We reisden weer een stukje zuidelijker naar Dambulla. Deze plaats is gebouwd rondom een grote granieten berg, waarop het grottencomplex Raja Maha Vihara te vinden is. In het totaal zijn er meer dan 80 grotten, maar de gouden Tempel met de 5 grotten, de Rotstempel, is heel bijzonder en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Ook hier gingen we eerst de 364 traptreden op en boven gingen de schoenen uit en sokken aan onder onze lange broeken. De schilderingen in de grotten zijn zowel van Boeddha als van de Hindoegoden Vishnu en Ganesh. Er zijn honderden Boeddhabeelden en de muren en plafonds zijn volledig beschilderd. Het is een indrukwekkend geheel en men moet jaren bezig geweest zijn om het te maken. De foto's geven wel een indruk, maar als je daar wandelt is het net alsof je langs een collectie beelden van een museum loopt, heel bijzonder.
Gelukkig was het wat bewolkter maar bij 30 graden was het bezoek toch een sportieve prestatie.
Het landschap waar we door reden was wat veranderd, minder rijstvelden, wel bossen, palmen en veel lintbebouwing. Eerst zaten we in het drukke spitsverkeer, maar rond negen uur was dat voorbij. Langzaamaan werden de stalletjes langs de weg weer bevoorraad en bemand. Gisteren hingen er zakjes met chilipepers, vandaag lag er veel groenten en hier ook weer de curd. Die smaakt inderdaad naar yoghurt en is heel dik.
We passeerden een versierde tuktuk met een Boeddhabeeldje erin. Het bleek een mobiele boeddhistische tempel te zijn. Een tempeltje op wielen, zoiets kennen we niet ;-)
Onze eerste tussenstop was bij een stenen boeddhistische tempel: de tempel van Nalande Gedige. Deze tempel is gebouwd in Zuid-Indiase stijl, tussen de 8e en 10e eeuw. Het lijkt een hindoetempel maar is vooral door boeddhisten gebruikt. Vroeger stond het in de rijstvelden maar nu is het verplaatst toen men een groot waterbassin maakte.
De volgende tussenstop was bij een kruiden- en specerijencentrum. We kregen een korte rondleiding met uitleg en zagen de verschillende planten groeien.
Zo vlogen de uren om en kwamen we in een bergachtige streek met als eindigpunt de grote stad Kandy.
Onze chauffeur Sugath is een vriendelijke en servicegerichte man. Hij zou graag gids willen worden, maar zijn Engels is slecht te verstaan. Hij is ook een prima organisator en had nog een verrassing voor ons. We zouden vanavond naar een Srilankaanse dansvoorstelling gaan. Er zouden verschillende dansen uitgevoerd worden die men vroeger deed voordat de tempelceremonie begon. De Srilankaanse dans is ontstaan vóór de 4e eeuw voor Chr. om ziekten en natuurrampen tegen te gaan. In de 15e eeuw werd men beïnvloed door Zuid-Indiase dansvormen. Later ontstonden de regionale verschillen.
De voorstelling was heel erg leuk. De dansers en danseressen in mooie kostuums dansten en sprongen op trommel- en fluitmuziek. Tot slot werd de zaal leeg gemaakt en diende de ruimte als podium voor het hoogtepunt: de vuurdans. Dansers met brandende fakkels die zelf niet in brand vlogen, hoe is het mogelijk. Ze liepen over hete kolen en "aten" de vlammen, doodeng.
Voor ons kwam hiermee een vurig einde aan een boeddhistische dag.
Geschreven door Frouke.en.Albert.op.reis