Servische gastvrijheid
KM 50/940 - HM 566/3.625
Het kan verkeren. Was het gisteren de slechtste fietsdag van de reis, vandaag is de beste tot nu toe. Dat heeft alles te maken met het weer. Na mijn geklaag over te heet/koud/nat is het nu perfect fietsweer. Zonnetje, blauwe lucht, 20 graden en geen wind. Ik maak dus eerst nog een rondje door de prachtige binnenstad van Novi Sad. Het is de hoofdstad van de autonome provincie Vojvodina en tevens de tweede stad van Servië. In de 19e eeuw was Novi Sad (=Nieuwe Tuin) de culturele hoofdstad van Servië en had de bijnaam Servisch Athene.
Na het oversteken van de Donau, de eerste mogelijkheid na de grensbrug van gisteren, kom ik aan de andere oever langs het fort Petrovardadin, één van de grootste barokke vestingwerken van Europa.
Kort daarna passeer ik het plaatsje Sremski Karlovci, alweer zeer fraai. Hoewel nog niet lang onderweg, lonkt het terrasje. Ik besluit daarom tot een vroege koffiestop en wordt aangesproken door een Servisch echtpaar dat in België blijkt te wonen. We hebben een aangenaam gesprekje waarna we afscheid nemen. Als ik daarna wil afrekenen, blijkt de rekening al voldaan door het echtpaar.
Daarna kan ik gelijk aan de bak met een klimmetje van een kilometer of 5. Hij is goed te doen, zeker met deze voor mij fijne temperatuur. Het enige punt is dat de klim over een drukke, nauwe weg gaat. Ik trek dus maar mijn gele verkeersregelaars-hesje aan en kom veilig boven. Daarna gaat de route over rustiger wegen door een mooie heuvelachtige omgeving.
In Beška aangekomen knort mijn maag, die ik prima kan vullen met het heerlijke brood dat hier voor een kwartje verkrijgbaar is. Dan richting mijn bestemming die iets verderop ligt. Helaas moet ik daarvoor wel een heuveltje beklimmen. Boven gekomen leidt Google Maps mij over een onbegaanbaar weggetje naar een ondoordringbare rimboe met alleen maar gemene zwerfhonden. Gelukkig duikt er uit het niets een ouder vrouwtje op en heb ik nog genoeg kennis van de Russische taal (lijkt erg op Servisch, inclusief cyrillisch letterschrift) om haar aanwijzingen te snappen.
Ik arriveer bij mijn logeeradres, dat er prima uitziet. Er is echter niets in de nabije omgeving waar ik wat te eten kan scoren. Het probleem wordt opgelost doordat ik door mijn zeer vriendelijke gastheer en vrouw aan het diner wordt uitgenodigd. De man van het stel heeft in Zwitserland als bouwvakker gewerkt en spreekt Duits (und Ich auch). Hij heeft het goed voor elkaar. Een Zwitsers vroegpensioen (daar wel) dat 70 % van zijn laatst verdiende loon bedraagt. Hij is wel zo uitgekookt om op papier in Zwitserland te blijven wonen, maar in de praktijk op zijn mini-wijngaard, waar hij als een vorst van dat waardevaste pensioen kan leven met zijn tweede (veel jongere….) vrouw. Als bezigheids-therapie heeft hij in Corona-tijd eigenhandig het appartement gebouwd waar ik nu in verblijf. Het is in ieder geval erg leuk en interessant om met de man te praten over corruptie, politiek, voetbal, lithium, Tito en de burger-oorlog.
Geschreven door WillemDeMol