Na best een goede nacht staat het ontbijtje al klaar. Het smaakt ons goed. Onze gastvrouw vertelt wat over haar leven. Was activiste in Moldavië, studente, maar nu na vele omzwervingen dus eigenaresse van een B&B in Duitsland. En in blijde verwachting van haar eerste kindje.
We mogen het overbodige uit de rugzak achterlaten en mijn rugzak wordt met deze actie 1,5 kilo lichter. Volgende week halen we de spullen met de auto weer op. Dan begint dag 2...allemachtig...de eerste klim het dorp uit liegt er niet om. Hoeveel % die stijging is weet ik niet maar het is zelfs voor geoefende wandelaars een flinke klim. Bovengekomen stopt een auto. Of we pelgrims zijn? Jazeker, voor een paar dagen! De man wijst ons erop dat we fout gelopen zijn, de schat. Snel nemen we het goede pad. Ik merk dat onze snelheid na de eerste klim niet hoog ligt. Onze spieren moeten echt nog wennen aan de heuvelen en aan de rugzak natuurlijk. We komen een automaat tegen, overkapt waar we appelwijn, verse boerenmelk kaas en worst kunnen kopen. Geld in de machine en je boodschap komt er vanzelf uit. Er staan 2 stoelen bij met kussentjes. We kopen niets, moeten immers alles meesjouwen, maar maken van ons eigen gekookte water een lekkere mok koffie. Wat verderop kun je appels kopen en geld in een doosje achterlaten. We blijken op de Duitse cider route te lopen, viez heet het hier.
In Fisch komen we bij een Jacobskerkje in het bos. We kunnen zelf een stempel in ons paspoort zetten. Het blijkt dat er erg veel Clemensen wonen, en gestorven zijn, familie? Wie zal het zeggen. Naast het kerkje is een bron. Een oude man spreekt ons aan, pelgrims hè? En vertelt dat we er bijna zijn. Nou die meneer weet het niet meer zo goed hoor... achteraf lopen we nog uren voor we in Sinz zijn. In de verte wordt het nevelig en al gauw klettert de regen op ons neer. De rugzak regenhoes wordt over de rugzak gedaan, maar ik wil ook mijn rugzakponcho uitproberen. Frank helpt me in de tent en als een felblauwe reuzenslak stap ik langzaam langs de berghelling. Gelukkig stopt het snel met regenen. We wandelen over de heuvelrug met een fenomenaal uitzicht. In de verte de hoge flats van Luxemburg stad en naar het zuiden de drie koeltorens van de kerncentrale van Thionville die grote wolken waterdamp uitbraken. Dit uitzicht houden we de rest van de dag. In Merzkirche was voorheen een pelgrimsherberg en we willen daar een kopje koffie. Het blijkt dat de herberg niet meer bestaat, maar na aanbellen maakt mw een lekkere kop koffie waarna ze bij ons aanschuift en zich een zeer geanimeerd gesprek ontspint over keuzes maken en stoppen met werken, tja, toeval bestaat niet!
Nog 7 km verder ligt Sinz, een klein plaatsje waar we een hotel hebben geregeld. Mw vroeg of we wilden bellen als we er bijna waren, dan zou ze naar boven komen. Ik snap niets van die opmerking, maar zoals afgesproken bellen we haar op als het dorp in zicht komt. Als we aankomen staat ze ons op te wachten. We zijn de enige gasten, ze wil wel een goede omelet bakken voor ons. Daarna wil ze weer naar huis want daar heeft ze nog van alles te doen. Eigenlijk is het hotel dicht maar omdat we pelgrims zijn mogen we er slapen.
Om 18 uur staat beneden een giga omelet, boterhammen, roomboter, ham en reuze augurken. Niet eerder zag ik zulke grote "gurken". Mw gaat naar huis en wij mogen de waterkoker gebruiken in de grote keuken voor een kopje thee. Zitten we met zijn tweetjes in een verder leeg hotel. Zullen we een feestje bouwen, of in elke kamer een wasje doen? Nee laten we het maar netjes houden, maar het is wel grappig. Frank waagt zich achter de tap maar verder gaan we niet!
Ik heb een klein blaartje op de teen, hoop morgen toch weer een stukje te kunnen lopen.
We nemen een heerlijke hete douche, doen ons eerste wasje, Frank kijkt tv en ik schrijf een stukje.
Nu nog even uitzoeken waar morgen ons hoofd te rusten wordt gelegd. Voor nu nog een slokje wijn en dan een lange nacht voor de broodnodige rust...
Tot morgen...
Geschreven door Op.weg.Frank.en.Anita