Vandaag gaan we via Stryn naar Nordfjordeid. Het is bijzonder rustig op de weg en we rijden via een bosrijke omgeving, langs het Hornindalsvatn (meer) en klaterende watervallen richting het dorpje Nordfjordeid. De plaats Nordfjordeid ligt in de provincie Sogn og Fjordane, aan de Eidsfjord die weer een zijtak is van de Nordfjord. De plaats staat bekend vanwege het schitterende landschap.
Helaas is het zwaar bewolkt en liggen de toppen in de wolken verscholen. We hopen nog een mooie foto te kunnen maken van de weerspiegeling in het water, maar het water is te rimpelig door de vele watervallen die met geweld in het meer storten. Het is een ritje van 48 kilometer en we volgen het bord “sentrum”. Het eerste wat we zien is een groot gebouw “Sagastad” met daarin het Viking museum en daarnaast een winkel genaamd Biltema met een grote parkeerplaats. Het museum slaan we over, want dat hebben we al eerder gezien. De supermarkt is een walhalla voor de mannen, het blijkt een Zweedse keten van winkels gespecialiseerd in benodigdheden voor onder andere doe-het-zelf, tuin, huishouden, auto, huisdier en vrije tijd. Ze verkopen echt alles en zijn bijzonder goed gesorteerd en georganiseerd. We snuffelen een tijdje in de winkel, doen een plasje in het super schone klantentoilet en gaan een rondje door het centrum lopen. De kerk dateert uit 1849 maar er hebben in de loop van de geschiedenis al vier of vijf kerken op deze plek gestaan. Deze houten kerk staat bekend vanwege zijn elementen uit de nationale romantiek en de prachtige schilderingen op de muren. De begraafplaats rond de kerk trekt mijn aandacht. Er liggen mensen begraven die in 1814 zijn geboren! Je kan het je niet voorstellen. Onderweg hebben we al verschillende keren opgemerkt dat het er heel anders uitziet dan bij ons en ik zoek op google of het in Noorwegen anders toegaat dan bij ons. Ik stuit op een bijzonder verhaal.
“Wie terminaal ziek is in het kleine stadje Longyearbyen, gelegen op een Noors eiland, wordt naar het vasteland gevlogen om daar zijn of haar laatste dagen te beleven. Daar is een goede reden voor: sinds de jaren 50 is sterven verboden in het dorp. Uit recent onderzoek is gebleken dat de dodelijke Spaanse griep er nog steeds aanwezig is.
Op het eerste gezicht is Longyearbyen een heel normaal en gezellig dorpje met 2.000 inwoners. Het ligt op het eiland Svalbard en is gebouwd rond de koolmijnen. Aangenaam wonen is het evenwel niet in het meest noordelijk gelegen dorp ter wereld: het is er ijskoud. De gemiddelde temperatuur in februari is er -17 graden.
De grond in Longyearbyen is dan ook heel de tijd bevroren. Dat veroorzaakt al vele decennia problemen. Lichamen die er begraven worden, rotten niet door de extreme koude. Dat brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee, want de ziektes waar de begraven mensen aan zijn gestorven, verdwijnen daarmee ook niet.
Zo is uit recent onderzoek gebleken dat de Spaanse griep, waaraan in 1918 5 procent van de wereldbevolking stierf, er nog steeds in de elf lichamen zit die er toen aan stierven. Daarom werd in 1950 beslist om sterven er illegaal te maken. Terminaal zieke inwoners van het dorp worden overgevlogen naar het vasteland om daar te sterven en begraven te worden”
Langs een veld lupinen lopen we het lieflijke hoofdstraatje met witte houten huisjes in. Op het eerst korte stukje komen we al 3 kappers en 2 gezondheidsklinieken tegen en lege winkelpanden. Ook hier heeft de corona toegeslagen. Bij een klein koffiehuisje gaan we op het terras zitten en Jo en ik lopen naar binnen om te bestellen. Onze monden vallen open als we binnen komen. Zo schattig, popperig en vol met curiosa. Na de koffie lopen we verder en zien een second hand winkeltje met een strak georganiseerde etalage. We worden nieuwsgierig en gaan naar binnen en worden begroet door een aantal allervriendelijkste oudere dames. Één van de dames vraagt waar we vandaan komen en spreekt goed Engels. Ik zie een glazen haan en hen staan en ben op slag verliefd! Voor 10 euro ben ik de eigenaar en de verkoopster is blij dat ik ze koop want zij was er ook verliefd op maar moet zich inhouden want er komen regelmatig mooie dingen binnen en ze kan niet aan de gang blijven. Gijs koopt een boek en ik scoor nog een paar mooie glaasjes voor de hut als we een lekkertje drinken na het eten. Alles staat heel mooi en met zorg uitgestald en we snuffelen nog even rond. We eindigen in een winkelcentrum vlakbij de parkeerplaats en eten daar voor de eerste keer een maaltijd bij een zelfbedieningsrestaurant. Over het algemeen is het schreeuwend duur in een restaurant en dat hebben we er gewoonweg niet voor over, maar hier is de fish en chips te betalen en het smaakt ook nog heel erg lekker!. Bij de Xtra doen we boodschappen en dan is het tijd om weer richting de camping te rijden. Het was weer een fijne dag. Morgen hebben we een rust- en opruim dag. Zondag gaan we naar de volgende camping.
Geschreven door Broedersopreis