Vanochtend al vroeg wakker geworden van de wind die de tent flink doet klapperen. De camping ligt bij rotsheuvels maar aan de voorkant is het één vlakke woestijn tot aan de Brandberg. We ontbijten even snel en gaan dan dezelfde weg terug als gisteren en draaien al vrij snel richting Henties Bay.
De weg is witgeel, de omgeving is witgeel met hoopjes begroeiing. Er loopt een enkele struisvogel. Langs de kilometers lange, kaarsrechte weg staat een fietser stil. Hij lijkt ok maar toch maar even checken. Het blijkt een Nederlander te zijn die twee maanden aan het rondreizen is in Namibië. Hij had even een eetpauze. Het water wat we hem aanbieden is welkom. Zijn fles blijkt te lekken, dus krijgt hij de onze. Wat een onderneming in dit land. Hij heeft weliswaar 3 grote waterflessen van twee liter bij zich, maar de afstanden zijn zo groot hier.
Een stukje verderop worden we gemaand tot stoppen door een dichte safari auto. Het blijkt dat er een slang op onze weghelft ligt en niet zo’n kleintje ook. Het is de Kaapse Cobra, ca drie meter lang en dodelijk. Mmmm hier is die fietser dus ook gepasseerd. Koen loopt er met een grote boog omheen om foto’s te maken en het beest volgt nauwgezet elke beweging. We attenderen andere passanten op het beest en er ontstaat zowaar een kleine opstopping in the middle of nowhere. We proberen de slang van de weg af tekrijgen door er met de auto op af te rijden, maar het beest richt zich alleen maar dreigend naar de auto op. Dan maar hopen dat hij zometeen zelf weggaat en dat anderen hem ook op tijd zien.
In Henties Bay gaan we lunchen bij Fishy Corner. Net als vorig jaar erg lekker verse vis en goed klaargemaakt. Aan de temperatuur is goed te merken dat we aan zee zitten; in de schaduw is het frisjes.
Dan verder naar Swakopmund. Hier halen we een permit bij het NWR bureau voor het Namib Naukluft park. De dame is niet heel erg vriendelijk en weet buiten de permit om geen duidelijke info te geven over het kamperen. We gaan nog op zoek naar een korte broek voor Koen en een safari dierenboek. Laatste gelukt, eerste niet.
We gaan op weg naar de camping. Zowel in de stad als er buiten zijn er wegwerkzaamheden en omleidingen en net duurt even voordat we op de goede weg zitten. De weg loopt door een lege vlakte, met links van ons continu een bovengrondse pijpleiding. Ergens moeten we een keer linksaf maar ik zie nog niet wat er zo bijzonder is aan het gebied behalve de Welwitsja planten. Als we het gebied indraaien en dieper inrijden, komen er bergen in beeld. Het landschap is in één bocht van saai naar spectaculair veranderd. We vliegennet even met de drone. Vlak na de droge rivierbedding liggen een aantal kampeerplekken. Behalve een toilet boven een gat in de grond, een braaiplek en een zitje, is er niks. Er is niet eens een receptie. We zijn de enigen! Onze permit is blijkbaar ook meteen je toestemming om te kamperen. We genieten van de plek in de laatste avondzon.
Geschreven door Githa.op.reis