Vanochtend hebben we samen met Lars, Daniël, Richard en nog zes andere backpackers uit ons hostel scooters gehuurd om de omgeving van Chiang Rai te gaan verkennen. Ondanks onze nog niet herstelde houten konten, waren deze moderne automatische scooters een waar genot om op te rijden, vergeleken met de scooters in Vang Vieng. Als een heuse brommer-bende reden we naar het gebied ten noorden van Chiang Rai. Dit noordoostelijke Thaise grensgebied met Laos en Myanmar wordt ook wel de Golden Triangle genoemd vanwege de voormalige grootschalige teelt van en handel in opium. Thailand heeft de opiumproductie grotendeels uit weten te roeien met strengere regels en stimulans voor de teelt van andere gewassen. Maar in de in de aangrenzende 'wetloze' berggebieden in Laos en Myanmar bestaat er nog steeds een rijke handel in lokaal geteelde methamfetamine en heroïne.
Eenmaal onderweg zijn we na een uur rijden allereerst gestopt bij een waterval. Leuke stop, maar na de waterval in Luang Prabang gezien te hebben, zijn voor ons waarschijnlijk nog maar weinig watervallen echt bijzonder. Vervolgens zijn we doorgereden naar een Long Neck Village. Wij wilden deze stam met lange nekken vanwege de gouden ringen eromheen ook graag eens in het echt zien. Maar zo 'echt' blijken deze stammen helemaal niet te zijn. Achteraf lazen we op internet dat deze Long Neck Tribes origineel helemaal niet uit Thailand komen. De stammen die nu wel in Thailand zijn, zijn óf vluchtelingen uit Myanmar óf zijn 'geïmporteerd' als toeristische attractie. Al deze stammen in Thailand blijken nu 'menselijke dierentuinen' te zijn waarbij sluwe zakenmannen veel geld verdienen over de rug van de stammen zelf. Dat ervaarden wij ook al snel toen we het Long Neck dorpje naderden. Op de weg naar het dorpje toe stond een slagboom waar eerst entreegeld betaald moest worden voordat je verder mocht. De hoogte van de entree bleek 300 Bath te bedragen, omgerekend bijna acht euro. Dat is voor Thaise begrippen echt belachelijk veel geld; voor het zelfde geld hadden we twee overnachtingen in een hostel geboekt. Geen van allen waren we bereid zoveel geld neer te tellen, al was het alleen al maar uit principe. We besloten er ieder 100 Bath voor over te hebben, 1000 Bath in totaal. Maar hoe vaak we de cassière ook voor hielden dat hij vandaag iets aan ons kon verdienen in plaats van helemaal niets, wilden hij nergens van weten. Nou, dan niet. Na kilometers om te hebben gereden maar geen Lange Jan te hebben gezien, besloten we uiteindelijk om toch maar af te druipen.
Hierna zijn we naar het dorpje Mae Salong gereden. Dit dorpje bovenop de top van een berg is een soort van Chinese enclave in Thailand. De inwoners van het dorpje zijn van oorsprong Chinezen die uit China werden verbannen, en in de hoogtij dagen van de Golden Triangle hebben zij zich opgeworpen als onderhandelaars tussen de opiumboeren en de grote drugsbaronnen. Nu is het een rustiek en traditioneel bergdorpje waar je een prachtige zonsondergang kunt aanschouwen - al waren we daarvoor net te laat boven. Helaas hebben we ook geen drugsplantage kunnen ontdekken, slechts velden vol theeplanten - had toch leuk geweest.
De terugweg naar Chiang Mai zorgde voor een déjà vu naar de terugrit naar Vang Vieng: een eindeloze donkere bergweg met vele haarspeldbochten. Gelukkig was de rit terug naar Chiang Mai maar een uurtje. Nu we de scooters toch hadden, werd er besloten om KFC te gaan eten in een shoppingmall buiten de stad - eindelijk weer eens fast food.
Geschreven door TimNicole