De ochtend besteden we wandelend door Gyor. Een mooie stad, die in de middeleeuwen de frontlinie vormde in de strijd tegen de Ottomanen. De stadsmuren, en allerlei beelden herinneren aan de strijd die gevoerd werd om de islamitische legers tegen te houden.
De stad heeft vele straatjes met kleurige gebouwen, en originele fonteinen. Met enige spijt moeten we Gyor in het begin van de middag verlaten, want we willen immers nog veel meer van Hongarije zien.
Het vlakke land rond Gyor (de kleine Hongaarse laagvlakte) wordt al snel heuvelachtig naarmate we verder oostwaarts gaan. We komen aan in de kleinere stad Esztergom, vlak bij de grens met Slowakije. De Donau (ja, daar is ie weer!) vormt daar de grens tussen de twee landen.
Esztergom lijkt een beetje op Gyor, maar is wat minder goed onderhouden. Toch is het hier vrijwel net zo leuk om rond te lopen. Wij raken een beetje gewend aan de gang van zaken in Hongarije en het is best relaxed. In de stad zijn vestingen gebouwd op een tweetal hoge rotsen. We gaan via een pad en stenen trappen omhoog naar waar eens zo’n vesting stond, maar nu meer ruïne restanten van over zijn. Op de top van de rots staat nog wel een kerkje.
We hebben werkelijk een spectaculair uitzicht. We kunnen heel mooi het andere zeer oude vesting-paleis zien die bepaald geen ruïne is, en de prachtige dom die ernaast staat. (Esztergom is de bisschoppelijke hoofdstad van Hongarije, en deze dom is de grootste kerk in het land). We kijken ook uit over de stad en zien de Donau, en Slowakije aan de overkant van de brug. We kunnen geen genoeg krijgen van dit prachtige uitzicht.
Maar het wordt half vijf en tijd om een restaurantje op te zoeken en een hotel te boeken. We hebben echter nog geen tien passen gedaan of er klinkt een melancholische melodie, die tot in de verre omtrek te horen moet zijn. We hebben geen idee waar het vandaan komt of waarom het klinkt. Maar het geeft een bijzonder wonderlijke sfeer terwijl we daar zo staan op ons hoge uitkijkpunt. Fantastisch!
Geschreven door LetsgotoAmerika2016