46 fietsdagen, 3 rustdagen.
Van Auberge Rothenbrunnen (Petit Ballon) naar Saint Marie-aux-Mines
Afst: 62 km. 1190 hm.
Netto fietstijd: 3 uur en 5 min.
Aantal Cols: 5 => 106 / 111
Totaal gefietst: 3966 / 4092 km
Wat een stilte vannacht. Toen ik in het donker nog even buiten op het terras stond, zag ik in de verte maar 3 lichtjes van boerderijen. Verder zo donker als een nacht maar kan zijn.
Na een doodstille nacht werd ik gewekt door het vrolijke gebel van de koeien. Iedere koe heeft een eigen bel en geen enkele bel klinkt hetzelfde. Door elkaar klinkt het echter niet vals. Ik lag er naar te luisteren en bedacht dat je er zo een stuk "minimal music" van kunnen componeren, buitengewoon rustgevend.
Het was een aangename manier van ontwaken. Plotseling kwam daar ook het gekwetter van zwaluwen bij. Toen ik uit het kleine raampje keek zag ik er tientallen. Ze vlogen boven het raampje onder de nok leek het wel.
Met de telefoon een paar foto's gemaakt en je kunt mooi zien hoe jonge zwaluwen aan de muur hangen en dat hun ouders voedsel komen brengen. Later aan het ontbijt zaten er een hele groep jongen op een richel boven een deur.
Om 8 uur konden Hervé en ik aan tafel. Bij het buffet stonden, bij grote uitzondering, een 6-tal soorten kaas en daarnaast ook vleeswaren. Hij beklaagde zich dat hij niet zoveel kaas en vlees zou moeten eten…..(en ook niet zoveel alkohol zou moeten drinken)!
Hij blijft zich - 2 jaar ouder dan ik - maar verbazen over mijn tocht.
Bij vertrek maken we een paar foto's van elkaar als herinnering aan onze leuke ontmoeting. Hij deed heel veel moeite om Engels te praten en dat ging hem goed af. Een heerlijke plek om te verblijven. Een aanrader als je ooit naar de Vogezen gaat.
Ik fiets het erf af, sla linksaf en nog geen 200 meter verder sta ik op de Col de Petit Ballon.
Er staan meerdere campers die er hebben overnacht en ook al verschillende auto's van vroege wandelaars.
Het uitzicht is adembenemend mooi en weids.
Die weidegebieden heten geen "Fangs", zoals ik gister schreef, maar "Chaumes" en hebben een heel eigen sfeer. De Ferme Auberge, als plek om te kunnen eten en overnachten, is ook typerend voor dit deel van de Vogezen, ik zie er op bordjes langs de weg heel wat staan.
Het eerste stukje van de afdaling gaat nog wel, maar dan wordt de smalle weg enorm hobbelig en moet ik helaas vol in de remmen naar beneden. Afdalen is dus lang niet altijd leuk of snel. Omdat de afdaling, net zoals de klim gister, grotendeels door het bos gaat, is er onderweg niet veel te zien. Ik kom al vroege fietsers tegen de me tegemoet klimmen.
Beneden in het dal kom ik in het stadje Munster. De route gaat niet door het centrum, maar uit een ooghoek zie ik een Boulanger, waar ik een klein broodje haal. Ik heb niets teveel aan eten bij me.
Het stadje is maar klein en een fietsroute brengt me weer naar zo'n maf steil stukje fietspad: de Còte du Rot. Ik moet het schatten, maar een stukje richting 20% zou me niet verbazen.
Het is in dit geval maar enkele tientallen meters, maar ik ben er wel achter dat mijn benen er niet van houden!
Die steile Côte gaat naadloos over in de lange klim naar de Collet du Linge over een hoogteverschil van zo'n 500 meter. Geregeld heb ik geweldige uitzichten in het dal, waar dorpjes als kleine donkerrode vlekken in het groen liggen. Ook Munster is van boven mooi te zien.
Eenmaal bovenop de Col herken ik die van de Vogezen Trektocht, die hier ook langs komt. Hier liggen vlakbij elkaar 2 begraafplaatsen van soldaten uit de eerste wereldoorlog.
Het zijn eenvoudige begraafplaatsen, maar ze maken een diepe indruk op me: stille getuigenissen van de WAANZIN van oorlogen, waar en wanneer dan ook.
Als ik uitkom bij het Lac Blanc, verbaas ik me over de enorme rij auto's die hier langs de weg staan. Even verder wordt het zelfs een dubbele rij. Dat kunnen toch niet allemaal wandelaars zijn?
Dat blijkt ook wel, wat nog een stukje verder hangen overal grote spandoeken en is het een drukte van belang: er is vandaag een grote duurloop hierboven. Er hangt een gemoedelijke sfeer.
Even verder fiets ik onder een kabelbaan door waar bijna in ieder stoeltje mtb'ers zitten die naar boven komen terwijl hun fietsen achterop het stoeltje hangen.
Mijn verhaal is natuurlijk redelijk repetitief: voordat je kunt afdalen moet je eerst omhoog (en vise versa). Dat is het thema van deze lange tocht 😀.
Ik fiets hier op de Route des Crètes en ik passeer verschillende Colborden die niet meetellen voor mijn tocht.
De klim naar de Col du Calvaire is geniepig, met in de laatste 2 kilometer 10 en 11%.
Uiteindelijk volgt er een mooie en lange afdaling naar het dorp Sainte Marie-aux-Mines.
Ik heb nog geen acco voor vannacht, dat speelt toch wel steeds door m'n hoofd onderweg. Na dit dorp volgt een stuk route met weinig en kleine plaatsen en het is maar de vraag of ik daar wat kan vinden. Zo niet, dan wat?
Ik wist dat hier vandaag het VVV open zou zijn van 10 - 13 uur. Toen ik nog op de Crète fietste had ik al wel in de gaten dat ik 13 uur niet zou gaan halen.
Maarrrr, om 12.57 uur ben ik bij het VVV, 3 minuten voor sluiting! De jongedame achter de balie geeft me een boekje met daarin o.a. hotels en Chambre d'Hotes in en rond het dorp. In tegenstelling tot andere VVV's wil/mag zij niet voor me bellen.
Ik ga buiten op het pleintje in de schaduw op een bankje zitten om te bellen. De 2e acco die ik bel heeft nog een kamer beschikbaar: joepie!
André woont aan de rand van het dorp en ik heb een prachtige kamer. Hij praat gelukkig heel goed Duits.
Zonder zo'n folder zijn dit soort kamers gewoon niet te vinden. Soms is er een klein bordje aan de weg, maar meestal niet.
Als ik bij zijn huis aankom, komt hij met bezweet bovenlijf naar beneden van het erf van z'n buurman. Ze hebben vannacht bezoek gehad van zwijnen in hun tuinen en ze zijn druk bezig de schade te herstellen.
Mocht je ooit overwegen om de 100Colstocht te gaan fietsen, dan is het iets om heel goed rekening mee te houden: het zoeken van accommodatie.
Het heeft me eindeloos veel uren energie en zoekwerk gekost. Al die tijd had ik liever besteed om ontspannen op de plek van aankomst rond te kijken of misschien af en toe een dutje te doen.
Alle winkels zijn dicht vandaag en de opties om uit eten te gaan zijn erg beperkt. Er zijn een paar terrasjes in de smalle hoofdstraat, waarbij de tafels en stoelen dan op straat in de parkeervakken staan. Het drukke verkeer rijd dus vlak langs je heen.
Zoals de naam al zegt is het een oud mijnstadje, dat een rijk verleden heeft gehad. In het dorp staan veel grote en prachtige gebouwen die naar die tijd verwijzen. Daarnaast ook hier weer die sfeer van vergane glorie met huizen die leeg staan. Best boeiend.
Omdat ik eerder ben gestopt als ik graag zou willen, i.v.m. de lengte en verdeling van de hoogtemeters blijft er morgen nog een lange etappe met veel hoogtemeters over om Saverne te bereiken.
Als het teveel is, heb ik alternatieven in gedachten, dan worden het gewoon 2 kortere etappes. Niets moet nietwaar? Het is vakantie.
Zoals vaker: ik ga het zien.
A demain
Geschreven door Volg.Eduard.Onderweg