We zijn weer ± 125 km opgeschoven naar het NO en staan op de CP in Úbeda, een stad op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Úbeda draagt nog zijn oud-Iberische naam. Het was onder Moorse heerschappij één van de belangrijkste steden en befaamd om zijn handgemaakte tapijten.
In 1234 is de stad door de Christenen heroverd. Zijn bloeitijd kende het in de 16e eeuw toen het goud uit Amerika binnen kwam. De textielindustrie zorgde voor welvaart en de adellijke families lieten weer flink wat bouwen. In die tijd zijn de renaissance-gebouwen in de oude stad gebouwd. Als je door de stad loopt, zie je vooral uit die periode indrukwekkende kerken en mooie paleizen staan.
Belangrijkste bezienswaardigheid is de heilige kapel, de Sacra Capillaire del Salvador. De zeer belangrijke families Cobos en Molina waren door huwelijke met elkaar verbonden. De kapel werd in opdracht van Fransico de Cobos y Molina in 1536 gebouwd als paleiskapel en familie pantheon. Verschillende bekende architecten hebben er aan gewerkt.
Het heeft een rijk gedecoreerde koepel en altaarstuk en een mooie toegangspoort naar de sacristie.
Na het bezoek(met audiotour in Engels of Duits) gaan we wat eten op een terrasje van een kleine eetgelegenheid vlak naast de kapel. Wat een aanrader, goed, smakelijk en creatief gekookt.
Dan maken we een wandeling over het bekende plein bij de kapel het Plaza de Vázquez de Molina. Het ruikt heerlijk naar de geurende sinaasappelbloesem. Een prettige stad met overal straatnaambordjes en richtingaanwijzingen van de bezienswaardigheden, relaxt lopen.
Het Palacio de Vela de los Cobos is het enigste paleis dat je kunt bezoeken, nu gesloten natuurlijk. Dat is een nadeel van in de loop van de middag een stad bezoeken. Diverse binnenplaatsen zijn soms wel open en kun je even naar binnen lopen.
Het klooster van Santa Clara, een van de oudste gebouwen uit de stad, dat in 1290 werd gesticht is ook niet toegankelijk. Maar het verkoopt koek etc. Er hangt een bord met foto‘s en prijzen in de hal wat er te koop is dan is er een doorgeefluik naar de buitenwereld met bel om te betalen en de spullen te ontvangen. Na een wandeling via verschillende pleinen gaan we weer terug.
7-5 Vandaag een rit van 190 km naar het oosten richting kust via de A315 en laatste 60 km autobaan. Een mooie rustige route onder langs de Sierra de Cazorla en langs het stuwmeer Negratin. Plan was om naar de CP van Vélez Rubio te gaan maar we lezen dat 6 km verder bij Vélez Blanco gelegenheid is om bij het kasteel te overnachten.
Het leek ons een leukere plek, vrijer en niet pal naast andere campers geparkeerd te staan. Prima keus er is niks natuurlijk maar we hebben niets nodig. Eerst een broodje gegeten en toen het kasteel bezichtigd want zoals zoveel hier sluiten de dingen van 2-5.
Het is gratis, veel is er niet te zien, paar kamers met wat fotomateriaal oa van voor de restauratie en het mooie interieur. Inmiddels is het flink gerestaureerd en het uitzicht op het dorp en omgeving is mooi. Door geldnood gedwongen heeft de toenmalige markies de Vélez in 1903 de bronzen deur en de complete marmeren aankleding verkocht aan een Franse antiquair. Deze verhandelde het weer aan de Amerikaan Blumenthal en is nu te zien in een museum in New York.
We zitten hier heerlijk rustig met een mooi uitzicht, morgen naar de kust, groetjes Ina en Marinus
Geschreven door Op.stap.met.ina.en.marinus