Het gevoel gaat opborrelen dat we naar huis gaan rijden en dat gevoel willen we eigenlijk niet. Dus gewoon weer een leuke dag van maken. Wel kilometers maken, maar zeker ook even rondkijken op het autokerkhof in Båstnäs. Wilton heeft een route gezocht die vooral niet over de E6 gaat. We willen nl. een beetje genieten onderweg en niet teveel drukte. Om 9:50u rijden we de camping af in Trysil. We rijden richting Elverum en gaan richting de grens bij Skotterud. We spotten ook nog 2 keer een eland, haha, weken lang niets en nu in 2 dagen tijd 3 stuks. Onderweg merken we op dat we hier veel vlakker landschap hebben en dat hier veel landbouw is. De vele naaldbossen maken dat er ook veel houtindustrie is; vaak zien we stapels boomstammen liggen, klaar om verzaagd te worden. Naar Båstnäs is het 292 km vanaf Trysil. Als we de grens over zijn naar Zweden hebben we nog zo’n bijna 90 km te gaan. Onderweg stoppen we en eten we buiten pannenkoeken op een parking aan een meer. We zien hier een auto stoppen. Er stapt een man uit die zijn huisvuil hier komt dumpen. Niet echt de bedoeling denken we. Naast de container staat ook al een magnetron en wat vuilniszakken. Als we bijna bij het autokerkhof zijn, moeten we nog 10 km onverharde weg rijden. Ongelooflijk eigenlijk dat zo’n autokerkhof zo afgelegen ligt. Als we daar bijna zijn zien we de eerste autowrakken al in het bos liggen. Het is een verlaten plek. Er staat een huis met een veld ervoor wat vol staat met wrakken en het bos er omheen ligt ook vol. De wrakken dateren uit de jaren 50, 60 en 70. Natuurlijk is er veel gesloopt van de wrakken, maar het is een indrukwekkend en mysterieus gezicht. De wrakken zijn veelal bedekt met mos en soms groeit en een boom doorheen. Het is een leuke plek om wat te fotograferen en dat doen we dan ook. We verblijven hier zo’n 1.5 tot 2 uur en stappen dan weer in de camper. Als we de onverharde weg af zijn, zoeken we even een plek om te staan en wat te drinken. Het is warm vandaag en we willen ervoor waken dat we niet met knallende koppijn komen te zitten omdat we te weinig drinken. We stoppen in een dorpje aan een meer. Er ligt een school en een kerk. Dicky gaat er nog effe een geocache scoren en Wilton ontfermt zich over het vervolg van de route. We spreken af om richting Malmö aan te houden en dan te kijken waar we gaan stoppen als we genoeg gereden hebben. We rijden door eindeloze naaldbossen. Dicky kijkt op de camperapp en ziet dat er op 18 km een camperplek ligt bij een openluchtmuseum in Bengtsfort. Het loopt al tegen 19:00u dus tijd om te stoppen en wat te eten. We tikken de route in en als we op 4 km verwijderd zijn zien we lifters aan de kant van de weg. Ze kijken ons hoopvol aan. Wilton stopt want hij vond het stel “anders” dan normale lifters. Ze komen snel naar de auto en zijn superblij mee te mogen rijden.Het blijken Nederlanders te zijn die zich hadden verkeken op de lengte van de wandeling die ze maakten. Ze zitten in Bengtsfort op een camping 4 km voorbij onze camperplek. Stap maar in, we brengen jullie wel. Ze zijn ons eeuwig dankbaar.
Wij rijden naar de camperplek nadat we eerst op een andere plek hebben gekeken. Leuk bij een meer, maar dan wel achter een tankstation. Dan wordt het toch gewoon het openluchtmuseum. We staan er als enige. We eten een hapje en hebben verder van de omgeving niets gezien. We gaan op tijd slapen, want zonder veerdienst is de route naar huis ruim 1400 en geen 1300 zoals we dachten. We gaan morgen een flink stuk rijden, maar willen ook nog een leuke plek bezoeken in het uiterste zuiden van Zweden. Hopelijk lukt dat.
Geschreven door Wiltondickyopreis.wereldreis