Ruïnes in Ayutthaya

Thailand, Ayutthaya

Eenmaal op het busstation in Chiang Mai bleek gisterenavond dat we bij toeval een superdeluxe bus hadden geboekt naar Ayutthaya. De bus had iets weg van de business class van een vliegtuig, met grote stoelen, eigen TV én een stewardess (of hoe noem je dat in een bus?). De bus was dan ook wel wat duurder geweest dan de 'gewone bussen' naar Ayutthaya, maar dit was de enige bus die niet midden in de nacht aankwam. Slapen bleek dan ook geen probleem de afgelopen nacht. We brachten het er zelfs goed vanaf dat de 'stewardess' ons waarschuwde toen we in Ayutthaya waren; anders waren we in Bangkok wakker geworden. En toen stonden we daar vanmorgen om zes uur 's morgens half slapend langs de snelweg, op nog zo'n vijf kilometer vanaf het centrum van Ayutthaya. Gelukkig leeft Thailand 24 uur per dag en was het parkeerterrein waar we waren gedropt verre van uitgestorven. Na ons ontbijtje van de bus op te hebben gepeuzeld, zijn we per tuk-tuk naar ons guesthouse gegaan.

De stad Ayutthaya is de voormalige hoofdstad van Thailand. De drie rivieren die de stad omsluiten, waren ideaal voor het drijven van handel en vormden tevens een natuurlijke barrière tegen vijandelijke invasies. Toch werd Ayutthaya in 1767 veroverd door de Birmezen en sindsdien is Bangkok de hoofdstad van Thailand. Tegenwoordig is de oude binnenstad van Ayutthaya één groot openluchtmuseum met vele ruïnes die herinneren aan de glorietijd van de stad. Als echte Nederlanders hebben we vandaag fietsen gehuurd om de stad te kunnen verkennen.

Voordat we de ruïnes in Ayutthaya zijn gaan bekijken, hebben we allereerst een bezoek gebracht aan het Tourist Information Center om meer te weten te komen over de geschiedenis van Ayutthaya. Vervolgens zijn we naar de Wat Phra Si Sanphet ruïnes geweest en de aangrenzende Wihan Phra Mongkhon Bophit tempel. De Wat Phra Si Sanphet was ooit één van de belangrijkste tempels in Thailand. Helaas is de 250 kilo massief gouden Buddha die er ooit stond door Birmese landje-pikkers omgesmolten.

Na de lunch zijn we naar de Wat Phra Mahathat gegaan. Hier bevind zich de meest gefotografeerde plek van Ayutthaya: een zandstenen Buddha-hoofd dat is omstrengeld door de wortels van een boom. Het verhaal gaat dat dieven honderden jaren geleden dit Buddha-hoofd hebben willen stelen, maar om onbekende reden deze zolang hebben willen verstoppen in de holte van een boom. Er worden magische krachten toegekend aan Buddha-hoofden en daarom zijn er tegenwoordig nog maar heel weinig Buddha-beelden in Ayutthaya die niet zijn onthoofd - over respect voor het boeddhisme gesproken. Omdat het verstopte hoofd nooit meer is opgehaald, is het in de loop van de jaren helemaal omgroeit door de boom en levert het tegenwoordig een mooi plaatje op. Buiten dit valt er ook weinig meer te zien dan ruïnes bij Wat Phra Mahathat.

Al fietsend door Ayutthaya hebben we een aantal keer olifanten op de weg ingehaald. Luie toeristen laten zich op de rug van deze olifanten rondrijden tussen de verschillende bezienswaardigheden in de stad. Het ziet er natuurlijk super leuk uit, maar het blijkt bijzonder slecht voor een olifant om op zijn rug te zitten. De bolling van de rug van een olifant is het kwetsbaarste deel van zijn lichaam en het slijt erg snel als het te zwaar wordt belast. Bovendien gebruiken de 'verzorgers' van de olifanten ijzeren haken om ze aan te sporen iets te doen. Omdat een olifant een erg dikke huid heeft, zou het normaalgesproken niet veel merken wanneer hij zou worden geprikt. Speciaal daarom zijn de olifanten verwond aan hun oren en kop zodat een lichte pijnprikkel op het littekenweefsel al voldoende is om de olifant te corrigeren. Maar het ergste dierenleed dat een dergelijke olifant moet ondergaan is nog wel de Phajaan ceremonie waarbij de ziel van een jonge olifant van het lichaam wordt gescheiden. Een jong olifantje wordt van zijn moeder weggenomen en net zo lang uitgehongerd en gemarteld (voor weken) totdat het onderdanig is geworden aan zijn 'verzorgers'. Zodra de olifant onderdanig is geworden, kan het worden getraind voor circussen en het rondrijden van toeristen. Graag hadden wij in Chiang Mai, Ayutthaya of Kanchanaburi ook nog een dag of twee op één van de tientallen olifantenparken willen besteden, maar er zijn maar zeer weinig parken waar er echt diervriendelijk - geen haken, lange kettingen, geen kunstjes en niet rijden - met de olifanten wordt omgegaan en ze niet slechts als geldmachines worden beschouwd. De paar 'goede' parken die er zijn, zijn tot ver vooruit volgeboekt. Daarom hebben we er maar voor gekozen om er vanaf te zien; we hebben echter al olifanten gezien in Sumatra. Hierbij moet wel gezegd worden dat de olifanten die wij in Indonesië hebben gezien ook met haken werden aangespoord om kunstjes te doen; ook niet zoals het hoort dus. Maar de activiteit maakte toen deel uit van het programma en zelf waren we ons nog niet zo bewust van het welzijn van deze dieren.

Na de Wat Phra Mahathat tempel te hebben bezocht, zijn we op weg gegaan naar de Wat Chai Watthanaram. Onderweg zijn we nog langs de Wat Lokayasutharam gekomen, één van de grootste en oudste liggende Buddha's in Thailand. De Wat Chai Watthanaram lag tot veertig jaar geleden diep verstopt in de jungle, maar is tegenwoordig een van de mooiste tempels in Ayutthaya. Na hier rondgekeken te hebben, zijn we naar de Wat Phanan Choeng gefietst. Deze tempel wordt naast toeristen ook nog druk bezocht door boeddhistische Thai. We waren er getuigen van een ceremonie waarbij alle gelovigen werden bedekt onder de goudgele sjaals van een immense Buddha. Op deze manier hadden de gelovigen een nauwer contact met Buddha en dat zou hen voorspoed moeten brengen. Dit alles wel tegen betaling natuurlijk. In alle (boeddhistische) tempels waar we al zijn geweest zijn, waren er vele verschillende manieren waarop gelovigen hun uiting konden geven aan het boeddhisme en/of de goden gunstig konden stemmen, zoals bijvoorbeeld door het doneren van geld voor (overleden) monniken of tempels, het kopen van lampionnen of bladgoud, enzovoorts, enzovoorts. Van al deze inkomsten moeten de vele monniken tenslotte in levensonderhoud worden voorzien en moeten alle tempels onderhouden worden.

Als laatst hebben we vandaag nog Baan Hollanda gezocht, een museum over de geschiedenis van de Nederlandse nederzetting op die plek ten tijde van de VOC dat is geopend door koningin (toentertijd) Beatrix herself. Alle Chinese goederen en specerijen werden door de VOC via Ayutthaya naar het hoofdkwartier in Batavia (Indonesië) gebracht. Bovendien had de VOC een inter-Asia handel opgezet waarbij de VOC een leidende rol had in de onderlinge handel tussen verschillende Aziatische landen, ook vanuit Ayutthaya. De Nederlanders hebben zich uiteindelijk teruggetrokken uit Ayutthaya net voordat het werd verovert door de Birmezen. Het was erg interessant om te zien wat voor vooraanstaande rol Nederland heeft gehad in de gouden eeuw, ook buiten Indonesië. En nog leuker (en lekker) was dat het museum stroopwafels verkocht - dat was lang geleden.

Na dit Thaise Holland House te hebben bezocht, vonden we het wel welletjes geweest voor vandaag en keerden we terug naar ons hostel. Onderweg stuitten we echter op afgesloten straten vanwege een mega fiets-evenement. Ter ere van de verjaardag van zijn vader, heeft de zoon van de koning vandaag het 'Bike for Dad' evenement georganiseerd. In alle steden in Thailand worden er fietstochten georganiseerd voor de Thaise inwoners om hen samen te brengen in naam van de koning. Alleen al in Ayutthaya deden er tienduizenden mensen mee aan het evenement; achteraf gezien hadden we geluk dat we nog een huurfiets hadden kunnen bemachtigen vanochtend. Van groot tot klein fietste in één lange parade door de stad. Omdat wij dezelfde richting op moesten, besloten we gezellig een deel van het parcours mee te fietsen, al vielen we erg op omdat we als enige niet het bijbehorende gele shirt droegen.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.