Woensdag zijn we dan eindelijk vertrokken uit Girona.
970 km, 9 uur rijden.
De tocht verliep langs Lleida, Zaragoza, Burgos, Valladolid, Zamora en een rit langs een spectaculair landschap door de bergen en langs de Duero / Douro.
Op onze tanden bijtend reden we door enkele van de beste wijnstreken van Spanje: Campo de Borja, Navarra, Rioja en Toro.
Nee, we zullen deze wijnstreken misschien ooit later nog eens bezoeken, maar nu lonkte Portugal meer dan ooit.
Miranda de Douro ligt op een rots, hoog boven de Douro en vormt een abrupte grens met Spanje.
Van 1545 tot 1762 was de stad het culturele en religieuze centrum van Tras-Os-Montes, tot er een ramp plaatsvond: de kruitkamer van het kasteel ontplofte tijdens de 7-jarige oorlog tegen Frankrijk en Spanje, waarbij 400 mensen het leven lieten.
Hierna kwam het nooit meer goed met dit stadje, dat nu vooral overleeft door de textielproductie en het Spaanse toerisme.
Wij waren dus in onze koopmodus, maar al snel zagen we dat de mode hier voornamelijk uit de jaren '70 stamde, en bovendien waren de meeste winkels op 5 oktober gesloten, wegens Dia de Republica, de dag dat de monarchie in 1910 in Portugal door een volksopstand definitief voorbij was. Toeval of niet?
Na onze mislukte 'shopping spree', bezochten we het oude stadje met de Sé, de kathedraal uit de 16de eeuw met dubbele vierkante torens.
Opvallend in de Sé is het houten kindje Jezus: De "Menino Jezus de Cartolinha" toont een jongetje dat tijdens het Spaanse beleg in 1711 verscheen om de Portugezen moed in te spreken en de overwinning te brengen. De inwoners staken het beeld in 17-de-eeuwse kleren en gaven het een hoed.
We genoten van het oude stadje met zijn kleine straten en oude huisjes. Maar Mogadouro lonkte, waar koning Dinis een kasteel bouwde dat hij in 1297 aan de tempeliers schonk. Van dit kasteel blijft alleen de toren over, maar wie deze beklimt wordt beloond met een weids uitzicht over het stadje en de heuvels errond. De temperatuur was ondertussen al tot 30 graden geklommen.
's Middags aten we in een populair volksrestaurant voor een prikje de prato do dia: Feijoada met afval van kalf (hoop ik).
Tot nu toe is het eten nog niet meegevallen, met uitzondering van een alternatief restaurantje vanavond in Vila de Flor, waar we van een simpele salade genoten.
Het grootste deel van de dag reden we langs kronkelige wegen door de Serra de Mogadouro en de Serra de Borges, woeste bergachtige natuurgebieden. Na 6 uur rijden langs kronkelige haarspeldbochten met ongelooflijke uitzichten over bergen, dalen, olijfgaarden, wijngaarden en verbrande heuvels (in Chacim), en een korte tussenstop in Mirandela, namen we onze toevlucht tot het eerste het beste dorp met een hotel.
Genoeg natuur gezien, we waren toe aan rust.
Vila Flor is een ingeslapen stadje, maar dat was wat we vanavond nodig hadden. Na een korte wandeling (toch nog aan mijn 10.000 stappen geraakt vandaag!), vonden we een terrasje waar we van de ondergaande zon genoten met een gin tonic.
Geschreven door KatinkaenArmand.op.avontuur