Vroeg uit de veren (6.30 uur) want er staat een erg lange rit op het programma.
Het ontbijt bij Grand Khan Tengri hotel is zoals verwacht een zeer uitgebreid buffet. Volop keuze, dus we nemen het er goed van.
Om iets na 8 uur gaan we rijden. Lianne rijdt voor het eerst vandaag. We rijden nogal snel Naryn uit en dan de bergen in. Het is gelukkig niet druk op de weg. Na een tijdje komt de afslag naar Kel Suu in beeld, en dat is onze bestemming. Het zou zo'n 4 à 5 uur rijden zijn. Wat aardig blijkt te kloppen. Het eerste stuk is nog verhard, maar na het enige dorp gaat dat al snel over in gravel. Ruim 100 km gravel te gaan.
Kel Suu is een bergmeer wat ontstaan is na een recente aardbeving. Het water in het meer heeft een bijzondere kleur blauw.
We zitten hier vlakbij de chinese grens en daarom is er een "special permit" nodig om dit gebied te kunnen betreden. De accomodatie waar we vannacht slapen heeft deze permit voor ons geregeld (23$ pp) en deze laten bezorgen bij het hotel in Naryn.
Het is maar goed dat we 'm hebben ook, want er zijn verschillende controlepunten. Bij één checkpoint noteren ze al onze gegevens inclusief paspoortnummers met de hand in een groot boek.
Het landschap is echt adembenemend! Het veranderd voortdurend, oranje bergen, besneeuwde bergtoppen in de verte. Vele riviertjes meanderen door het landschap. Onderweg zien we de eerste yaks, zulke gave oerrunderen.
Ook rennen er op de groene bergweides grote fluffy berg marmotten. Als we te dichtbij ze rijden schieten ze hun holletjes in. Ze zien er superschattig uit!
We rijden nog een kilometer of 5 verkeerd, want ja, geen Google maps of Maps.me die het nog weet waar we zijn. Geen internet bereik en off line heeft ook geen idee.
Bij een zender krijgen we toch een mini signaaltje, hoewel er hier amper internet bereik is.
Wij (blauw) bolletje moeten naar het rode puntje zien te komen. Wat uiteindelijk ook lukt. Na vele groene bergen is daar het dal met een aantal yurtcampen. We vinden ook nog de juiste, Jyrgals yurt camp. We hebben hier binnen in het gebouwtje een kamer gehuurd. Piepklein maar wel met een eigen toilet. Now we are talking!
We eten snel onze eigen meegebrachte lunch op, kleden om, en dan zijn we klaar om naar Kel Suu te gaan. De zon schijnt nu volop en morgen weet je het niet. We huren elk een paard (1000 som per paard), en gelukkig gaat er ook een door ons ingehuurde zeer noodzakelijke begeleider (2000 som) mee. We hebben namelijk geen idee, en paarden zijn zeker niet ons ding. Zo hoog, en wiebelig en ze ruiken. Goed, we proberen te relaxen op het paard, maar dan moeten we ook nog 4x een snelstromende rivier door. Benen omhoog en daar gaat ie door de rivier. De tocht duurt 1,5 uur, langs de oevers, en het laatste stuk omhoog. Voor ons zijn de paarden gewoon een manier om snel(ler) naar Kel Suu te komen! We komen heel veel mensen te paard tegen. En enkele wandelaars.
En dan is daar ineens het prachtige blauwe Kel Suu meer! Een van de verborgen pareltjes van Kyrgyzstan op 3514 meter hoogte. Het meer is ontstaan na een aardbeving in 1980, de rotsen zijn kaal, en als de zon dan op het water oppervlak schijnt wordt het helemaal surrealistisch turkoois blauw. Schitterend zo mooi dat het is!
We maken een boottochtje in een soort gemotoriseerde opblaasboot. Wel een hele stevige hoor! Twee kilometer varen kost 1000 som per persoon, dat is €10,70.
De boottocht is een mooie toevoeging om Kel Suu nog beter te ontdekken.
Dan is het tijd om weer op de paarden te klimmen, en de horseman heeft ineens nogal haast, want er komt regen aan zegt ie. Niet dat hij ook maar een woord Engels spreekt. Maar we denken dat hij dat bedoeld. Het eerste stuk gaat prima, maar dan zien we onweer in de verte met bliksem. Nog harder, en het laatste stukje naar het kamp over een super eng smal richeltje. Michel gaat zelfstandig met zijn paard, de paardenman begeleid het paard van Lianne. Het begint te regenen, en heel hard waaien en het wordt een stuk kouder. Poeh wat een avontuur, maar ook wel spannend! Dat was voorlopig het laatste paardentochtje. Kan me niet voorstellen dat iemand voor zijn plezier op zo'n paard wil zitten. Maar goed, nu is de vraag dus: "hebben we billenzalf bij?"
In de kantine ontmoeten we de New Zealander Adam. Hij is 27 en heeft mooie reisplannen voor de komende maanden. Volop gespreksstof over allerlei onderwerpen. Hij reist lowbudget dus hij slaapt in het kleine tentje naast de kantine. Hij lift van plek naar plek of hij neemt een minibusje.
We eten gezamelijk. Eerst een salade, dan kippesoep met noedels en het hoofd gerecht is yakvlees met groente. Het smaakt allemaal prima. Adam heeft een gezonde eetlust. Als wij vol zitten doneren we de rest aan hem! Er is ook een grote groep luidruchtige Koreanen gearriveerd met enorme (hut)koffers. Ze hebben hun eigen eten en sterke drank bij. Het eten zit in plastic bakjes net als bij de afhaal-chinees. Onbegrijpelijk dit! We kletsten nog lang en gezellig met de kiwi. Tot hij naar zijn tentje vertrok. En wij naar onze cozy mini kamer.
Geschreven door BoschVertrekt