36 fietsdagen, 2 rustdagen
Van Le Monétier-les-Bains naar Aussois, Fort Marie-Christine
Afst: 85 km. 2105 hm.
Netto fietstijd: 4 uur en 50 min.
Aantal Cols: 3 => 85 /111.
Totaal gefietst: 3173 / 4092 km
Vanaf de Gîte links naar beneden, rivier over en binnen 200 meter had ik m'n route alweer te pakken.
Even verder moest ik diezelfde meters natuurlijk weer omhoog op de 34, pffff.
De grote weg door het dal, de D1091, die naar de Lautaret gaat is erg druk. Gister heb ik er ook al een heel stuk over gereden.
De 100Cols Tocht probeert waar het kan de fietsers van dit soort drukke wegen af te leiden.
Zo ook vanmorgen. Na een klein stukje over de grote weg sloeg ik linksaf naar weer zo'n weergaloos mooi klein dorpje: Casset.
Nadeel: veel, heel slechte, hobbelige weggetjes met veel korte en erg steile hoogteverschillen.
Voordeel: stil en heel erg mooi. Soms zijn de straatjes zo smal dat ik er maar net doorheen kan π.
Op een ochtend zoals vanmorgen vind ik al die steile hoogtemeters wat minder, omdat er nog heel veel aankomen de rest van de dag.
Uiteindelijk kom ik toch weer op de grote weg uit, die vrij geleidelijk stijgt in de richting van de Col de Lautaret.
Het uitzicht voor me is weer imposant, de horizon wordt gevormd door grillige bergtoppen.
Heel in de verte zie ik duidelijk een betonconstructie die over de weg is gebouwd ter bescherming van lawines.
Ik wordt ingehaald door een slanke jongedame op een racefiets, maar verder zijn er nog geen fietsers te zien.
Als ik de bergketen links van me langzaam voorbij fiets, heb ik plotseling zicht op een groep hoge en ruige bergen die daar achter verscholen lagen en waarop gletsjers liggen en sneeuw. Tussen de toppen zweven flarden van wolken terwijl de zon er af en toe ook op schijnt. Amai, wat indrukwekkend mooi.
Inmiddels zie ik links boven me de top van Lautaret, met, zo te zien vanuit de verte, een restaurant.
Als ik de Col nader zie ik dat de weg naar de Galibier nét voor de Col naar rechts gaat.
Om 8.49 uur sta ik al op de Col.
Hier stop ik om van het imposante uitzicht te genieten en een stuk banaan te eten. De Galibier is een tandje zwaarder als de Lautaret… Het is stralend mooi weer.
Ik zie ver boven me af en toe een auto rijden, zo zie ik waar ik straks langs rijd. In totaal moet ik nog 600 meter omhoog.
De fietser met het oranje shirt, die ik voor de Col inhaalde, fietst mij nu weer voorbij.
De Galibier is steil, maar mooi regelmatig, ik vind dat prima fietsen. Ik stop geregeld om foto's te maken: manmanman wat een prachtige bergwereld. 2 Keer fiets ik een groep koeien voorbij met hun vrolijk klinkende bellen.
De hele klim loopt de weg langs de berg. Al voor de Lautaret zat ik boven de boomgrens: ik heb dus onder het fietsen constant vrij uitzicht, de ene keer naar links en na een haarspeld naar rechts.
Een 150 meter onder de top staat een grote dikke pilaar. Als ik dichterbij kom zie ik dat die ter nagedachtenis is aan Henrie des Granges, de "uitvinder" van de Tour de France.
Vlak onder de top staat een stoplicht voor een tunnel, waar wandelaars en fietsers niet doorheen mogen. Zo hoeft transitverkeer niet óver de Col, maar rijdt het er onder door.
De weg die fietsers moeten nemen heeft een vrij nieuwe asfaltlaag en is best steil. Het percentage gaat een paar keer ruim de 10 voorbij.
Om 9.40 uur ben ik boven.
Ook hier weer een heel smalle Col, een kleine parkeerplaats: je bent boven en gelijk ga je weer naar beneden. Het uitzicht aan de andere kant is toch ook weer bizar mooi - volgens mij verval ik inmiddels geregeld in herhaling π -.
Ook hier is het al weer een drukte van belang met motorrijders.
Op het hele kleine parkeerplaatsje geeft een jongeman instructie aan een gezin met 2 jonge kinderen hoe ze op een E-MTB moeten fietsen: hoe ze moeten remmen etc. Na een korte instructie fietsen die straks van de Col naar beneden. Ik vind het maar een bizar idee, dat zo'n gezin misschien wel voor het eerst op zo'n fiets zit en dan gelijk van zo'n hoge Col af moeten fietsen. Is dus een verdienmodel geworden voor fietsverhuurders.
Ik maak uiteraard een aantal foto's en dan begin ik aan weer een prachtige en lange afdaling.
De weg is niet zo best dus is het goed opletten geblazen op scheuren en gaten. Jammer is dat, want dan kan ik minder om me heen kijken en moet ik veel meer remmen.
Vlak voor Valloire maak ik op een paar rotsen aan de rand van de rivier een eetpauze.
Dat Valloire is best een grote en drukke plaats. Ook hier zijn weer stapels sportzaken.
Zodra ik Valloire uit fiets begint de klim naar de Col du Telegraphe.
Ik was in de veronderstelling dat dat ook een van de grote Alpencols was, maar na 170 meter klimmen sta ik al boven…., mag de naam Col eigenlijk niet hebben.
Bij het Colbord maak ik op verzoek wat foto's en videobeelden van 2 Australiërs, die morgen weer naar huis zullen reizen.
Als ik aan de afdaling begin zie ik dat het toch echt wel een stevige Col is, wát een lange afdaling, en wat komen er veel fietsers naar boven! Dat is echter de andere kant van de Col als waarlangs ik naar boven ben gekomen :-).
Beneden in St.Michel-de-Maurienne sla ik bij de stoplichten rechtsaf en kom dan op een grote weg, die kilometers lang onderlangs de snelweg loopt en evenwijdig aan spoor en rivier. Een keer een stuk, ruim 15 km, dat best saai is om te fietsen.
Na Modane sla ik linksaf, ga de rivier over en maak daar aan het water nog een eetpauze.
Ik wil proberen in Aussois een acco te vinden en Aussois ligt bijna boven op de Còte de Rossanges. Dat betekent nog weer een keer bijna 400 meter omhoog. De benen kunnen de hoogtemeters inmiddels wel voelen.
Het is een brede en rustige klim in een breed dal. Mooi, maar in geen verhouding tot de spectaculaire berglandschappen eerder vandaag.
In Aussois ligt het VVV ook nog eens helemaal boven in het dorp, pffff. In de winter is dit een skidorp.
De dame van het VVV geeft me 2 adressen van een Gîte. Eentje hier vlakbij het dorp, in een oud Fort en eentje in het volgende dorp.
Ik mail ook nog met een jeugdherberg, maar na de bevestiging van ontvangst van mijn mail hoor ik daar niets meer van.
Ondertussen eet ik een heerlijke tomatensalade en een kom knapperige frietjes op een terras.
Uiteindelijk blijf ik hier in Aussois in de Gîte in het Fort Marie-Christine, omdat daar nog een plek vrij is. Ik krijg zowaar een 2-pk voor me alleen!
Dit is toch wel een heel bijzondere plek om te overnachten, met muren van meer dan een meter dik.
Het is een klein Fort met een dubbele ommuring en dateert ergens uit 18-zoveel.
Het is dus een Gîte maar ook restaurant.
Ik heb net het avondeten op. Dat is toch in een Gîte vaak erg goed. Ik kreeg vanavond weer 4 gangen (!), erg lekker en smakelijk en ruim voldoende.
Er was één oudere dame die ons bediende, een echte vakvrouw, soms zelfs op een drafje!
Ze draagt een mondmasker en ik kan je verzekeren dat dat het verstaan van de Franse taal er niet makkelijker op maakt. . . .
Ik heb voor morgen een jeugdherberg gereserveerd, dus daar hoef ik me niet meer mee bezig te houden, alleen ligt nu de afstand al vast.
Morgen liggen de Madeleine en de L'Iseran op mijn route. Hopelijk werken de benen mee, zoals eerder gezegd is daar op voorhand niet veel over te zeggen. De Iseran is een klim die tot bijna 2800 meter hoogte gaat!
We zullen het zien. Fijne avond allemaal en..
Een nadeel van een Fort heb ik inmiddels ook ontdekt. Op alle deuren zitten drangers en al die deuren klappen dicht en dat galmt enorm door het gebouw!
A demain
Geschreven door Volg.Eduard.Onderweg