Een echte lentedag, bij mij komt sterk de drang op om naar Daan te gaan, en ik hang dan ook mijn rugzak om en begin te lopen.
Ik besluit de heenweg langs het water en de terugweg door het bos te lopen. Het is erg rustig onderweg.
Langs de kant van "de Siep" hebben ze, tijdens laagwater, groot onderhoud uitgevoerd en een hele boel bomen gerooid om de flora de komende jaren weer de ruimte te geven, en ter hoogte van jachthaven Eldorado zie ik een berkenboom die door de storm met wortel en al omgewaaid is, ik bedenk me dat hij graag bij zijn "gemaaide" vriendjes wil zijn, en het opgegeven heeft. Zou dat passen in het zelf eindigen van je leven na volmaakt leven van mensen? Ik denk er nog een tijdje over na.
Voorbij de parkeerplaats in Plasmolen kom ik de kapel weer tegen, ik besluit naar binnen te gaan en een drietal kaarsjes op te steken. Waarom drie? Voor de mensen die het niet weten zal ik het uitleggen.
December 2014 overleed totaal plotseling mijn schoonvader Jos. 6 weken later in februari 2015 werd mijn vader, Theo, niet meer wakker. En afgelopen 12 september is ook totaal overwacht onze zoon Daan overleden. Daan heet voluit: Daan Jos Theo, de mannen die het meest betekent hebben in mijn leven, het is een drie-eenheid voor mij. Gelukkig heb ik ze bij leven kunnen vertellen wat ze voor me betekenen. En nu nog! Daan ligt tegenover Jos begraven en heeft een buisje met de as van Theo in zijn hand, dus ook daar zijn ze voor mij samen.
Ik vervolg mijn weg over de Riethorsterweg en kom zo bij het kanaal naar Mook aan. Vroeger heb ik hier heel veel gesurfd en gezeild, en vorig jaar nog met Daan met een gehuurde motorboot veel plezier gehad. Hij mocht vol gas rondjes draaien met die boot en kreeg daar geen genoeg van, zelfs niet toen ik door een boze wesp, die dol werd van Daans gestuur, gestoken werd. Ik krijg weer een glimlach om mijn mond als ik aan Daans vrolijkheid denk.
Uiteindelijk kom ik in Mook en bij het gemeentehuis zie ik een standbeeld van Kiste Trui staan, maar daarover later meer. Ik vervolg mijn weg naar de begraafplaats.
Als ik bij het graf van Daan kom, zie ik dat Jules en Dionne een steen hebben achtergelaten voor Daan, erg leuk en lief. Daan heeft inmiddels ook een eigen brievenbus en de eerste post zit erin. Zijn graf ziet er fleurig uit en ik neem plaats op het bankje dat tussen hem en Jos instaat.
Ik vertel de mannen wat ik van plan ben en dat ik samen met Sleef op avontuur ga. Het voelt goed om het daar hardop met Daan over te hebben, ik pak onbewust een tak van zijn appelboom vast, net of ik dan nog meer contact met hem heb, en moet een beetje om mezelf lachen. Ik zie een hommel bij de bloemetjes op zoek naar stuifmeel. Ineens dringt tot me door dat het leven gewoon doorgaat, ook deze lente weer. Dat voelt tegelijkertijd onmogelijk en ook normaal. Ik word heen en weer geslingerd in mijn gevoelens, het is net of de hommel het voelt, want hij verdwijnt weer en laat me met rust.
Ik besluit mijn tocht te vervolgen en neem afscheid van de mannen, loop om de begraafplaats heen, daar ga ik de Mookerhei op, langs de scouting en dan richting Hei.
Op deze hei heeft op 14 april 1574 de slag om de Mookerheide plaatsgevonden tussen de Spanjaarden en het leger van de broers Lodewijk en Hendrik van Nassau. Beide broers komen om en het leger wordt in de pan gehakt door de Spanjaarden. Terwijl ik over de hei loop probeer ik me voor te stellen hoe die veldslag eruit gezien moet hebben, en ik kan maar niet begrijpen dat mensen zo met elkaar (of moet ik zeggen tegen elkaar) omgaan.
Kiste Trui, waarvan een standbeeld dus voor het gemeentehuis in Mook staat, is een vrouw die haar hele leven op deze Hei gegraven heeft, op zoek naar de kist vol gouden muntstukken, de soldij, die de broers van Nassau begraven zouden hebben op de hei om het uit handen van de Spanjaarden te houden. Behalve een kromme rug heeft Kiste Trui er niets aan overgehouden.
Boven op de hei staat een bank en daar rust ik uit, behalve Schotse Hooglanders is er niets of niemand in de buurt en ik geniet van de temperatuur, de stilte en de omgeving.
En dan weer de bossen in, op weg naar het laatste stuk terug naar huis, omwille van de tijd neem ik een iets kortere route. Ik loop weer langs de beek en kom bij de uitgang van het bos, de meneer met Moos weer tegen.
Ik vraag hoe het met Moos gaat en de eigenaar vertelt me dat Moos zienderogen achteruit gaat, vanavond krijgen ze van de dierenarts te horen hoe het verder gaat. Ik voel erg met hun mee. Na een kort gesprek over van alles en nog wat, neem ik afscheid van ze en loop het laatste stuk naar huis.
Het was een mooi avontuur en 13,5 kilometer in de benen.
Geschreven door Pelgrimbuis.reisblog