27-4 Vandaag een saaie rit van 125 km over de autobaan naar Sevilla. We staan op de CP van Gelves, een voorstad van Sevilla. Het is een leuke CP bij een kleine jachthaven, aan de ene kant kijken we uit op de rivier de Guadalquivir en aan de andere kant op de boten die in de jachthaven liggen.
28-4 We gaan op de fiets naar de stad, zou 25 min zijn dat werd al wat langer, een toestand om het te vinden, zeer gecompliceerd. Dan denk je we rijden langs de rivier 2 x het water over dan ben je bij het oude centrum. Nergens iets aangegeven, onlogisch route, paar keer gevraagd naar het Plaza d’Espagna, destijds hebben we dit niet bezocht.
Het is een halvemaanvormig plein met daaraan gelegen het Paviljoen de España. Een plein met veel steilen. Op de gevel bevinden zich vijftig wandschilderingen die naar de vijftig Spaanse provincies verwijzen. Een mooi plein vol mozaïek, met bruggetjes , pilaren en bankjes. Destijds aangelegd voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 om op symbolische wijze vrede te sluiten met de voormalige koloniën.
Druk natuurlijk, scholieren, mensen op fietsen met een gids via bike-tours en heel veel koetsjes.
Dan gaan we naar het Casa de Pilatos dit is een paleis uit de 16e eeuw in de historische wijk Santa Cruz. Na het Real Alcazar (dat we al bezocht hebben) is Casa de Pilatos het mooiste paleis van Sevilla en een van de best bewaarde gebouwen uit deze periode. Hier krijg je een mooi beeld hoe de aristrocraten vroeger woonden, wat een rijkdom. Heerlijk dat het hier niet zo erg druk is.
Het is vreselijk zoeken met de navigatie op de fiets want je hoort de aanwijzigingen niet door het verkeerslawaai.
We fietsen dan richting Cathedraal, druk, drukker, drukst. We fietsen en lopen een stuk om de hele grote kerk, hier tegenover is het koninklijk paleis het Real Alcázar, wat kleiner maar zeker zo mooi als het Alhambra in Granada.
Dan gaan we buiten om langs de rivier richting noorden naar de Basilica de Macarena in een echte volkswijk. Bij de rivier staat de Torre del Oro, oftewel de 'toren van het goud', een toren uit de 12e eeuw gelegen aan de rivier Guadalquivir. Deze toren maakte destijds deel uit van de Moorse stadswal van Sevilla en diende als opslagplaats van goud uit de Nieuwe Wereld, later werd het een gevangenis.
Dit fietst relaxt maar als we bij het Plaza de Macarena bij de Basilica aankomen is de kerk dicht. We willen ergens wat eten maar zien niet echt wat en om de wijk in te fietsen zien we niet zitten. Halverwege langs de rivier hebben we wel wat gezien en besluiten daar wat te eten.
Er zijn nog tig mooie dingen/plekjes te bezoeken maar om het te vinden is moeilijk en we besluiten om terug te gaan. Vreselijk zoeken weer,ongelooflijk we hebben ook nog eens het probleem dat komende week het grootste feest van Sevilla is Feria de Abril. Een mega groot terrein waar men nu van alles aan het opbouwen is, nog nooit zo’n groot feestterrein gezien. De navigatie snapt dit niet. Steeds stoppen en kijken hoe we moeten fietsen.
Om met de fiets de stad te bezoeken is de CP in de stad een betere optie, van hieruit is het geen aanrader, dan is er nog een bus optie maar dan moet je alles weer lopen. Moeilijk als je de situatie niet kent om een keuze te maken, de plek hier is leuk als je ook nog een middag op de CP bent zoals wij gistermiddag.
Groetjes Ina en Marinus
Geschreven door Op.stap.met.ina.en.marinus