Eergisteren hadden we om acht uur 's ochtends de bus vanuit Kuala Lumpur naar Tanah Rata. Dit betekende weer vroeg uit bed en om zeven uur op de metro naar het SBT busstation. Dit busstation is net een luchthaven. Met meerdere terminals, parkeergarages en een trein-/metrostation is het zo groot als Schiphol (zonder landingsbanen). En net zoals op Schiphol moesten we er bij de juiste maatschappij inchecken met onze online gekochte tickets, om daarna met onze boardingpasses naar de gate te gaan om te 'boarden'. En stipt op tijd kwam de bus voorrijden en vertrokken we naar Tanah Rata - dat is beter geregeld dan die Arriva en Connexxion bussen in Nederland.
Het dorpje Tanah Rata is de uitvalbasis van toeristen in de Cameron Highlands. Evenals wij, komen toeristen hier naartoe vanwege de mooie natuur, de uitgestrekte theevelden en de aangename temperatuur. Op deze hoogvlakte is het het hele jaar door tussen de 10 en 20 graden celsius; beter vol te houden dan de 35 graden in het betonne Kuala Lumpur. Vanwege dit constante klimaat en de zeer vruchtbare bodem, is het de ideale plek om thee en andere gewassen te verbouwen.
Na een vier uur durende busrit, waarvan het grootste gedeelte over een smalle en kronkelige bergweg, kwamen we aan in Tanah Rata. Het dorpje op zich stelt niks voor en tot onze verrassing werd het volledig bewoond en gerund door Indiërs; al hadden we geen idee waarom. Na even rondgezocht te hebben, vonden we een betaalbaar guesthouse aan de rand van het dorpje.
Op aanraden van de gastvrouw zijn we die middag nog naar de Bharat theeplantage geweest. Deze kleinere plantage op een half uurtje rijden vanaf Tanah Rata is niet erg toeristisch en daarom zeker zo leuk om te bezoeken. En oude Indiase taxichauffeur bracht ons met een nog veel oudere gammele auto naar deze plantage toe en hij zou daar tot vijf uur op ons wachten om ons weer mee terug te nemen. Op eigen houtje hebben we vervolgens een goed uur door de prachtige theevelden gelopen. Toen er onweer op komst leek, zijn we bij het bijbehorende theehuis een kopje thee gaan drinken. Maar waar wij verwachtten een heerlijke verse en bijzondere smaak thee geserveerd te krijgen uit een speciaal thee-servies, kregen we gewoon Earl Grey theezakjes, een pot heet water en verkalkte kopjes van een simpel servies. Het werd dus geen bijzondere high-tea, maar gewoon simpel theeleuten.
Stipt om vijf uur waren we terug bij de taxi om weer naar ons hostel te gaan. De taxichauffeur beweerde echter dat het al tien over vijf was en zij dat we extra moesten betalen omdat hij nu langer had moeten wachten dan afgesproken. Hij bleek zelfs speciaal zijn horloge vooruit te hebben gezet om het te 'bewijzen'. Toen wij daarop alle vier onze telefoon tevoorschijn toverden en hem de werkelijke tijd lieten zien, had hij door dat we niet voor één kat te vangen waren en na wat gemor in Indiaas vertrok hij uiteindelijk toch terug naar Tanah Rata. We hebben hem uiteindelijk dan ook niet meer betaald dan de vooraf afgesproken prijs.
Als nieuwe fans van de Indiase keuken, wilden we Anne en Dieke gisterenavond ook graag kip massala met naan en rijst laten proberen. En waar kan dat nu beter dan in dorpje met nagenoeg alleen maar Indiërs en Indische restaurants, zo dachten wij. Dit bleek helaas echter niet zo te zijn. In plaats van alleen de lekkere stukjes kippenvlees waren werkelijk alle delen van de kip in de masala verdwenen en bovendien was het erg spicy - geen toeristen-vriendelijke maaltijd dus. Anne en Dieke waren dan ook meteen genezen van het Indiase eten.
Gisterenochtend werden we na het ontbijt opgehaald bij ons hostel door een 4WD Jeep voor een rondtrip door de omgeving. Onder leiding van een lokale Indiase gids hebben we allereerst een trekking gemaakt door een 'mossy forest'. Vanwege de hoogte en het vochtige klimaat, groeit er in de Cameron Highlands bijzonder veel mos, en dit levert een prachtig fabelachtig boslandschap op.
Na deze wandeltocht, reden we met de Jeep weer verder naar een BOH theeplantage. Sungai Palas BOH Tea Estate is de grootste theeproducent in Maleisië en het bedrijf is al sinds oudsher in handen van een Ierse familie. Bij de plantage gaf onze gids uitleg over de teelt, het oogsten en de verwerking van de theebladeren. Daarnaast vertelde hij waarom er zoveel Indiërs in deze omgeving woonden en werkten. Omdat de theestruiken veelal op schuine hellingen groeien en het oogsten een precies karwei is, gebeurt dit veelal nog steeds met de hand. Heel veel Indiërs komen als gastarbeiders naar de Cameron Highlands om hier relatief veel geld te kunnen verdienen met het plukken van de theebladeren. Na deze informatieve stop zijn we doorgereden naar de top van 'Gunung Brinchang'. Dit is de hoogste berg van de Cameron Highlands en vanaf daar heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.
Vervolgens zijn we naar het BOH Tea Center geweest, waar we een kijkje konden nemen in de fabriek waar de theebladeren werden verwerkt. Daarnaast was er een mooi museum over de historie en achtergrondinformatie van de BOH theeplantages. Na hier rondgekeken te hebben, was er weer de mogelijkheid om een kopje thee te proberen in het Tea-café. Hoewel er deze keer keus was uit meerdere soorten smaken, was de bereiding en het servies ook deze keer weer niet beter dan bij een koffietafel. Desalniettemin smaakte de thee prima, al moesten we er onze mond branden om weer op tijd terug bij de Jeep te kunnen zijn.
Op de weg terug naar ons guesthouse zijn we nog gestopt bij de plaatselijke overdekte 'vlinder-boerderij'; voor de meiden hét hoogtepunt van de dag. Het stikte er daarbinnen van de vlinders, sommige nog groter dan je hand. Maar in plaats van alle rondvliegende gekleurde vlinders te bewonderen, hebben Anne, Dieke en Nicole niets anders gedaan dan gezocht naar (half-)dode vlinders. Deze werden stiekem verzameld om mee naar huis te kunnen nemen. Al hebben ze geen van drieën een idee wat ze er precies mee willen gaan doen, vonden ze het zonde om deze mooie vlinders te laten liggen - ze kunnen altijd nog eens van pas komen. Tot slot zijn we onderweg nog even gestopt bij een aardbeienkweker. Voor ons niet heel interessant, maar wel erg lekker.
Eenmaal terug bij ons guesthouse hebben de meiden eerst alle meegesmokkelde dode vlinders ontleed, zodat ze zonder problemen bewaard kunnen worden. Hierna was het tijd om afscheid te nemen van Anne en Dieke; zij pakten gisteren al de bus terug naar Kuala Lumpur en vlogen vandaag vanuit daar naar Indonesië. Na hen te hebben uitgezwaaid, troffen we bij toeval een half Nederlands restaurant aan in Tanah Rata met een grote PSV-vlag aan de bar - een restaurant naar Tim zijn hart, en dat ergens boven in de bergen in Maleisië. Bovendien bleken ze er frikadellen-speciaal te serveren, en dat gaat er natuurlijk altijd wel in. Helaas bleken de frikadellen helemaal niet naar frikandel te smaken; ze waren ronduit smerig. We moeten dus toch nog maar even tot in Nederland voor een goede frikandel.
Ons plan was om vandaag een trekking te gaan maken door de omgeving van Tanah Rata. Maar op internet lazen we dat de routes die wij op het oog hadden, helemaal niet zo leuk en mooi waren als gedacht. Toen de gastvrouw bij ons guesthouse ook nog eens vertelde over een dief die toeristen op deze routes overviel met een mes, besloten we maar om de vroege bus terug naar Kuala Lumpur te pakken in plaats van eerst te gaan wandelen. Zo waren we uiteindelijk nog mooi op tijd terug.
Geschreven door TimNicole