Dag 10 en 11
Vanochtend hadden we geen brood. De vrouw van het kleine supermarktje op de camping in Avignon heeft wellicht andere kwaliteiten dan het aannemen en uitgeven van broodbestellingen. Iemand anders is nu aan het smikkelen van onze verse stokbroden en pain de chocolat. Maar we laten er onze dag zeker niet door bederven. Er was nog pizza over van de pizzeria waar we gisteravond hebben gegeten en Abel wilde havermoutpap. Straks komen we nog wel langs een Boulangerie en slaan we onze slag.
We sliepen vannacht aan wat ooit de andere zijde van de Pont d’Avignon was. Was de brug nog intact geweest, hadden er hier vermoedelijk ook grote imposante paleizen of kerken gestaan. Want het Palais du Pape is echt indrukwekkend. Net als de rest van Avignon trouwens.
Gisterochtend hebben we ons op het gemak klaargemaakt voor vertrek. Omdat we eergisteravond een sublieme fles rosé van Domain Montcalm hadden geopend (en gedronken), ontdekten we (op het etiket) dat het wijnhuis ongeveer op de route richting Avignon lag. Meer van het culturele genre ligt Aigues Mortes op ongeveer ook diezelfde route, hoewel de TomTom-dame redelijk nerveus werd toen ik haar route-advies meermalen negeerde. Aigues Mortes (‘Stad van de dode wateren’) is een voormalige havenstad met indrukwekkende en intacte verdedigsmuren. De stad is in de 13e eeuw gebouwd door Lodewijk XI, teneinde zijn macht over de Middellandse Zee te verstevigen. Afgelopen weekend is hier een groot stieren-festival geweest. Anders dan in Spanje worden tijdens zo’n stierengevecht de stieren niet gedood. Dat vonden ook de jongens wel een hele geruststelling.
Daarna was het tijd om naar het wijnhuis van Jean-Jacques (Domain Montcalm) te rijden. Na een en ander geproefd te hebben, hebben we wat lekkere flesjes ingeladen om thuis van te genieten.
De koers werd daarna op het noorden gericht. Langzaamaan wordt het helaas tijd om onszelf naar huis te verplaatsen. Maar nomaden dat we zijn, we doen het op ons gemak. We rijden door talloze wijngaarden, de druiven zijn al lang geplukt, de verse wijnen liggen te vergisten of te lageren in de diverse wijnhuizen. Ook olijfbomen doen het hier heel goed, wat een immens mooi landschap.
Eenmaal in Avignon kozen we dus voor een plek aan de oevers van de Gard, het was klammig warm. Voor vannacht is onweer voorspeld. Maar zover is het nog niet. We lopen in een kwartiertje naar het centrum en genieten van de eeuwenoude gebouwen en van jongeren die er met hun diabolo’s ware kunsten vertonen. De jongens zijn er echt van onder de indruk en we zitten er wel een uur. Maar we willen ook nog de brug op en bekijken. Net na sluitingstijd komen we bij de poort, we mogen er niet meer op...jammer. Dan gaan we maar op zoek naar een restaurantje met in ieder geval een kindermenu. Een mooi restaurantje heeft voor ieder van ons heel wat lekkers op de kaart staan. We raken in gesprek met mensen die achter ons aan een tafeltje van hun diner genieten. Het zijn heel aardige Belgen die hier in de buurt een tweede huis hebben gekocht en hier van april tot en met oktober wonen. Hun enthousiaste verhalen over het leven hier, met soms nog de nodige taalproblemen als het om administratieve of fiscale zaken gaat, inspireren ons. En eigenlijk vormde de Toscaanse jasmijn aanleiding voor een gesprek. Hier in dit klimaat vormt de jasmijn ook de peulen waar de zaadjes in gevormd worden. We mogen van de restauranthoudster een paar peulen afplukken. Als we thuis zijn gaan we proberen deze stek te laten schieten. Bert, ook voor jou!
Zo dadelijk gaan we weer op weg. Eerst naar een supermarkt, voor wat boodschappen en daarna rijden we door naar Bedoin. Inderdaad, aan de voet van de Mont Ventoux.
We willen nog niet naar huis, in ieder geval nog niet naar het Noorden toe, maar zo lang mogelijk genieten van het heerlijke milde klimaat.
En daar zitten we nu, in Bedoin, op camping Le Pastory. In de zomer zal het hier een drukte van jewelste zijn met wielrenners die hun krachten willen meten op de flanken van de reus van de Provence, de kale berg, de Mont Ventoux. Daar waar helden zijn gestorven, strijd is gestreden en overwinningen zijn behaald. Hij staat nog op m’n wensenlijst, voor m’n 50e wil ik ‘m gefietst hebben. Of te voet, dat is volgens de campinghoudster een tocht van 10 uur (heen en terug).
Morgen sluit de camping en zit het seizoen er op. Waar we dan heen gaan, we hebben nog geen idee, maar volgens het weerbericht wordt het morgen een hele mooie dag, die pikken we dan nog mooi mee.
Afgelopen nacht bleef het voorspelde noodweer uit, tenminste voor de streek rond Avignon. Wel kwam de regen met bakken uit de lucht en het grootste deel van de nacht flink onweer en veel wind. Verderop, rond Arlès en in de Auvergne, is het wel hevig noodweer geweest met tornado’s en overstromingen.
Het zicht op de top wordt belemmerd door mist. De berg doet z’n mystieke karakter eer aan. Hopelijk trekken later de wolken op en kunnen we genieten van het zicht op de top.
Nu het avond is en de rust neergedaald in ons little green busje maken we plannen voor de reis naar huis. Morgen nog een dagje najaarszon in de Provence, en een camping hier in de buurt. Donderdag zetten we koers richting Lyon. Vrijdag hebben we een camping gevonden in de buurt van Vittel en dan is het nog een dikke 400 km naar huis. Dit alles over D en N-wegen, geheel in het ritme van onthaasten. Het is lastig om campings te vinden die nog geopend zijn, maar waar zouden we zijn zonder Internet!
Nog een drupje rosé en slapen in de stilte...
A demain!
Geschreven door Maarten.op.weg