Om 9.00u rijden we vanaf de camping van Mankwe Bush lodge via een lange, rechte, stoffige weg die op de grens van Chobe en Moremi loopt, naar de North entrance van het Moremi Game reserve. We moeten ook nu weer om dezelfde ondergelopen weg heen rijden. De weg richting de entree blijkt ook geblokkeerd te zijn en we draaien om. Net als wanneer op een mountainbike route de plassen te groot worden, is ook hier een kruip-door sluip-door route vanzelf gevormd. Dan komen we door het dorpje Khwai. Het heeft een kliniek en een primary school. Het ziet er allemaal goed verzorgd uit. Eromheen weer allemaal kleine huisjes van, ik denk drie bij vier meter. Groter zijn de huisjes niet. In het dorp staat een klein huisje met erop: ‘Khwai shopping center’ en een ‘Tuckshop’ met tralies en een groot slot op de deur. Petros vertelt dat dit een illegale bar is. In het groot staat op de buitenkant: ‘liquor en beer’. Om bij de North Gate (Khwai) van Moremi Game Reserve te komen, moeten we de Khwai rivier oversteken met een houten bruggetje van houten palen. Pim en Ingrid gaan eerst. Er is links en rechts amper speelruimte. Het bruggetje heeft maar heel lage zijkanten dus bij het minste of geringste….. het piept en kraakt. Raam open, riem los en ik uit het raam hangen om te kijken of het past. Ingrid geeft vanaf de overkant aanwijzingen via de walkie-talkie. Koen heeft steeds de neiging om naar links te sturen en al snel rijdt hij de zijkant op. Naar LINKS! Ehm.. zegt Koen, ik ga liever even een stukkie terug. Stapvoets rijden we er overheen. Onze banden passen precies in de breedte en bij het minste of geringste krijgen die dikke banden grip en rij je dus op de ‘reling’. Eventjes later komt nog een houten brug, maar deze is gelukkig breder en we rijden er zonder problemen overheen.
Bij de park entree checken we in en informeren naar een kampeermogelijkheid in het park. Prijs? 250. Das niks! 250 Pula, dus ca 25 euro. Helaas, 250 dollar voor ons vijven…. oepsie, dat zijn andere bedragen. Maar overnachten in het park is gegarandeerd mooier dan vanavond weer die hele hobbelweg terug te moeten rijden en dan morgen weer…. en zo bijzonder is Mankwe camping ook weer niet. De 3e nacht zullen we er immers toch weer terug moeten gezien de ligging ten opzichte van Maun en het plan om op tijd terug in Maun te zijn om een tocht met een Mokoro te kunnen doen.
We rijden steeds omweggetjes. Het gewone pad is dan helemaal onder water en er is een extra pad naast het gewone pad ontstaan. Soms zelfs een derde pad naast het tweede pad. Dit is echt offroad rijden door modderpoelen en langs randen met één wiel door het water. We hangen regelmatig schuin in de auto.
We stoppen bij een prachtige uitzichtplek waarbij je over de Kwai rivier kijkt en maken foto’s. Je kunt er met een houten trap naar boven en het is een houten uitkijkpost. We hebben er een prachtig uitzicht. We zien olifanten en een vogel met vijf kleintjes in het rietgras.
We rijden weer en komen een paar auto’s tegemoet. Ze stoppen en vragen aan ons of we wild hebben gezien, want ze hebben niets gezien. We rijden weer door en nog geen 100 meter verderop zegt Petros: ‘stop, stop’ en we moeten een paar meter terug. En daar liggen ze ……twee mannetjesleeuwen in de struiken….lekker uitgestrekt in de schaduw. De mensen hebben dit niet gezien, maar Petros had de sporen al gezien.
De mannetjesleeuwen blijven liggen, zo vertelt Petros om hun energie te sparen. Ze zijn duidelijk niet gevoed en hebben voedsel nodig. Het is een val. Want na zo’n 6 uur is de geur van de leeuwen niet meer te speuren en is het wachten totdat wild nietsvermoedend langsloopt. De leeuwen lijken ongestoord te liggen, af en toe één oog open om ons in de gaten te houden. We kijken ademloos en maken mooie foto’s.
Weer volgen vele modderpoelen en steeds weer moeten we terug en eromheen. Door de dichte bebossing en de hoeveelheid natte gebieden zien we minder wild. Dat was ook voorspeld.
We stoppen om een broodje te eten. We merken dat het nummerbord van de landcruiser van Koen weg is. Afgebroken! Waar deze is gebleven, geen idee!
We proberen met het rijden nog naar het water te komen (Boat station), dat zou erg mooi zijn volgens Petros, maar het lukt niet. Het is te nat. We draaien om en rijden terug, nog 58 kilometer… Het is een beetje saai rijden. Alleen maar weggetjes in dichte bebossing en weinig wild. Eigenlijk zijn we gewoon een beetje verwend en verzadigd geraakt met al dat wild wat we al hebben gezien.
Dan raken we in een diepe modderpoel en ziet Pim het nummerbord van Koen in de modderpoel liggen. Hij trapt op de rem, realiseert zich dat het mis gaat en geeft gas. Pim komt met de auto uit de modderpoel. Pim en Ingrid hebben blijkbaar door de portofoon geroepen: Koen, je nummerbord! ….maar wij hebben niks gehoord. Doordat Pim even gas terug neemt op het moment van het zien van de nummerplaat, denkt Koen dat dat hier dus beter is, zet de auto in zijn 1, rijden tegen een bultje onder water en hebben te weinig vaart. Zelfs low gearing helpt niet, we zitten muurvast in de modderpoel. Petros is uitgestapt en is met zijn sandalen plus sokken via het randje van de modderpoel op onze motorkap gestapt om instructies te geven. De sleepkabel moet er aan te passen komen, maar dan zijn we er ook heel snel uit. Als ik opgelucht uitstap zie ik nog wat kleine kikkertjes wegspringen uit de blubber. Nooit gedacht dat er leven zou zitten in die dikke, grijze blubber.
We rijden in de namiddag terug naar de campsite. Er staat halverweg een bordje: ‘Dry route Kwai’. Hahahaha! We komen weer langs de mannetjesleeuwen en die liggen nog steeds op de plek. Eén ligt lekker lui in de zon en de ander in de schaduw. En dan hebben we geluk! Midden op de weg ligt een hele groep wilde honden. Het is de hele troep van 22 waarvan bekend is dat die in het park zitten. Ze liggen relaxed op de weg, storen zich niet aan ons. Ze spelen zelfs met elkaar. Eén heeft een teenslipper waarmee hij speelt. Grote ronde oren, onverschillig, rekken zich uit, lopen een beetje, spelen een beetje. Ze zijn zeldzaam, dus dat we ze zien is bijzonder! Als er auto’s weg willen rijden (er is inmiddels een opstopping van maar liefst 6 auto’s (poeh poeh, wat een drukte ;-) ), staan we met tegenzin op en sjokken weg.
Verder hebben we vandaag gezien: 7 olifanten, 4 lopende hornbills, impala’s, witte ooievaar, 1 krokodil, 15 waterbuffels met jongen. Dus om nou te zeggen dat we niks hebben gezien…… we zijn duidelijk verwend geraakt.
Op de campsite gaan we meteen aan de slag, het is immers alweer laat en het wordt altijd vroeg en snel donker. Daktent opzetten en eten maken. Als Ingrid naar de wc wil, moet ze rechtsomkeert maken omdat er een olifant achter het abulotion block staat. Petros is in geen velden of wegen te bekennen. Als we gaan eten, komt hij terug. Hij was nog gaan vragen voor de vis, (gisteravond had hij beloofd dat hij vis voor op de bbq zou proberen te regelen), maar het was langer lopen dan hij had verwacht en het is niet gelukt. Lief!
Na het avondeten, het is al schemerdonker, horen we een hoop lawaai in de struiken op een paar meter van onze kampeerplek. Er steekt een olifant het pad over naar het volgende bosje. Daarna volgt de bull. Lieve help, wat is dat beest groot! Er komt een man bij ons staan die vanuit de douche op weg naar zijn kampeerplek was, maar de olifanten blijken dezelfde kant op te lopen via het struikgewas…… Petros loopt voor de zekerheid even met hem mee. Als hij terugkomt vertelt hij dat de vrienden van de man van de schrik in de auto waren gaan zitten en dat de olifanten hun kampeerplek waren overgestoken. Hij heeft de grootste schik over de reactie van de mannen. Hij vertelt dat als de olifant een grommend geluid maakt, dat hij daarmee aangeeft voorlopig op die plek te willen blijven en dat je er dan beter met een grote boog omheen kunt lopen.
Als we het toetje (variant op ‘fruit in blik’) op hebben en na de afwas aan de thee zitten te kletsen, springt Koen opeens op en schijnt met de zaklamp op het pad langs onze kampeerplek. Loopt er een hyena doodgemoedereerd voorbij en verdwijnt achter Petros zijn tent in de struiken. Allemachies! Het beest keek niet één keer naar ons.
Dan vertelt Petros dat hij zojuist een man sprak, ca 20 meter verderop, in de bosjes. Hij vroeg aan de man: ‘What are you doing in the bush?’ en de man antwoordde: ‘Looking for scorpions’. We verbazen ons en Petros schudt maar steeds ongelovig zijn hoofd. Als hij allang in zijn tent ligt, horen we hem nog steeds in zichzelf: ‘What are you doing in the bush? Looking for scorpions’ en hij ligt te schateren in zijn eentje in de tent. De hele nacht hoor ik knorgeluiden die van nijlpaarden aan de oever blijken te zijn. Van al dat rondrijden weet ik niet meer waar we precies zijn en ben ik dus vergeten dat het oversteken van de rivier Khwai vlakbij de entrance gate was en dat wij vlakbij de entrance gate kamperen….. de wc’s zijn best even lopen en zoeken (in het licht al even opletten, dus het potje doet wederom dienst).
Geschreven door Githa.op.reis