Vandaag is het de bedoeling niet zo'n grote afstand af te leggen. Uiteindelijk toch nog 17,5 km. We ontbijten bij een bakker, met een hele grote kan vrij slappe koffie.
Dan nog even langs de Carre-four voor fruit en water. Het kraanwater hier is echt niet lekker. We moeten even wachten want de winkel is nog niet open, maar als we alles hebben kunnen we gaan.
Heuvel op, als gewoonlijk, maar het moet gezegd; de uitzichten zijn weer prachtig. De stemming is goed, de hemel is blauw. Al snel doe ik mijn rugzak af om mijn vest uit te doen. Het routeboekje leg ik op een ijzeren slagboom, mijn hoedje hou ik op. Als het vest in de rugzak zit kunnen we verder. Het is een licht glooiende weg met weinig verkeer. Het tempo gaat goed. Als we bij Horsarrieu komen wil Frank het routeboekje pakken. Oeps, dat ligt nog op de ijzeren balk, een heel stuk terug.
Ik besluit dat ik echt niet de hele weg terug ga lopen, en hou de eerste de beste auto aan. De chauffeur heeft geen zin ons te helpen, blijft "désolee" (sorry) zeggen en peert er tussenuit.
De volgende auto is een mevrouw die gelijk de voorstoel leeg maakt en mij voorin laat zitten. Op zijn Frans scheurt ze over de weg, het stuk wat wij zojuist in gepaste rust hebben afgelegd. Ja, het boekje ligt er nog, we scheuren terug en na een foto van mevrouw en "Un grand merci" gaat zij weer verder, en wij ook in tegenovergestelde richting.
Wij gaan aan de koffie in de plaatselijke kantine. Veel posters aan de muur van wat wij denken dat stierenvechten is maar de sport heet "la Course Landaise". Elk wat groter stadje heeft een arena voor deze "sport". Het blijkt geen stierenvechten te zijn, maar iets met koeien! Er wordt niet met speren gespiest ... En er vloeit geen bloed, tenminste, als de soort toreadoren die bij deze variant anders heten, niet voor de voeten van de koeien gaan lopen. De bedoeling is dat ze op een sierlijke manier de aanstormende koe ontwijken (de écarteur), of er lenig overheen springen (de sauteur), vliegen of zelfs met de voeten in een Béret Francaise gestopt de sprong over de koe maken.
We vervolgen onze tocht. Het blijft prachtig weer, het is een mooie route, hoewel wel weer veel over asfalt.
In het volgende dorp is een picknick bank. De schoenen gaan uit, Frank kookt water voor koffie en thee. Ik loop over de begraafplaats van de kerk. Veel bloemen.
Ik ontwaar een graf met daarop;familie Clemens... Zou ik dan toch Franse voorouders hebben?
We wandelen over een spoorlijn zonder trein, langs een watermolen met het helderste water en gaan de heuvel op waarachter Saint Severin.
Bij de tourist informatie krijgen we de code van de abdij. 2 slaapkamers, met 8 stapelbedden. Prachtige douches, wasmachine, keuken en leefruimte.
Een Belg laat zich af en toe zien en is de hospitaliero. Met 4 pelgrims is er ruime keus om een bed uit te zoeken.
Een Belgische dame slaapt alleen, ik slaap bij Frank en nog een Duitser op de kamer.
Als we allemaal fris gedoucht zijn pakken we met hem een terrasje. Het is zwoel weer. Om half 8 gaan we naar de pizzeria. We eten prima, na het eten regent het... en liggen om half tien onder de wol.
Morgen gaan we niet ver lopen, 12 km denk ik. Ik heb last van mijn heup, en wat rustiger aan is geen luxe. Van de Duitser horen we dat het een vrijwel vlak traject zal worden, en van de Belgische krijgen we het tel nummer van een chambre d'hôte. We reserveren het voor morgen en gaan blij slapen. We kunnen rustig aan doen, op ons gemak ontbijten en met plezier gaan wandelen...
A demain...
Totaal gelopen 172,7 km
Geschreven door Op.weg.Frank.en.Anita