Etnisch profileren…
KM 68/513 - HM 1.007/6.366 ☀️22°
Ik verlaat Marmaris zonder spijt. Dat is sowieso voor later, volgens de contemporaine filosoof Martin Moreiro. Het stadje is namelijk zeer toeristisch met één grote rij van hotels, café’s, restaurants etc. Drommen mensen die lusteloos en doelloos langs de boulevard slenteren. Dat geldt niet voor uw verslaggever natuurlijk. Die heeft wel een doel. Namelijk de helse tocht naar de andere kant van het schiereiland overleven.
Het hoogteprofiel ziet er onheilspellend uit en ik ben nog maar net opgestapt of de eerste beklimming dient zich aan. Er is maar 1 weg dus over de route hoef ik mij geen zorgen te maken. Die gaat eerst door een gebied met naaldbomen waar nog redelijk wat leven is. De bebouwing wordt langzaam minder, tot ik alleen een paar feestcafé’s tegenkom, waar Engels roodverbrand obesitas-volk met jeeps naar toe is vervoerd. Het uitstapje heeft safari, wat blijkbaar het Engelse woord voor onbeperkt zuipen is.
Hierna kom ik alleen, alweer, een paar checkpoints tegen, waar de politie zich zonder schaamte bedient van etnisch profileren. Het valt mij namelijk op dat alleen auto’s met een Turks nummerbord worden gecontroleerd. Het is toch een schande. Zo worden alle vooroordelen bevestigd natuurlijk !
Verder kom ik een kilometer of 40 helemaal niets tegen. Geen winkeltje of benzinepomp. Een lange leegte met alleen loslopende ezels en bergen, heel veel bergen. Soms met stukken van 10-12 %. Ik moet diep gaan, maar kan ook merken dat mijn conditie verbeterd is.
Onderweg heet mijn telefoon mij Welkom in Griekenland. Rodos is echt op een steenworp afstand. Ik raak het GSM contact snel weer kwijt. Jammer, want met een Grieks EU signaal zou ik mijn gewone mobiele abonnement kunnen gebruiken.
De gedachte zorgt voor wat afleiding tijdens het afzien en ik ben blij als ik eindelijk een winkeltje ontwaar, waar ik mij tegoed doe aan het zwarte goud, oftewel Cola Zero. Het smaakt als champagne. Mijn bidons waren onderweg bijna leeggedronken. Gelukkig vind je overal in Turkije waterputten. Kraanwater kun je hier beter niet drinken, maar dit water komt zo uit de bergen dus er lijkt mij niets mis mee.
De laatste 5 kilometer gaan langs een onverhard paadje direct aan zee. Bij mijn appartement word ik begroet met kattengejank. Nadere bestudering leert dat de huis-papegaai een meesterlijke imitatie van een kat ten toon spreidt.
De 1.000 hoogtemeters kan ik behoorlijk voelen en na het 3 etages omhoog sjouwen van mijn bagage, ben ik blij dat ik deze dag weer heb doorstaan. Als mijn statistieken voor de rest van de route kloppen, was dit de zwaarste etappe. Die kan ik dus mooi afvinken en dat mag gevierd worden met een gegrild visje in het fijne authentieke plaatsje Datça !
Geschreven door WillemDeMol