Tjongejonge, wat was ik gisteravond kapot, de laatste 8 kilometer langs een smerige energiecentrale hielp ook niet echt. Gelukkig haalden we afleiding uit een goed gesprek met Magdalena. Later nadat we in de Albergue waren heb ik haar daar nog even voor bedankt, ze vertelde me dat wij hetzelfde voor haar gedaan hadden.
Na het douchen en de was sleepten we ons naar een restaurantje en bestelden een menu de Peregrino. Vooraf een soep met witte bonen, Spek, chorizo en nog andere vette worst erin, als hoofdgerecht stoofvlees met friet en erwtjes en als toetje chocolademousse met slagroom. Voor de liefhebber rode wijn erbij.
Aansluitend gingen we terug naar de Albergue om te slapen.
Vanmorgen om 07:00 werd het grote licht aangedaan in de slaapzaal, tijd om te vertrekken.
Wij lieten iedereen voorgaan en gingen als laatste weg, op het gemakje en zo konden onze voeten en spieren vast rustig wennen aan de nieuwe dag.
Om 7:45 uur hingen we de rugzak om en gingen we op zo naar gele pijl. In Avilés, overig een vieze stad, waren de pijlen moeilijk te vinden. Af en toe vragen en afkijken bij andere pelgrims hielp ons de stad uit. Net voordat we echt de stad uit waren kwamen we nog een Frans echtpaar tegen. Het eerste wat geroepen werd was:"nous alons the Champions du monde"! Het zal wel, snel verder maar.
Eenmaal buiten de stad tikten we de kilometers vrij gemakkelijk onder onze stokken weg. We hadden besloten om vandaag iedere vijf kilometer een pauze te nemen en zo de vijfentwintig kilometer van vandaag in vijf stukjes te hakken. Het is een dag met best wel wat stijging en dalingen, het valt tot nu toe niet tegen.
In het tweede stadje van vandaag waren we weer eens de weg kwijt en kwam er een oudere dame op ons afgelopen en vroeg of we naar Santiago moesten? Ze liep met ons twee straten mee tot de volgende pijl. Hoe geweldig! Het leuke van al deze Spanjaarden is dat ze ronduit tegen je praten in het Spaans en denken/vinden/geloven dat je het wel begrijpt. Met handen en voeten en wat Frans en Engels kunnen we toch iets van een gesprek voeren.
Als we de stad uitlopen, lopen we bijna weer verkeerd en worden we door twee oudere heren nog eens de weg gewezen. Dat en het "Buen Camino" dat we de hele dag horen maakt dat we ons hier meer dan thuisvoelen.
Als we na tien kilometer onze tweede pauze nemen, zorgen we ervoor dat de regenkleding binnen handbereik ligt, want het ziet er erg donker uit. Als we daarna aan een stokbrood zitten komt er een oude man, met kruiwagen en daarin een zeis en hark aangesjokt en komt tussen Sleef en mij in te staan, voor een groot hek. Ook deze heer begint een heel gesprek in het Spaans, we kunnen het redelijk verstaan. Hij blijkt de verkeerde sleutel van het hek te hebben en moet helemaal terug naar huis om de goede te halen. Wij proberen hem nog zijn "Mujer" (vrouw) te laten bellen, maar ik denk dat hij de mobiele telefoon nog niet kent. Even later haakt hij de slijpsteen van het touw om zijn buik af, legt deze ook in de kruiwagen en sjokt zonder gereedschap terug naar huis voor de sleutel. Wij passen wel even op de kruiwagen.
Ineens komt vanuit de verte onze Italiaanse dame weer aangelopen, inmiddels weten we dat ze Martha heet. Ze heeft waarschijnlijk ergens een stuk de bus of een taxi meegepakt, maar dat mag de pret niet drukken. Gezellig kletsen we even en dan vertrekt ze weer.
Als wij later weer door de bossen lopen komen we het Champions echtpaar weer tegen en Martha heeft zich daarbij aangesloten. Wij heten nu de "dutch friends"! We laten ze snel achter ons en lopen door.
Zo zullen we elkaar tegen blijven komen tot in de rustplaats.
Op een van de ontmoetingen probeert de Fransman al een afspraak te maken om in de stad samen een biertje te gaan drinken, we houden de boot een beetje af, en lopen door
Na 20 kilometer vinden we een cafetaria voor een koffie en daarna nog een cola. Hier rusten we een half uur uit, voor we de laatste vijf kilometer pakken.
Het laatste stuk van de tocht is het mooist, door een prachtig heuvelachtig landschap met in de dalen rivieren en dorpjes in mooie kleuren, we genieten er volop van. Het allerlaatste stuk lopen we in de laaghangende bewolking en worden we nat van de druppels die in die wolken zitten. Het regent niet, het zijn gewoon de wolken.
Als we eenmaal in Muros de Nalón zijn aangekomen, zien we direct al een Albergue, maar veel te ver uit het centrum naar onze zin. Vlak voor het centrum vinden we een verhuur van appartementen met speciale prijzen, maar die blijkt niet zo speciaal te zijn. Eerst maar even boodschappen gedaan bij de supermercado en daarna door naar het centrum.
Daar vinden we een leuk cafetaria waar we aan twee plaatselijke heren vragen of ze een slaapplaats voor ons weten.
Een van de hen loopt maar binnen en komt met de serveerster terug. Die weet wel iets, en vraagt of we moe zijn? Natuurlijk zeggen we, en ze gaat bellen. Even later komt ze terug en zegt dat we over 20 minuten opgehaald worden. Inderdaad na 20 minuten komt er een dame aan en die neemt ons mee, nadat de serveerster ons uitgelegd heeft dat ze de hoteleigenaresse is. We gaan mee, na de serveerster bedankt te hebben, en rijden naar een supermooie locatie, in de middel of nowhere, met een schitterend uitzicht.
Ook allemaal fruitbomen en we krijgen wat verse vijgen aangeboden, Goddelijk gewoon.
Nu, na en heerlijke douche, zitten we op het balkon van onze kamer en genieten, gewoon omdat we het verdienen.
Morgen is er weer een dag.
Geschreven door Pelgrimbuis.reisblog