Vanuit het Durna eco-camp reden we in 20 min. van de bergen naar de plaats Meshgin Shahr. We bezochten er de tombe van Sheikh Haydar (1459-1488), de leider en held van de Safaviden. De Safaviden waren een verbond van Turkse stammen uit Azerbeidjan. De zoon van hem was Ismaël I, de officiële grondlegger van deze dinastie. Het is een groot complex met in het midden de toren, gebouwd op de graftombe. Op de toren zat een gouden dak, maar het goud is door de Russen gestolen en bevindt zich nu in de Hermitage in Sint Petersburg.
Onderweg zagen we de nomaden hun schapen en hun hele huisraad inladen. Ze laadden de blauwe bestelwagens vol, die zie je hier overal rijden. Het merk is Zamyad, van Iraanse makelij, maar op basis van de Nissan. Deze auto's zijn sterk en van het juiste formaat. De fabriek maakt ze echter alleen in deze kleur blauw.
We reden door naar de Shirvan Darre vallei, een prachtig natuurverschijnsel, kilometers lang. Het water heeft het zachte gesteente weggespoeld en het harde vulkanische gesteente bleef in allerlei formaties over. Het was een indrukwekkend geheel, in de diepte het water met aan beide zijden de uitgesleten hoge rotsen. Soms hoekig, soms rond of bobbelig en in kleur varierend van wit, naar grijs tot zwart. Ik zag in sommige rotsen een groep Iraanse vrouwen in chador.
We maakten een urenlange wandeling over rotsen en pollen distels. Het was een heel afwisselend beeld, maar op de achtergrond bleven we de hoge berg Sabalan (inactieve vulkaan van 4811 m hoogte) bedekt met plakken sneeuw zien. We hadden links en rechts van ons een canyon, geweldig. Bij het keerpunt konden we niet verder en lag aan de overkant een meer. De gids had graag met ons door de vallei gelopen maar dan zou de wandeling nog zwaarder zijn. Wij vonden het zicht van bovenaf in de canyon al mooi genoeg.
We kregen na de wandeling thee bij een vriend van onze gids. Het was de plek waar onze gids 's winters als begeleider skitochten maakt. Er stond een roestige oude lift die niet meer gebruikt kon worden, geldgebrek. Men wordt nu met 4x4 drive wagens naar boven gebracht.
Wij reden weer verder door het prachtige landschap naar opnieuw een smalle grindweg op een berghelling. De weg was zo smal dat een haarspeldbocht alleen met achteruitsteken genomen kon worden. Wij hadden het idee dat we verdwaald waren en de weg dood zou lopen. Maar toch kwamen we bij een paar heel oude lemen huisjes uit. We klommen met de gids een stukje de berg op. De bergwand bestond uit zachte geel steen, met daarin heel veel grotten. Het waren de Binalar caves, deze zijn 9000 jaar geleden door mensen uitgehakt. Ze vormden de eerste nederzettingen in de wereld. Ik mocht er inklimmen en de verschillende ruimten zien. De wanden waren met een klein voorwerp uit de rots uitgekerfd. Met gebukt hoofd kon je er staan. Heel bijzonder dat deze stille oude plek daar zo onbeschermd ligt.
Aan de overkant van het riviertje lagen ook grotten. Hierin werden doden begraven.
Op de terugweg plukte onze gids nog een paar lekkere appels uit de tuin van zijn schoonmoeder. Langs de weg lagen weer bergen appels. De meeste worden tot sap verwerkt.
We spraken nog heel gezellig met de hoogleraar uit Iran die de tentoonstelling in Assen mee opgezet heeft. Hij begeleidt nu 2 journalisten van het Columbus Travel magazine die een reportage maken over de Iraanse nomaden hier. Het magazine over de nomaden zal volgend jaar juni uitkomen, we zijn benieuwd! Zij vertelden ook nog dat 90% van de Iraniërs afwil van de chador en strenge kledingvoorschriften.
Bij het avondeten kreeg Albert eindelijk de hier verboden alcohol. De gids had zelfgemaakte kersenwijn en wodka meegenomen. Hij is geen moslim, vindt de islam meer een verzameling van regels dan een religie. En Albert ligt nu dus lekker te slapen...
Geschreven door Frouke.en.Albert.op.reis