Vanuit Unawatuna reden we richting Colombo met een tussenstop bij het tsunami monument. In 2004 zijn daar ongeveer 1200 mensen omgekomen, de enorme golf kwam 2 km het land in. Nog steeds zijn er kapotte of gerestaureerde huizen te zien.
Omdat de zee te ruig was om schildpadden in de zee te zien gingen we naar een schildpadden opvangcentrum in Ahungalla. Daar verzorgen ze schildpadden die gewond zijn doordat ze in visnetten of een motorschroef van een boot terechtkwamen. Nylon visnetten zijn heel moeilijk van de dieren te verwijderen. Ook haaien kunnen een poot van de schildpadden afbijten en dan kunnen ze niet goed meer zwemmen en zich nat houden. In het centrum worden wonden verzorgd en medicijnen en extra zuurstof toegediend. Als de verwondingen geheeld zijn worden ze weer in de zee uitgezet. Een schildpad had bijv. een scheur in het schild dat nu weer bijna dicht gegroeid was. Er waren ook 2 albino schildpadden die in de zee niet kunnen overleven omdat ze slecht zien en een makkelijke prooi zijn. De vissers komen de gewonde schildpadden naar het centrum brengen, zij krijgen daar geen geld voor. Ze worden goed verzorgd, één schildpad was al 40 jaar.
Er is een duidelijk verschil tussen een zeeschildpad en een landschildpad. De landschildpad kan zijn kop en poten intrekken tot onder zijn schild en een zeeschildpad niet.
Er zijn 5 soorten zeeschildpadden, 2 soorten komen hier voor. De bekendste is de groene zeeschildpad. De kleur van zijn schild is olijfgroen tot zwart. Hij heet groene zeeschildpad omdat het vet dat onder zijn schild wordt aangetroffen meestal groen is omdat hij uitsluitend zeegras eet. De Karetschildpad is kleiner en heeft een mooi gekleurd en gevlekt schild. Hij eet met zijn papegaaiachtige bek voornamelijk sponsdieren. Door de illegale handel in zijn schild is hij met uitsterven bedreigd.
In het centrum laten ze gevonden eieren van beide soorten ook uitkomen. Vissers brengen de eieren (ze krijgen hiervoor wel betaald) en in het centrum worden ze in het zand gestopt. Na 55-65 dagen komen ze uit en na een paar dagen kunnen ze in zee uitgezet worden. In de vrije natuur overleeft de helft maar doordat ze opgegeten worden door vogels of honden. Ook kunnen ze ziek worden. Er zijn meer vrouwtjes dan mannetjes, de mannetjes worden namelijk alleen in het regenseizoen geboren.
Zo zagen we toch nog wat van de Srilankaanse onderwaterwereld.
Colombo is een grote moderne stad met een grote haven. Het ligt immers strategisch op de oost-west zeeroutes. We stopten bij bekende gebouwen en monumenten en bij Port City. Dit is een met zand opgespoten schiereiland van 2,69 km2. Er is een grote haven aangelegd en er kunnen 80.000 mensen wonen. De totale investering door China is $ 1,56 miljard. Het was eerst een lening maar Sri Lanka kon de afbetaling niet voldoen dus China heeft het onder bepaalde voorwaarden omgezet in een investering. Door de zandverplaatsingen hebben 15.000 vissers geen werk meer en is er veel koraal vernietigd.
De laatste bezienswaardigheid voor vandaag was het kanaal in Negombo. In 1640 veroverden de Nederlanders Negombo. Zij hebben een 120 km lange route van kanalen aangelegd voor de afvoer van kaneel naar de haven. Tussen Galle en Negombo groeit de zuiverste en allerfijnste kaneel in het wild. Toen de stad heroverd werd door de Engelsen was de kaneelindustrie alweer in verval. Maar deze kanalen worden nog steeds gebruikt om lokale goederen te vervoeren.
Natuurlijk liepen we nog naar het strand om met de lokale vissers te praten en te zien hoe zij hun netten boeten.
Negombo was ook het startpunt van onze reis, dus de cirkel is nu rond.
Hiermee is een einde gekomen aan een prachtige rondreis met vele hoogtepunten. Er was een enorme variatie aan interessante culturele bezienswaardigheden èn aan bijzondere natuurparken. We nemen mooie herinneringen met de vele foto's mee naar huis.
Geschreven door Frouke.en.Albert.op.reis