18 november
Weer een prachtige dag om te gaan wandelen langs de Rota Vicentina.
In de voormiddag vertrekken we van Praia das Furnas, richting Almograve. Het pad loopt helaas een stuk van de zee, met ertussen een enorme grote wei waar koeien grazen. Na een tijd komen we terug om te picknicken aan tafels met banken langs het strand. Vier uitgehongerde katjes komen rond ons zitten, klaar om stukjes kaas en vis uit blik te vangen. Wanneer we vertrekken, zitten ze voldaan hun pootjes af te likken.
Ook dit is een constante: bij elk restaurant zitten er wel hongerige katten die hopen iets te krijgen. In het hotel bij ons zijn er 2 levendige zwarte katten die meer geluk hebben: moeder en dochter.
In de namiddag vertrekken we vanaf het strand van Almograve richting Zambujeira do Mar. Hier zijn de vetplanten roodgekleurd, en is de aarde oranje. Aan weerszijden van het strand ontspringen bronnen uit de met heide begroeide rotsen. We begeven ons naar een van de kliffen verderop, waar we een huisje zien. Nee, het is geen strandbar, maar een soort van garage, waar we nog een nieuw soort lokale vogel zien: de Rola-do-Mar of Steenloper.
Weer zien we beneden ontoegankelijke stranden met keien. Even verder begint het landschap te verschralen en op een maanlandschap of woestijn te lijken. Er liggen prachtige keien langs de kliffen. De vetplanten zijn rood en zwart gekleurd. Verderop op een rots in de zee zien we nog 2 Corvo-Marinhos (aalscholvers) vergezeld door meeuwen. De rotsen bestaan uit gestreepte lagen leisteen.
19 november: De Algarve
Het is zover: we gaan de Alentejo even verlaten om de Algarve te ontdekken.
Wie de Algarve zegt, denkt aan massatoerisme, wat wij niet echt leuk vinden.
Maar er zijn ook de prachtige stranden zoals Praia da Rocha, Praia Meia, … (niet dat we uren op het strand gaan liggen – Armand kan niet tegen zand in zijn kleren of schoenen).
Officieel begint de Algarve vanaf Odeceixe, maar wij bezochten ook nog de 2 stranden net erboven: Praia do Carvalhal en Praia de Azenha do Mar.
Aan het eerste strand stonden 3 campers met jonge Britse hippiegezinnen, die er de natuur voor zich alleen hadden. Om op het strand te geraken, moest je een klein riviertje oversteken.
We keken even rond maar wilden hun wereldje niet verstoren. Boven op de rots zagen we een paar mooie huisjes en wensten dat we er een konden kopen.
Aan het strand van Azenha do Mar zagen we 2 restaurantjes in het dorp boven op een rots en een steile houten trap naar het strand en de vissershaven beneden. Daar werden de boten op het droge getrokken. Ook hier was het strand prachtig, omgeven door rotsen en met een wilde branding.
We bleven niet stilstaan in Odeceixe zelf, een klein stadje met leuke witte huisjes maar reden door de kleine steile éénrichtingstraatjes, hopend dat we niet rechtsomkeer moesten maken. Gelukkig was er een weg naar boven, die ook naar het strand leidde.
Het strand van Odeceixe was heel breed en had een lang ondiep stuk, waar mensen pootjebaadden en met hun hond in het water speelden.
De enkele huisjes langs de steile straat naar beneden zagen er lieflijk en pittoresk uit.
Toen we even later in Maria Vinagre kwamen, een klein dorp tussen Odeceixe en Aljezur, herinnerden we ons de restauranttip van een Engels koppel dat we in Longueira hadden leren kennen. In het laatste restaurant links aan de verkeerslichten, kon je voor 7 euro eten. Niet zeker of dit het juiste restaurant was, gingen we het Ponto do Seu Encontro binnen. We hadden 2 keuzes: kip of varken. De mevrouw kon alleen Portugees, dus meer informatie konden we niet vragen. We kozen voor het tweede. Het eten was heerlijk gebakken op de barbecue en we konden onze ogen niet geloven toen we de rekening kregen: 7,50 euro per persoon: water, wijn, brood, olijven, sla, 3 soorten vlees en frietjes, en koffie. Het verhaal klopte dus echt.
Even verder kozen we ervoor om eerst het Monchique-gebergte in te rijden en Monchique te bezoeken. De bergketen was veel groter dan we gedacht hadden, en de vele haarspeldbochten waren soms beangstigend, maar het uitzicht was subliem.
De stad zelf was ook de moeite, maar we wilden nu doorrijden naar Lagos, waar we een hotel hadden aan Praia D. Ana, een klein rustig strand ten noorden van Lagos. Het lag nogal afgelegen. Om in de stad te geraken, moesten we 20 minuten wandelen door straten met eerder triestige appartementsblokken. In de stad kozen we lukraak een Italiaan om een pintje te drinken, en lieten ons verleiden door een pizza. Wow, wat was die slecht! Dit restaurant was een toeristenval.
In het hotel gekomen, konden we gelukkig nog genieten van een tof concert in de bar op de hoogste verdieping door een man die op Juan Luis Guerra leek.
De Algarve ging precies een moeilijke etappe worden. Hoe kan je in deze door massatoerisme geteisterde badplaatsen nog een mooie plek vinden? Het stadje heeft zijn eigen karakter bewaard. Toch voelen we de druk van het toerisme en zien we rond ons verloederde hoogbouw.
Morgen is er een nieuwe dag, en hopelijk krijgen we positievere vibes.
Geschreven door KatinkaenArmand.op.avontuur