The Flintstones
KM 57/169- HM 651/2.574
Ik verwacht elk moment omver gereden te worden door Fred en Wilma. Na de koffie in Arriate, ben ik namelijk aangekomen in Setenil de las Bodegas.
Setenil ligt in een dal, uitgeslepen door de rivier. Het is waarschijnlijk uniek onder de witte dorpen van Andalusië. Deze stad is gegroeid uit een netwerk van grotten in de rotsen boven de rio Trejo. De verblindende witte huizen lijken uit de rotsen te komen. Sommigen hebben rotsdaken, en anderen hebben daken met olijfboomgaarden erop. De huizen staan bekend als “abrigos bajo las rocas” (schuilplaatsen onder de rotsen). Sommige grotwoningen kunnen tegen vergoeding (niet voor mij dus) bezichtigd worden en/of kan je overnachten (te duur voor een eenvoudige pelgrim). De straten aan weerszijde van de rivier, heten creatief Cuevas del Sol (grotten van de zon) en Cuevas de la Sombra (van de schaduw).
Ik stap maar even van mijn fiets, want het plaatsje wordt (terecht) overspoeld door toeristen. Direct daarna zit ik weer in de stilte van de natuur. Het is een makkelijk dagje vandaag, met af en toe een heuveltje. Vanaf Olvera volg ik de Via Verde de la Sierra. Dit is een voormalige spoorlijn (dus geleidelijk stijgen en dalen) van in totaal 36 km. De route omvat 30 tunnels en 4 viaducten. Het is een heerlijk fietspad, zeker omdat ik daal, wel moet ik af toe oppassen bij het gravelrijden.
Mijn overnachting heb ik geboekt in Coripe. Als ik bij het voormalige station van het plaatsje arriveer, is er geen enkel teken van een dorpje te zien. Ben ik er toch weer ingetuind ? Uiteraard, want het dorpje ligt bovenop de (volgens Google Maps “zeer steile”) heuvel. Toch maar naar boven. Het gebied staat bekend om zijn grote kolonie Vale Gieren, die ik inderdaad boven mijn hoofd zie cirkelen, zouden ze azen op een lekker molletje ? In de zomer, bij 45 graden zouden ze kans hebben gehad op een lekker hapje, nu ga ik het wel redden. Halverwege zie ik 2 andere fietsers in de schaduw schuilen (het is heet vandaag), waarvan 1 op een Santos, dus Nederlanders. Ik zie ze later terug bij het Pension (waarschijnlijk het enige van het plaatsje) dat ik na enig zoek-en vraagwerk weet te vinden. De uitbater Manuel (I Know Nothing) kent uiteraard niet zijn eigen internet-code, maar runt wel de plaatselijke bar, wat waarschijnlijk de enige voeder-gelegenheid van het 1446 zielen tellende desolate plaatsje is.
Geschreven door WillemDeMol