We verlaten ons huisje in Kotor en de twee katjes. Hopelijk gaan ze het redden zonder ons....Het is wel weer even een gedoe om iedereen aan de gang te krijgen maar een uur later zitten we dan toch in een propvolle auto op weg naar Ulcinj..waar komt al die bagage toch vandaan? Het lijkt wel alsof het zich spontaan vermeerdert.
Eerste stop is Sveti Stefan, een dorpje voor de kust verbonden met het land door een klein voetgangersweggetje. Op het eilandje zelf mogen geen dagjesmensen komen, dat is voorbehouden aan chique gasten van het resort. Maar het is minstens zo mooi om het van afstand te zien. We vinden een piepklein strandje, Sunset beach, iets voorbij het dorp, met mooi zicht op het dorp. Het weer is een beetje dreigend: er is onweer voorspeld. Lekker wel, want daardoor is het net een beetje minder warm en het dramatisch effect van de donkere wolken maakt het uitzicht alleen maar mooier. Onderweg naar Ulcinj een paar druppeltjes, maar dat is echt dan ook.
We stoppen in Bar. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden ziet het er allesbehalve vrolijk uit. Het is een armoedig stadje met lelijke communistisch aandoende flats met afbladderende verf en te veel airco's. Toppunt is een vreemd op een ruimteschip lijkend winkelcentrum. Het staat in schril contrast met de megalomane Russisch orthodoxe kerk met gouden koepels die waarschijnlijk vanuit elke straat van Bar te zien is.
Mooi van binnen, heel apart. Ik vraag me af waarom er geld in het doopfont ligt. Ook bijzonder is dat iedereen staat tijdens de dienst. Er zijn geen stoelen of altaar waar de priester achter staat. We eten heerlijke kebab in een Turks tentje met heel leuk personeel. Ook dat staat in schril contrast met de stugge Montenegrijnen. In stari Bar bekijken we de ruïnes van het fort dat ooit het centrum was van Bar. Er om heen is een gezellig straatje ontstaan met barretjes en winkeltjes, dat ook een beetje aan Turkije doet denken. 2x op een dag, dat moet een teken zijn.
In ulcinj worden we bij het tankstation aan het begin van de stad opgehaald door de vader van Dusan, die het appartement verhuurt. Het is volgens hem niet te vinden, en de straten in ulcinj hebben ofwel geen naam, ofwel namen in 3 talen: albanees, montenegrijns en Russisch. Nog een erfenis van het oude Joegoslavië. En het klopt idd: het is kruipdoor en sluipdoor totdat we in een soort achteraf straatje belanden waar je liever niet gevonden wil worden. Maar binnen is het prima en blijken mijn zorgen ongegrond. De jongens wijzen me er maar weer eens fijntjes op dat ik niet zo'n stress moet maken van te voren...
In de avond ontmoeten we opnieuw de familie Tahiri. Wat bijzonder om hen hier opnieuw te ontmoeten. We eten samen en wagen ons daarna op de boulevard waar heel Albanië komt feestvieren. Albanese muziek schalt keihard uit ieder tentje en overal lasers en ander geweld. En zoals overal paraderen de mooie dames door de straten in hun mooiste outfits. Je vraagt je af voor wie. in heb in dit hele land nog niet 1 mooie man gezien. Het is party all night long..... en corona? What corona?
In de straat erachter eindeloze winkeltjes met plastic speelgoed in schreeuwende kleuren, nep gucci tassen en nep merkkleding. Het is een drukte van belang, iedereen flaneert, kijkt, koopt, eet, drinkt, rookt en wordt bekeken.
In een woonkamertje met de rode gordijnen van oma volgens Cecile kijken we een 6d film. Jop komt niet meer bij en wij allemaal hebben een top 5 minuten lachen, gieren en brullen voor 16 euro. Dan nog even lekker een ijsje en een drankje en ons verbazen waar we nu weer zijn beland voordat er opnieuw -in land nummer twee - afscheid nemen van onze vrienden die nu doorrijden naar Kosovo. Echt een gezellige avond!
Geschreven door 4opreis.reisverhalen