Vandaag kun je op eigen gelegenheid Boedapest verkennen of een bezoek brengen aan een thermaal bad.
Vlak bij de camping is een bushalte (station: Egyenes utcai lakotelep), die je naar een metrostation brengt. Via de U2 word je door de metro in het centrum van Boedapest afgezet (station: Deak Ferenc ter)
Het openbaar vervoer voor is gratis voor 65+ers. Denk aan je legitimatiebewijs!

De hoofdstad van Hongarije heeft met meer dan dertig lijnen het dichtste tramnet van Europa. In 1885 reden er al vijftien paardentrams. Twee jaar later begon de elektrificatie. Lijn 2 is met z'n zes kilometer een korte, maar wel de mooiste rit. Hij volgt in het stadsdeel Pest de bocht van de traagstromende Donau en biedt een mooi uitzicht op de art noveau-gebouwen, de heuvels en het kasteel van Boeda aan de overkant, en passeert in Pest meerdere "must-sees". Neem de tram heen- en terug, twee keer 20min, en je ziet alles. Zoals de immens grote, gotische parlementsgebouw en de machtige Kettingbrug. De tram rijdt ook langs de plek waar zestig paar schoenen staan. Ze vormen een monument voor de Joden die in 1944 aan de Donau door de nazi's zijn vermoord. Bij de halte Fövám-plein liggen de bedrijvige Centrale Markthal en de Vrijheidsbrug.

Badhuizen in Boedapest zijn één van de meest aantrekkelijke bezienswaardigheden van de stad. Er is geen hoofdstad in de wereld die zo rijk aan badhuizen is als Boedapest. De Romeinen die in dit gebied leefden wisten al van de medicinale werking van de thermale bronnen. En zij gebruikte dat warme water niet alleen om in te baden, maar ook als vloerverwarming voor hun huizen. Toen in de
middeleeuwen de pest verscheen geloofden de meeste Europeanen dat baden ongezond was en ze reinigden zichzelf zelden. Je kunt je voorstellen welke geur dit verspreidde. Het is geen wonder dat in die tijd de parfums zijn uitgevonden. De Turken brachten tijdens hun bezetting van het Hongaarse koninkrijk de badcultuur terug naar Boedapest en er was sprake van een echte revival in de 20e eeuw. En ook vandaag aan de dag zijn de badhuizen populairder dan ooit. Hongaarse artsen adviseren nog steeds thermale waterbehandelingen aan veel van hun patiënten. Afhankelijk van hun symptomen om erin te zitten of zelfs te drinken. Uiteraard gaan de Hongaren niet alleen naar het badhuis als ze klachten hebben, maar preventie is het belangrijkst van alles. En een ontspannen dag in een spa is altijd een goed idee. Maak een keuze uit de drie mooiste badhuizen in Boedapest en bepaal zelf welk badhuis het beste bij jou past.

Met drie grote buitenbaden, vijftien binnenbaden en de vele sauna’s is het Széchenyibad het grootste kuuroord van Europa. Het is ook zeker het meest bezochte badhuis van de stad onder toeristen. In het buitenbad van 38 graden kun je zien hoe oude mannen al badderend de dag doorkomen met potjes schaak. Je raakt hier niet snel uitgekeken op de NeoBarokke bouwstijl en het is dan ook een prima plek om mooie foto’s te schieten. Hier heb je ook elke zaterdag de befaamde Sparty – een groot dancefeest in het badhuis zelf. Een hele bijzondere ervaring voor elke partyganger.

Het leuke aan Rudas is dat het twee totaal verschillende stijlen heeft. In het recent gerenoveerde gedeelte heb je een hedendaags strak design met felle kleuren, aan andere kant van het badhuis badder je in het ruim 400 jaar oude Ottomaanse gedeelte. Het warmste bad is 42 graden en er wordt geadviseerd om hier niet langer dan 5 minuten in te zitten. Rudas heeft 11 binnenbaden en slechts één klein buitenbad, maar vanuit het kleine buitenbad heb je wel een prachtige uitzicht op Pest en
de Elisabethbrug. Op vrijdag en zaterdag kun je zelfs tot diep in de nacht badderen. Let er wel op dat er aparte tijdstippen zijn voor mannen en vrouwen om te badderen. In het weekend en in specifieke slots op donderdag en vrijdag kunnen ze wel samen. Het wellenss-gedeelte is altijd co-ed.

Gellért, dat het thermale water een helende werking heeft is al eeuwen bekend. In de middeleeuwen stond hier een ziekenhuis, in de 16e en 17e eeuwen gebruikten de Ottomanen deze locatie als badhuis en tegenwoordig zijn er zelfs zorgverzekeraars die een bezoek aan dit badhuis vergoeden. Het
badhuis staat bekend als de chicste van de drie en is gebouwd in een art nouveaustijl. Een leuk extraatje is het golfslagbad uit 1927, de eerste in Europa.

Goed om te weten In de meeste badhuizen van Boedapest moet je apart betalen voor een kluisje voor je spullen en ook als een apart kleedhokje wil. In het weekend betaal je meer voor een entreekaartje dan door de week, als je daar rekening mee houdt, houd je ook je portemonnee te vriend.
Het dragen van badmutsen is overal verplicht, zorg er dus voor dat je er een mee hebt. Je kan ook altijd wel een badmuts ter plekke kopen, hier betaal je dan uiteraard wel meer voor dan in de winkel.

Overige bezienswaardigheden Boedapest:
De Grote Synagoge, Schoenen op de oever van de Donau en de Erzsébet uitkijktoren.

Geschreven door Ivie74