An der s̶c̶h̶ö̶n̶e̶n̶ saaie blauen Donau
KM 80/184 - HM 115/413
Na de ochtend-vesper, waarin wordt stilgestaan bij een afvallige Katwijkse kruideniersfamilie die helaas van het rechte roomse pad is afgeweken, verlaat ik het klooster en begeef mij weer in de boze buitenwereld en bijbehorende hellevuur-hitte. Ook vandaag zal het weer zo’n 35 graden worden. Ik fiets door de buitenwijken van Bratislava met veel nieuwbouw, kantoren en winkelcentra. Al vrij snel bereik ik het fietspad langs de Donau. Het volgende stuk laat zich vrij gemakkelijk samenvatten: knop op nul en rechtdoor langs het water fietsen. Met als speciale bonus vandaag: geen enkel schaduwplekje.
Er is eigenlijk weinig tot niets te zien. Ook het aangeprezen vogelgebied toont niet meer dan wat meeuwen, zwanen en aalscholvers. Heel af en toe vaart er een spuuglelijk rivier-cruiseschip, maar ook de scheepvaart stelt niet veel voor.
De Donau is hier wel zeer breed, dus het windje dat over het water komt, brengt enige verkoeling. Toch voel ik de zon branden en heb het gevoel dat ik tegen een zonnestuk aanzit.
Na 60 kilometer buffelen mag ik rechtsaf slaan, het grenswater over en Hongarije in. Het land van Victor Orban, de beste vrind (platonisch uiteraard) van Blonde Geert. Ik word begroet met een bord dat Hongarije “Family Friendly” is, volgens mij een Orban-eufemisme….
Kon ik in Slowakije nog iets van de taal volgen (het lijkt op Pools), dat is hier voorbij, omdat Hongaars geen Slavisch taal is. Het Fins en Hongaars, (evenals het Ests) maken allebei deel uit van de Fins-Oegrische taalgroep, die weer een onderdeel vormt van de veel bredere Oeralische taalfamilie.
Verkeersborden kan ik gelukkig nog wel lezen en ik wordt onaangenaam verrast door een bordje Verboden te Fietsen op de door Komoot voorgestelde route. Er zou wel een alternatieve fietsroute zijn, maar die is 27 kilometer en dat is het dubbele van waar ik op had gerekend. Een flinke psychologische klap, want het einde van mijn krachten (en watervoorraad) is nabij. Niet meer in de nabijheid van de rivier, voelt het of ik in een heteluchtoven fiets. Ik besluit dan maar dwars door de velden met zonnebloemen te rijden. Op het moment dat ik een soort van verdwaald ben, duikt er plotseling een groep mountainbikers op. Ik mag achter ze aan fietsen, want ze moeten ook naar Györ, mijn bestemming. Het blijkt een Hongaarse gids met een groep Amerikanen te zijn. Ik profiteer van de lokale geitenpaadjes-kennis en kom keurig op mijn bestemming, de historische stad Györ. Ik zit midden in het fraaie centrum, waar het ‘s avonds, als het afgekoeld is een ijskoude 25 graden, aangenaam toeven is.
Geschreven door WillemDeMol