.

Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Bedankt maar weer voor het verhalen van al deze avonturen. Succes verder, geniet!

Cor Verheul 2021-06-25 19:53:05

Oeps dat waren weer veel avonturen! Maar … jullie hebben altijd weer een oplossing , gelukkig maar! Dikke kusssss

Lia 2021-06-25 20:16:27

Leuk weer om met jullie mee te reizen. Genoeg avontuur! Groetjes

Jettie 2021-06-25 20:33:24

Tjonge, wat een spanning en sensatie. Knuf uit leiden.

Eva 2021-06-27 11:11:11

Leuk al die bekende plekken!!!!!! Chairetísmata!

Ellen 2021-06-28 16:12:46
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.