Even een kleine update:
afgelopen weekend was Robert Jan bij me op bezoek, en hebben we samen naar de eerste wedstrijd van het Formule 1 seizoen 2017 gekeken en een wandeling van 10 kilometer gemaakt door de bossen, en langs het water.
Vrijdagmorgen had ik al problemen met plassen en ontlasting, maar ik wilde (nog) niet naar de dokter, ondanks dat Floor hier op aandrong. Ergens heb ik nog steeds het idee dat kwalen vanzelf weer verdwijnen.
Gaandeweg het weekend kreeg ik er steeds meer last van, en maandagmorgen toch maar een afspraak gemaakt. Het bleek een prostaat- en urineweginfectie te zijn. Een zware antibiotica kuur is het gevolg. Voordeel is dat de rest van mogelijke infecties dan ook weg zijn, denk ik dan maar bij mezelf. Bijkomend voordeel is dat ik nu niet vergeet om mijn medische dossier en mijn medicijnpaspoort te downloaden en de röntgenfoto's van mijn knieën en duimen mee te nemen, dit omdat ik anders weer een half uur bij de beveiliging op het vliegveld bezig ben. Ik ken de Duitse en Portugese vertalingen niet voor het ijzerwerk in mijn lijf, dus laat ik gewoon de beelden zien.
In ieder geval heb ik nog even om op te knappen, en de huisarts houdt me in de gaten, dus dat gaat wel lukken.
Tranen in mijn ogen kreeg ik van het interview dat ik vanmorgen las in de Jacobsstaf, het blad van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Graag wil ik dit delen met jullie, omdat ik niet weet of het van de foto's te lezen is, plaats ik de tekst hieronder.
Pelgrimeren
Freek van der Veen
‘Ik loop de tocht voor Daan’
Hans Sleven draagt zijn camino op aan de overleden zoon van zijn vriend Hans Buijsrogge
Samen hadden ze de pelgrimsreis voorbereid, tot in de puntjes: welke schoenen, die speciale (lichtgewicht) rugzak, dagelijks te lopen afstanden, de onderkomens, en nog zoveel meer , alles wat je van te voren kúnt doen. En ze hadden flink getraind voor de tocht. Drie dagen voor vertrek (naar Porto, voor de Portugese camino) overlijdt plotseling de 14 jarige Daan, zoon van Hans en Floor Buijsrogge.
Op een grijze dag in december zoek ik beide Hansen op in Milsbeek (onder Nijmegen). Ik luister naar hun verhaal, over Daan en de tocht die Hans nu alleen heeft gemaakt. (Om goed te weten over welke Hans het gaat en wie wat vertelt, stelt Hans Sleven (63) zich voor als ‘Sleef’ en Hans Buijsrogge (52) als ‘Buis’.)
Het verhaal begint met de belofte door Sleef – in 2010 gedaan - naar Santiago te gaan als hij van zijn blaaskanker geneest en wonderwel herstelt hij helemaal van deze kwaal. Die belofte is hij hierna niet vergeten, maar de uitvoering ervan laat nog op zich wachten. Tot Buis hem in 2015 vraagt: “Wanneer ga je nou, want ik ga met je mee”. Dat hij dit vraagt is op zich bijzonder. Tussen 2008 en 2010 belandt Buis vanwege de auto-immuunziekte SLE in een rolstoel. In die tijd slaat hij wat zijn werk betreft een nieuwe weg in. Hij vraagt zich af: “wat kan ik zittend in een stoel wél, want mijn benen en voeten doen het weliswaar niet, maar met mijn handen en hoofd is niets mis”. Hij start een fotografiebedrijf tot hij een chirurg ontmoet die hem aan beide knieën wil opereren. Die operaties verlopen voorspoedig en Buis kan weer lopen! En wel zo goed dat hij besluit om met Sleef op pelgrimstocht te gaan. Inmiddels is ook het kraakbeen in zijn handen verdwenen en fotograferen gaat niet meer. Operaties volgen en zonder medicijnen zal het nooit meer gaan. Dit staat echter het besluit om te pelgrimeren geenszins in de weg.
‘Het leven is een pad, maar je weet niet waar je uitkomt’
De bedoeling van beider tocht is om tijdens de reis over het leven dat zij leiden na te denken. En over te praten: waar staan we nu, waar gaat ons leven heen, waar willen we ‘uitkomen’, hoe vinden we een nieuw doel? Spirituele en zingevende vragen die hen beiden na aan het hart liggen. Ze kennen elkaar goed genoeg om daar (een leven?) lang over te spreken en na te denken, zeker op de 400 kilometer die ze voor de boeg hebben naar Santiago. Ze besluiten op 17 september (2016) te vertrekken. Vanaf het moment dat het besluit om te gaan vaststaat, zo rond januari vorig jaar, beginnen de voorbereidingen. Ook vanwege de lichamelijke beperkingen van Buis proberen ze alle situaties en problemen die zich voor kunnen doen vóór te zijn en daarop te anticiperen. Alles loopt zoals gepland en met de trainingen achter de rug hopen ze op een geslaagde camino. Dan slaat het noodlot toe. Het bericht van het overlijden van Daan, de jongste in het gezin van Hans Buijsrogge, voelt als een mokerslag. Voor Sleef is het duidelijk dat hij niet alleen kan en wil gaan. Maar Buis is heel beslist: “Je moet gaan, doe het voor Daan!” En Sleef gaat, wetende dat het een loodzware tocht zal worden en dat hij (dus) niet op de begrafenis kan zijn van de jongen.
De schelp ‘Daan’
Toch zal Daan op een speciale manier ‘meegaan’ naar Santiago. Via een zeilvriend van Sleef heeft hij een grote schelp ontvangen die ergens door een pelgrim is achtergelaten. Buis stelt voor om deze schelp de naam van zijn zoon te geven: “Die schelp draag je mee en breng je naar Santiago. Zo ben ik erbij als je gaat en gaat ook Daan met je mee”.
En zo is Sleef gegaan. Met ‘Daan’. Het is 17 september als hij op het vliegtuig stapt naar Porto, de dag erop start de pelgrimsreis. Al gauw sluiten zich medepelgrims bij hem aan. Aan hen vertelt hij van Daan en de reden van zijn pelgrimsreis. Er ontstaat rond Sleef een groepje pelgrims dat tot het einde bij elkaar zal blijven. Sleef voelt zich veilig, opgenomen in de groep en – vooral – niet meer alleen. De 22e september, de dag van de begrafenis van Daan, is voor hem zowel mentaal als fysiek, de zwaarste dag van de tocht. Hij zoekt die dag een plek om in het bijzonder stil te staan bij de dood van Daan. Maar na deze dag valt het lopen lichter dan ooit. Hij kan het beter aan en voelt zich innerlijk gesterkt. Hij merkt ook ‘dat je al gaandeweg krijgt wat je nodig hebt…’
Gezegend
Het moment van aankomst in Santiago breekt aan. Sleef wandelt naar het grote (Obradoiro)plein voor de kathedraal. Hij is blij dat de tocht er op zit. Maar dan vraagt hij zich af: wat te doen met de schelp die hij al die tijd bij zich heeft gedragen? Die moet, vindt hij, ergens een veilige plek krijgen. Hij aarzelt, maar als hij de volgende dag in de kathedraal rondloopt hoort hij een priester Frans spreken. Deze priester heeft zojuist een pelgrim de biecht afgenomen en loopt de kerk in. Sleef spreekt een aardig woordje Frans en houdt de priester aan. Hij vertelt over zijn vriend die de reis niet heeft kunnen maken en over Daan en de schelp die hij bij zich draagt. Hij vraagt de priester de schelp te zegenen. De man heeft aandachtig geluisterd en is ontroerd. Hij antwoordt: “Het is goed dat je dit hebt gedaan en dat je naar me bent toegekomen. Een zegen voor de schelp kan veel betekenen voor de ouders van Daan”. De priester spreekt vervolgens een zegenbede uit, over de schelp en wenst Sleef een behouden reis naar huis.
Die thuisreis laat nog even op zich wachten. De groep rond Sleef besluit om door te lopen naar Muxia en te eindigen in Finisterre. Sleef gaat mee en ook de schelp. Die blijft uiteindelijk niet achter in Spanje, maar reist mee terug naar Nederland. Het weerzien op vliegveld Schiphol, waar naast het gezin van Sleef ook Buis, zijn vrouw Floor en dochter Eline aanwezig zijn, is een emotioneel moment. Sleef overhandigt de schelp aan Buis. Over de tocht zelf hoeft hij weinig te vertellen. Elk dag was er contact en vertelde Sleef wat hij zoal meemaakte. Met z’n allen hebben ze hierna het graf van Daan bezocht.
Tot slot
Het is allemaal nog zo kort geleden. In het gesprek vertelt Buis over de begrafenis van Daan die zo vol symboliek was. Dat is ook wat ‘overblijft’: symbolen die maken dat je hem, Daan, herinnert en niet vergeet. Tijdens zijn tocht heeft Sleef steeds de sterke band gevoeld die hij met de jongen had. Wie het maar horen wilde vertelde hij over hem. Hij herinnert zich dat als hij vroeger bij Buis op bezoek was Daan steevast bij hem op schoot kroop. Buis: “Daan was een bijzondere jongen. Hij was opvallend onopvallend, ook op school. Hier vulde hij de plekken waar een ander ontbrak. Zo was hij, Daan”.
Geschreven door Pelgrimbuis.reisblog