Toen we gisteren bijna klaar waren met de was, kwam er een berichtje bij Sleef binnen dat Corry en Humprey gearriveerd waren, ze bleken 400 meter van onze Albergue af te zitten op een terrasje.
Toen de was weggevouwen was, zijn we direct op zoek gegaan en vijf minuten later gaf ik ze een hand.
Leuke mensen, voelde direct vertrouwd, en we hadden een klik. We hebben gezellig zitten kletsen over de Camino tot nu toe en de achtergrond van Corry (de yoga lerares uit Wuyvenhaerd) en Humprey (Curaçaoënaar van tegenover landhuis Daniël en leraar in Nl) gezamenlijke verbanden werden blootgelegd en de wereld bleek weer erg klein.
Nadat we een paar drankjes hadden genuttigd, vroeg Corry wat we wilden eten, of ze iets zou koken of dat we uit eten zouden gaan. We komen op de Camino nogal groenten tekort en daar wist Corry wel raad mee.
Voor we aan het eten begonnen namen we Corry en Humprey eerst mee naar onze Albergue, alwaar we lieten zien hoe dat in zijn werk gaat. Waar we slapen, de badkamers, hoe zwaar de rugzak is en hoe dat voelt als je hem om hebt.
Daarna langs de supermercado en toen naar hun camper. Daar maakte Corry een verrukkelijke soep vol groenten klaar, aangevuld met stokbrood met kaas, het was de lekkerste maaltijd tot nu toe op onze Camino. Het recept moet ik nog eens vragen.
Om acht uur namen we hartelijk afscheid, het zijn mooie mensen, en liepen terug naar onze Albergue. Eenmaal aangekomen bleek dat we zouden slapen met een Hawaïaan en twee Amerikanen. De Hawaïaan leek een joviale kerel totdat hij om negen uur naar bed ging. Sleef zei iets tegen mij en de Hawaïaan kreeg een vulkaanuitbarsting! We moesten stil zijn want meneer wilde slapen. Sleef attendeerde hem op de huisregels dat het vanaf tien uur stil moest zijn en toen schreeuwde de Hawaïaan hem toe dat hij een cruel persoon was. Iemand die Sleef een heel klein beetje kent weet wel beter.
Vorig jaar waren onze ervaringen met Amerikanen niet heel geweldig en dit jaar werd onze afkeer van Amerikanen weer eens bevestigd, het blijft een raar en vaak ook naar volk.
Vanmorgen om drie uur werd ik wakker en kon niet meer slapen, dat gebeurt wel vaker en is niet verontrustend. iPod aan, Pink Floyd geluisterd en daarna symphonica in Rosso met Paul de leeuw en dan schiet de tijd vanzelf op.
Om vijf uur begon Hawaï geluid te maken, half zes stond hij op, licht aan en spullen pakken. Kwart over zes was hij eindelijk opgerot en konden wij nog even rustig in bed liggen.
We zijn om kwart voor acht opgestaan en de boel rustig ingepakt en vertrokken.
Voor wij vertrokken gingen Martin, Sandra en Ina (een Berlijnse van begin 20) al op pad en ik kreeg van alledrie een dikke knuffel.
Wij liepen gelijk met een Spaans stel naar buiten en zochten samen het begin van de tocht weer op, daarna lieten we elkaar los.
Het was een heerlijk wandeling, in het begin in de mist. Niet koud gelukkig, dus in korte broek en T-shirt.
Na een uurtje stopte we bij een mooi kerkje met een schitterende begraafplaats. Dat maakte erg veel indruk op me.
Weer een klein uur later stonden we ineens voor een cafeetje. Koffie! Als ontbijt kocht Sleef koeken, bananen en perziken, life is good!
We zitten dan al zo'n beetje op de helft van vandaag. Ina blijkt toch niet met Martin en Sandra door te lopen, maar met een ander Duits meisje tot Baamonde te gaan, zelfde schema als ons dus. We lopen een stuk achter hun aan en af en toe praten we wat. Het lijkt wel of we een beetje door de Jansberg lopen, ongeveer hetzelfde landschap. Wel erg mooi.
Ook de meisjes uit Kevelaer komen we weer tegen, ze ogen fit en ontspannen, en dat maakt ons blij, vorige keer hadden ze veel last van hun voeten. Het blijken fysiotherapeuten te zijn.
Net voordat we Baamonde binnen lopen hebben we nog een helling te gaan, Sleef heeft weer wat last van zijn schouder en ik van mijn voet. Mijn rib gaat wel als ik me rustig houdt, en mijn vingers worden gelukkig nog niet erger.
Boven op de helling rusten we nog even uit en dan lopen we het dorp binnen.
Net voor de Albergue is het een drukte van jewelste, iedereen zit te wachten tot hij opengaat. Het is dan kwart voor een en om een uur opent de Albergue.
Wij besluiten hier niet te gaan slapen, maar gaan op zoek naar een hotel, en vinden een hostel. Blijkt dat daar de Amerikanen en Hawaïaan ook net aangekomen te zijn. Gelukkig een andere kamer. De Hawaïaan mompelt wat naar ons, maar we keuren hem geen blik waardig, wat een narcist!
Nadat we gesetteld zijn nemen we een drankje op het terras. Dan komen Martin, Ralph, Angelika, Wilma en Sandra voorbij, ze lopen vandaag nog tien km extra. We wisselen telefoonnummers uit en beloven in Santiago contact te zoeken om samen wat te drinken. Dan nemen we met een dikke knuffel afscheid. Toch een mooie verbondenheid op zo'n bizarre tocht.
Morgen is een etappe van 41 km en die doen wij in twee dagen. De Duitsers voegen vandaag en morgen samen en zijn dan al donderdag in Santiago.
Vanmiddag vieren we een vrije dag, we zijn net de honderd kilometer grens gepasseerd, nog 99,994 km te gaan. Vrijdag komen wij in Santiago aan als het zo doorgaat.
Fijne dag.
Geschreven door Pelgrimbuis.reisblog