Aan de grens staat een vette file. De douane heeft ineens besloten te controleren. Maar uiteindelijk valt het mee en kunnen we na een half uurtje in de file door.
Montenegro is meteen heel anders. Armoediger. Meer rotzooi en plastic langs de weg. Meer half afgebouwde huizen en flats. De algehele indruk is dat het een stukje armoediger is dan het zuiden van Kroatië.
We zijn binnen een paar uur in Kotor. De weg slingert langs een mooie baai. We hebben een appartementje dat er eerder uitziet alsof we in zuid Frankrijk zitten, maar het belangrijkste pluspunt is dat er twee kleine huiskatjes zijn: een manke en een piepkleine die meteen onze harten veroveren. Het zijn zielige scharminkels die het redderscomplex in ons aanwakkeren. De vieze worstjes die Marc koopt voor Jop worden dan ook al snel kattenvoer, de katjes eten er gulzig van.
In de namiddag gaan we het stadje verkennen. De Montenegrijnen noemen Kotor de parel van Montenegro en dat is helemaal terecht. Het is een prachtig Middeleeuws stadje, ook weer veel wit marmer, kleine steegjes, nog meer katjes, prachtige huizen als paleizen en kerkjes. Net als Piran in Slovenië vorig jaar snap je niet dat niemand dit kent. Het stadje voelt heel relaxed ondanks dat alle terrasjes vol zitten en er veel mensen flaneren in hun allermooiste outfits. De vrouwen zien er allemaal heel feestelijk en opgedoft uit. Niet dat het nodig is, ze zij eigenlijk over het algemeen allemaal ook zonder heel mooi. Wij eten lekker vis en BBQ op kosten van oma Mia en sluiten af met een lekker koud Nicksick biertje bij de Noordelijke poort waar we het enige alternatieve cafeetje hebben gevonden van Montenegro met leuke new wave en rock muziek. Dit stadje bevalt ons wel!
Geschreven door 4opreis.reisverhalen