Gisterenochtend hebben we Gili Trawangan per fastboat - een soort grote speedboot met heel veel stoeltjes - verlaten, en zijn we terug gevaren naar Padangbai op Bali. Van daaruit zijn we per taxibusje doorgereisd naar Ubud, het culturele centrum van Bali. Ondanks dat er meer blanken over straat lopen dan locals, doet het stadje nog erg rustiek en authentiek aan met overal gezellige kleine winkeltjes, restaurantjes en hindoeïstische tempeltjes. Het hindoeïstische geloof van de Balinese bevolking is daarnaast ook duidelijk terug te zien aan de altaartjes met offers van bloemen en eten bij ieder huis, winkel, restaurant en hotel om daarmee de kwade geesten weg te houden en de goede te verwelkomen.
Vandaag hebben we bij ons hotel, gelegen tussen de rijstvelden net buiten Ubud, een (moter)scooter gehuurd om de omgeving van Ubud te gaan verkennen; Tim als bestuurder en Nicole de navigator. Hoewel het links rijden even wennen is, ging dit al vrij snel vanzelf en reden we vlotjes met het overige verkeer mee. Waar we ons eerst nog verbaasde over de rijstijl van de Indonesiërs, doen we nu zelf niet anders omdat het anders totaal niet opschiet: links inhalen, rechts inhalen, over de stoep inhalen, al claxonnerend kruispunten oversteken, etc. Allereerst hebben we Goa Gajah, oftewel de olifantengrot, bezocht. Onderdeel van dit boeddhistische tempelcomplex is een door de mens uitgehouwen en fraai gedecoreerde grot met hierin meerdere altaren. Na hier te hebben rondgekeken, zijn we doorgereden naar het nabijgelegen Yeh Pulu. De achtergrond van deze tussen de rijstvelden gelegen rotsversiering is onbekend, maar mooi om te zien was het wel. Vervolgens zijn we naar Gunung Kawi gereden. Deze acht meter hoge steenfiguren, uitgehouwen in de kliffen aan beide zijden van de Pakrisan rivier, zijn erg indrukwekkend om te zien. Hierna hebben we het hindoeïstische bedevaartsoord Pura Tirta Empul bezocht. Bijzonder om te zien is hoe alle hindoeïstische gasten er offers kwamen brengen en zich kwamen wassen in het heilige water van de aanwezige bron. Op een heuvel naast het tempelcomplex heeft de voormalige president van Indonesië Soekarno een paleis laten bouwen. Er wordt beweerd dat deze liefhebber van vrouwelijk schoon dit onderkomen speciaal heeft laten bouwen om de in de bron badende vrouwen te kunnen bespieden.
Na al deze historische bouwwerken te hebben bewonderd, zijn we in de namiddag door de Jatiluwih rijstterrassen gereden. Deze rijstterrassen zijn in de loop van honderden jaren met grote precisie aangelegd op steile bergwanden en zijn vanwege de grote schoonheid aangemerkt als UNESCO werelderfgoed. Na het adembenemende uitzicht te hebben aanschouwd, besloten we terug te keren naar ons hotel. Eenmaal onderweg bleek dat we met nog meer dan een uur rijden nog maar één werkende telefoon hadden, met nog minder dan tien procent batterij. Dat was geen fijn idee aangezien we zonder de navigatie-app nooit de weg terug zouden vinden over de inmiddels donkere landweggetjes. Zo min mogelijk de telefoon gebruikend, redde de batterij het gelukkig toch nog net en kwamen we uiteindelijk zonder problemen aan bij ons hotel - al leek het volgens Tim eindeloos te hebben geduurd en hadden we beiden genoeg van het zitten op de scooter. Bovendien is onze levensverwachting waarschijnlijk wel drastisch afgenomen door de grote hoeveelheden benzinedampen die we onderweg hebben ingeademd.
'S avonds zijn we in het centrum van Ubud Balinese tapas gaan eten in een sfeervol Balinees restaurantje. We zijn het er beide over eens dat dit ver uit het lekkerste Indonesische eten is dat we tot nu toe op hebben. We baalden dan ook dat er de volgende avond een rij stond bij het restaurant en we ergens anders moesten gaan eten.
Geschreven door TimNicole