Gisteren zijn we in een goed uur van Jakarta naar Yogyakarta gevlogen. Aangezien vliegen net zo duur (€25 pp) bleek als een treinrit van acht uur, hadden we er voor gekozen te gaan vliegen. Echter, achteraf gezien hadden we net zo goed met de trein kunnen gaan. Hoewel we om vier uur in de middag pas vlogen, werd ons vanwege het drukke verkeer aangeraden om voor de zekerheid toch al om twaalf uur de bus vanaf het station naar het vliegveld te pakken. En eenmaal aangekomen kostte het ons ook nog zeker twee uur om vanaf de luchthaven met de lijnbus bij ons guesthouse te komen. En in de trein hadden we tenminste rustig kunnen gaan zitten en naar buiten kunnen staren.
Dat het meer traditionele Yogyakarta wel geliefd is bij backpackers bleek toen we zaterdagavond bij ons guesthouse aankwamen. Deze was gelegen in een straat vol ho(s)tels, restaurants, bars en tour agencies en het wemelde er van de toeristen en backpackers. Er hing een heel andere, relaxte sfeer dan in het drukke en zakelijke Jakarta.
Na 's morgens, net zoals veel voorgaande dagen, al vroeg gewekt te zijn door een imam die oproept tot het gebed, was het ook voor ons vandaag een luie uitslaap-zondag; even bijkomen van alle drukke dagen. Aan het eind van de middag wilde we nog wel het 'Kraton' gaan bekijken, de ommuurde oude koninklijke enclave van Yogyakarta. Maar omdat het inmiddels al vier uur was, bleken de twee paleizen in het Kraton al gesloten en verder bleek deze oude binnenstad niet echt bijzonder. Een oude man had ons wat verdwaald zien staan rondkijken en vroeg ons heel vriendelijk of hij ons ergens mee kon helpen. Hoewel we in eerste instantie een beetje afhoudende waren - hij wilde ons vast iets aansmeren - bleek dit in zijn geheel niet het geval. De man vertelde dat hij iedere dag tijdens openingsuren muziek speelde in het paleis en dat hij het jammer vond dat wij nu te laat waren om dit nog te kunnen zien. Hij bevestigde dat er in het Kraton verder inderdaad weinig meer te zien was op dit tijdstip. Hij vroeg of we misschien interesse hadden om Batik art markt te bezoeken. Omdat we nog wel iets wilden zien vandaag en de man het ons zeker aanraadde, besloten we daar een kijkje te gaan nemen.
De beste man regelde voor ons zelfs nog een 'Becaks' (fiets-taxi) voor een 'normal price'. Naast cultuur snoven we zo ook nog een heleboel Javaanse uitlaatgassen naar binnen - heerlijk. Eenmaal onderweg bleek nog best een eindje rijden en halverwege de rit kregen we medelijden met onze chauffeur. De oude man hijgde zich suf als hij heuvel-op moest fietsen en moest soms zelfs afstappen om te duwen in plaats van trappen. We voelde ons nu echt de typische blanke, rijke toeristen die zich voor een schijntje rond lieten fietsen door een arme, zielige oude local. Achteraf lazen we dat we toch gewoon een toeristen-tarief hadden betaald - vier keer het normale tarief - maar dat gunden we deze man van harte.
Eenmaal aangekomen bij de markt, kregen we spontaan een demonstratie en uitleg over Batik art. Het is een traditioneel Javaanse schilderkunst waarbij gebruik gemaakt wordt van was en kaarsvet en waarbij de kleuren heel bijzonder oplichten. Na ruim een uur door allerlei schilderijen geneust te hebben, besloot Nicole uiteindelijk zelf ook twee schilderijen te kopen. Het voordeel van Batik art is dat het gewoon opgevouwen in een backpack meegenomen kan worden en dat het zelfs kan worden afgewassen en gestreken - ideaal.
Na de Batik art markt zijn we nog over een nachtmarkt met kleding- en eetkraampjes gelopen. Na hier iets gegeten te hebben, hebben we bewust een gemotoriseerde Becaks terug naar ons hostel genomen.
Geschreven door TimNicole