De gids had ons keurig op tijd gevonden en we reden mèt gesproken routebegeleiding Santa Ana uit 🤗
Allereerst reden we naar Joya de Cerén een dorpje dat door een vulkaanuitbarsting onder een laag as verdwenen was. El Salvador heeft 31 zichtbare vulkanen en 700 onzichtbare (bijv. onder water). Het dorpje Joya de Cerén is bedekt met 14 lagen vulkaanas. De laatste fatale uitbarsting was in 650 na Chr. De bewoners konden op tijd vluchten maar hebben alles achter moeten laten. In 1976 heeft men bij toeval dit dorpje ontdekt. Het geeft een uniek beeld van de leefwijze van de Maya's, ver voordat de Spanjaarden kwamen. Daarom heeft Unesco het op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
Er is een museum op het terrein dat uitleg geeft over de opgravingen. Men gebruikte voor de bouw van de huizen adobe (klei)stenen maar ook stenen gemaakt van een mengsel van klei en vulkaan-gruis. Dit smeerde men tussen een raamwerk van bamboestokjes.
Heel bijzonder was de indeling van een huis. Er was een keukenhuis, waar men kookte. Er was een apart slaaphuis voor de familie en een apart voorraadhuis. De dieren hadden ook een eigen vertrek. Dus er waren 4 huizen in een groepje op een akkertje. Alle voorzieningen bij elkaar. Het schijnt dat er hier op het platteland nog steeds dorpjes zijn met die opzet.
Er was ook een sauna, een rond gebouwtje met plaats voor 10 personen. Water uit de rivier werd verwarmd met heet gestookte lavastenen. Men had zelfs een soort thermostaat, een gat in het dak waar stoom uitkwam en met een houten stop kon men de temperatuur regelen; heel vernuftig. Men heeft hier nog geen 10% opgegraven en er zitten nog vele bouwwerken verborgen onder de aslagen.
San Andrés ligt 5 km verder en is een oude nederzetting. Het werd bewoond van 300 voor Chr. tot 250 na Chr. Door een vulkaan uitbarsting heeft men de site moeten verlaten. Na de vulkaanuitbarsting in het jaar 650 waarbij Joya de Cerén bedolven werd is men hier op een wat hoger gedeelte gaan wonen. Rond 900 na Chr. bereikte de site zijn hoogtepunt. Men had veel contact met Copan in Honduras wat aan het keramiek te zien is.
Voor ons maakte het bezoek aan Joya de Cerén ons Maya-plaatje een stuk completer. Voldaan vertrokken we naar de hoofdstad San Salvador, een korte overnachtingsstop.
Ook hier valt op dat er overal bewaking is en er rollen prikkeldraad met mesjes op de omheiningen liggen. Van het hotel kregen we de alarmcode om via het hek naar binnen te kunnen. Maar dit alles is niet voor niets. Van een andere gids hoorden we dat er bij Joya de Cerén gisteravond 14 gangsters opgepakt waren. De regering doet er sinds een paar jaar alles aan om het land veiliger te maken. Maar het is een stroom vluchtelingen die bij de grens naar Amerika teruggestuurd worden en nu hier komen.
Toch voelen wij ons nog steeds veilig, hoewel we wel voor het donker wordt (dat is om half zeven) binnen zijn.
Geschreven door Frouke.en.Albert.op.reis