Dag 9
Zech am Bodensee - Triesen
80 km (830-910)
Zonnig en zeer warm
Met een niet alledaags uitzicht, op de bergen aan de andere kant van het dal, beschrijf ik deze ongeveer 80 km lange etappe. Ik zit in Triesen op een camping bijna in het land van Heidi. Geen lieflijke heuvels meer, geen glooiend landschap, maar De Alpen! Waar ik nu zit is geen Zwitserland, maar Vorstendom Liechtenstein. Gelukkig kom ik uit het Koninkrijk der Nederlanden, alleen hebben ze hier alleen maar bergen en rijdt iedereen in een Ferrari. En dat is een grapje, want heb je wel eens een Ferrari een weiland zien maaien? Dat werd namelijk volop gedaan vandaag, de boeren hadden het razend druk. Ik moest dan ook meermalen aan de kant voor langsrazende tractoren. Zelfs net nog, ik zat m’n risotto met courgette en kaas te eten, toen de campingbeheerder met z’n zitmaaier keurig om mij en m’n tentje heen maaide...ik keek ‘m maar eens bedenkelijk aan en bedekte m’n bord eten...
Het was heet vandaag, dat hoef ik niemand te vertellen, want overal in Europa stijgt het kwik tot boven de 30 graden. Ik had er zelfs last van, waardoor ik dat signaal omzette in een actie: een camping opzoeken, genoeg gefietst vandaag.
M’n lunch had ik in Feldkirch te pakken, ver van de officiële route, maar ik wilde m’n geld nog niet aan dure Zwitserse franken uitgeven. Dus een bankje in de schaduw op het pittoreske en levendige busstation van deze Oostenrijkse grensplaats werd m'n ravitailleringslocatie.
Daarna door, verder langs de Rijn, die hier volledig gekanaliseerd door het landschap stroomt, en door metershoge dijken wordt beschermd. Het leek wel een Nederlands kanalenlandschap. Naderhand, toen ik langs de Rijn over een verhard pad fietste, waande ik me een beetje in Alaska, of een ander woest oord. De snelstromende Rijn, woeste bossen rondom, en in de verte zicht op hoog gespitste met sneeuw bedekte bergen. Het zag er écht echt uit en ik voelde het avonturiersbloed in mij stromen.
Vanmorgen vanaf de camping weer vroeg vertrokken, langs de Bodensee, door Bregenz, langs het theater van de Bregenzer Festspiele. Daarna door de delta van de Bregenzer Ache en de Rijn. Een mooi moeras-achtig landschap vol kwetterende vogels, rietkragen en stilte.
Ik begin de jongens en Petra te missen, ik zou ze wel weer eens lekker willen knuffelen, gelukkig kunnen we iedere dag even Face-Time-knuffelen. Overal laat ik de foto van de jongens zien en vertel ik dat ik onderweg ben naar Rome, alleen, op de fiets, en dan krijg ik de koffie gratis of sta ik nog een kwartier te kletsen. Tot nu toe ben ik alleen nog maar hartelijkheid tegengekomen en vriendelijke mensen, maar zo sta ik er ook in: ik zit de hele dag te zwaaien, ik knik met m’n hoofd naar voorbij zoevende wielrenners, het 'Gutentag-t' er de hele dag op los.
Over het alleen zijn gesproken, m’n fiets en ik doen het goed, we zijn een perfect team, zij, m’n Bianchi en ik. Ik noem haar Bibi (BiciclettaBianchi), en ik zorg goed voor haar. Iedere dag doe ik wax op haar ketting, kijk of de banden lucht nodig hebben en zij? Zij brengt mij over de wegen naar Rome, zonder moeite, af en toe klinkt er een tikje, een knarsje, maar nee, ze doet het goed. We zijn een trots en sterk team!
Ik merk dat het schrijven mij goed doet en het zorgt ervoor dat ik de ervaringen, en de mooie dingen die ik tegenkom kan delen.
Morgen is op school van de jongens tropenrooster, ik ga dat ook maar eens invoeren, vanaf morgen wordt het ook hier +35 graden. Vroeg op de fiets en tot maximaal 12 uur op de pedalen, daarna eten, tentje opzetten en slapen. Ik zal mijn dagindeling toch al wat moeten aanpassen aan dat van de Italianen, met een beetje Ausdauer ben ik over 2 dagen in Italië. Oh ja, geen planning...
A demain!
Geschreven door Maarten.op.weg