Vanaf de oostkust vervolgden we de route naar het midden van het eiland. Het is zaterdag en duidelijk rustiger op de weg. Voor de jeugd is er zaterdags geen school maar wel een halve dag de hindoe of boeddhistische school. Het aantal Hindoetempels werd steeds minder en we zagen de stoepa's met olifantjes weer vaker. Ook liepen er meer islamitische vrouwen met hoofddoek. Het landschap werd wat heuvelachtiger, afgewisseld met rijstvelden en bossen. Een paar keer stond er een waarschuwingsbord voor overstekende olifanten langs de weg. We dachten dat dat net als bij ons zou zijn met de waarschuwingsborden voor overstekende herten, je ziet ze nooit. Maar hier is dat anders zei de chauffeur. En prompt zagen we in het struikgewas twee olifanten en een jong lopen. Wat een verrassing.
Halverwege zagen we bijna huis aan huis opgestapelde bakjes en potjes staan, met het bord "Curd" erbij. In dat gebied zijn veel buffels waarvan men de melk verwerkt. De buffelmelk wordt even gekookt, er wordt een zuursel toegevoegd en 's avonds is de curd klaar. Dus een soort verse yoghurt die men met honing eet.
Onze bestemming is Sirigya met de Leeuwenrots, een rots-fort die al vanuit de verte te zien is. Op deze rots woonden in 300 jaar voor Chr. al boeddhistische monniken in de grotten. In de 5e eeuw bouwde koning Kashyapa zijn paleis op de platte top van de rots. Het is in 7 jaar gebouwd en slechts 18 jaar bewoond geweest. Het complex bestaat nu uit ruïnes van een zomer- en winterpaleis, tuinen met vijvers en fonteinen en 8 km aan grachten. Halverwege de rots is een terras met een Leeuwenpoort. De poten van de leeuw zijn alleen nog over en geven aan hoe groot hij was. Men ging vroeger tussen de poten door omhoog en boven door de bek naar het paleis. Aan de westkant van de rots werd een spiegelmuur gemaakt. Deze werd met bijenwas gepoetst zodat de koning zich erin kon spiegelen. Op de hele wand van 140 meter lang en 40 m hoog zouden (volgens de oude graffiti op de spiegelwand) meer dan 500 fresco's gestaan hebben. De 21 die nu nog te zien zijn, zijn prachtig. Het zijn vrouwen met ontbloot bovenlichaam die als het ware uit een wolk komen. Daarom noemt men ze de Wolkenmaagden. Er mochten geen foto's gemaakt worden, daarom zijn 4 foto's van internet toegevoegd.
Het was een flinke klim omhoog via meer dan 1200 traptreden. Via een metalen wenteltrap, omgeven door gaas, ging je naar de fresco's. De terugweg ging via een tweede wenteltrap die tegen de rots bevestigd was. De klim was niets voor iemand met flinke hoogtevrees, dus Albert bleef beneden. Ik vond het een heel bijzondere ervaring om dit te zien en begrijp volkomen dat deze plaats in 1982 op de Werelderfgoedlijst van Unesco is gezet. Maar toch was ik blij om weer heelhuids beneden met beide benen op de grond te staan.
Geschreven door Frouke.en.Albert.op.reis