The Way hostel in Molinaseca was gesloten toen ik er gisteren in de avond aankwam. Met een code de buitendeur openen om binnen te geraken, dat kom ik steeds meer tegen op mijn reis, hier was het opnieuw zo. De code vind men terug in een bevestigingsmail die men toegestuurd krijgt. Ook de gegevens van de toegewezen kamer staan in die mail of vind men ergens binnen, waar ik mijn fiets kon zetten stond er dan weer niet in. Met wat moeite heb ik hem de trappen opgekregen en dan door een deur, die steeds maar terug dicht wou, eindelijk binnen geraakt.
Niet ideaal allemaal, maar nu vanmorgen, denk ik er al niet meer aan. De uitbaters, nog maar minder dan een jaar in Spanje, zijn afkomstig uit Letland, Raymond is de naam van de man. Hij en zijn vrouw zorgen voor een ontbijt naar keuze, prima. Ik had de indruk dat ik er de enige gast was, maar dat is niet zo. Ik ontmoet hier bij het ontbijt twee jonge peregrinas afkomstig uit India, ze heten Priya en Seema. Er komt van alles tersprake, een internationaal onderonsje. Raymond deed ook de moeite om telefonisch mijn boeking die ik per vergissing voor 11oktober in Hospital de Orbigo had gedaan te annuleren.
Molinaseca is een aardige plaats met autentieke straten, er is veel opvang voor Santiago-pelgrims. De brug over de Rio Meruelo is een blikvanger, in de Romeinse tijd was er al een brug. De bedding van de rivier is men aan het uitkuisen, de bodem is rotsachtig, men is er bezig met een heftruk in het water.
Na mijn vertrek in de richting van Ponferrada haal ik al vlug Seema en Priya in. Priya woont in Slovenia en Seema in UK (Engeland) weet ik ondertussen, dus niet meer in India. Wie er hier eerst stapt en wie daarachter weet ik niet meer.
Ik voorzie om in het dichtbij gelegen Ponferrada te overnachten maar heb vandaag nog een ander doel: Santiago de Peñalba. In 2006 had ik dat dorp reeds willen bereiken. Toen was ik de bergen ingetrokken vanuit El Acebo, waar ik gisteren in de afdaling doorreed. Zo kwam ik in plaatsen die niet op een gewone wegenkaart te vinden zijn, met daarbij soms heel steile wegen. Ik moest meermaals de weg vragen, Google Maps bestond nog niet. Ergens in een dorpje wezen ze me een in de verte nauwelijks te onderscheiden weg aan, op de flank van een berg. Langs daar zou ik Santiago de Peñalba kunnen bereiken. Die weg zelf leek me, van op de plaats waar ik me bevond, nauwelijks te bereiken. Wat zou er daarna nog volgen? Ik nam toen het besluit om me niet verder te wagen en keek uit naar wegen om af te dalen naar Ponferrada, ik kwam er nog op een redelijk uur aan.
Het is beter om vanuit Ponferrada te vertrekken naar Peñalba. De weg om er te geraken, de namen van de dorpen onderweg en op welke hoogte ze liggen, had ik opgeschreven. Ik hoop dat het nu zal lukken.
Aan de zuidrand van Ponferrada steek ik de Rio Bouza over, er is een nieuwe brug naast een veel oudere. Daarna gaat de weg langzaam omhoog, Alles gaat goed, ik zie zelfs een wegwijzer naar Santiago de Peñalba, die ik wijselijk volg. Veel later nader ik een dorp met een naam die ik niet had opgeschreven. Aan een wandelaar vraag ik uitleg over de weg naar mijn doel. Hij zegt dat het langs Salas de los Barrios waar ik bijna ben en daarna langs San Cristobal de Valdueza ook mogelijk is om Peñalba te bereiken. Maar hij laat uitschijnen dat het toch beter zou zijn om terug te rijden en de weg te volgen met de dorpen dat ik had opgeschreven. Het is ontmoedigend, terug op de weg die ik reeds had gedaan, dat doe ik helemaal niet graag. Daarbij was ik zeker dat ik onderweg een wegwijzer naar Peñalba had gezien. Ik rij niet terug en fiets verder.
Ondertussen weet ik dat ik op de genummerde baan LE-5228 ben die overgaat in LE-CV-192/21. Het centrum van Salas de los Barrios blijft bijna helemaal aan mijn linker kant. Na het laatste huis van Salas zie ik een pad met een wegwijzer naar een historisch monument, Puente de San Martin, een brug. Ik stop daar, in de verte had ik ook een kerk gezien. Er komt een vrouw met een auto aangereden, het is bijna uitzonderlijk om hier iemand tegen te komen. Ik doe teken om te stoppen. Ben ik op de goede baan naar San Cristobal de Valueza en hoe ver het is tot bij die brug, vraag ik haar. Ik ben op de goede baan en de brug is heel dichtbij. Ik laat mijn fiets dan maar even staan en kom op het pad tussen de struiken bij een brug die uit de 16-de eeuw blijkt te zijn. Deze landweg zal in die tijd van belang geweest zijn, anders had men hier zo geen brug gebouwd. Die weg loopt verder naar de kerk die ik van ver reeds zag en toegewijd is aan San Martin. Zo ver ga Ik niet en keer vlug terug naar mijn fiets, hij staat er nog. Daarna zoek ik de kerk nog op langs een ander baantje, met de fiets.
- --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nu ik thuis ben heb ik de hoger beschreven plaats kunnen vinden in Google Maps en Streetview. Wanneer u onderstaande de link opent dan komt u daar ook, men kan er 360° in het rond kijken. U kan de plaatsen op de foto's die ik nam terugvinden. De wegwijzer, het pad naar de brug, de berm naast de baan waar ik mijn fiets had laten staan en ook het huis op de hoek van de straat. In de verte ziet u de San Martin kerk tussen de bomen staan. Mijn fiets tegen de berm van de weg zal u daar wel niet vinden. Wanneer u wil kan u ook de baan volgen tot in San Cristobal de Valdueza, ook in de andere richting. U kan klikken op de baan bij de kerk van San Martin en daar ook even rond kijken. Wannneer u op het kleine kaartje op de 'Puente San Martin' klikt dan komt u aan die brug, u kan daar foto's zien maar niet rondkijken met Streetview. Als u verdwaald bent kan u op het kleine kaartje terugkeren naar de baan waar mijn fiets heeft gestaan. Wanneer u terug naar mijn dagverslag op Pindat wil, dan klikt u op de kleine vlag boven, links of rechts op het scherm. Daarna naar dag 33 ( 4 oktober 2023 ) op de kaart met de route.
LE-CV-192/21 - Google Maps - --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verder de baan op, zoals ik kon vermoeden wordt het alsmaar steiler. Na enkele kilometers moet ik van de fiets, te voet dan maar. Nooit heb ik mijn de fiets op een beklimming zo lang geduwd dan hier.
Na een tijd wordt het minder steil. Een fietser heeft me ingehaald, wat een verassing, hier lijkt verder niemand te fietsen. Hij woont in Ponferrada en is op weg naar zijn broer in San Cristobal de Valueza. Hij blijft bij mij tot waar hij moet zijn, zijn naam is Fernando. Half Spaans en Engels pratende fietsen we verder. Op de den duur weten we veel van elkaar, hij verschiet dat ik van België kom. Hij vraagt mijn leeftijd op de man af, hij dacht 70 jaar. Hij is er 10 jaar naast, zijn vader is 10 jaar ouder, dus 90.
Fernando is op zijn bestemming en stopt. Wat verder in het dorp merk ik op een houten wand van een balkon een oud schilderwerk. Net zoals de oude brug tussen de struiken voelt het zo aan dat ik opnieuw een ontdekking doe.
Fernando had me daarstraks uitgelegd dat ik de LE-CV-192/21 wat verder niet meer mag volgen, ook al staat er een wegwijzer naar Peñalba rechtdoor. Na een picknickplaats moet ik naar rechts op een niet verharde weg. De picknickplaats lijkt meer op een voorhistorisch kerkhof maar het klopt, er is een weg. Kilometers lang moet ik deze weg, op de flank van een berg volgen, tot heel dicht bij Peñalba. Fernando heeft me verzekerd dat dit te doen is met de fiets en dat er geen noemenswaardige beklimmingen zijn. Ik bevind me op een hoogte van ongeveer 1100m, bijna 600 m hoger dan Ponferrada. Rechts van mij heb ik een grandioos uitzicht op de 'Valle de Silencio', dat zoveel betekend als de Vallei van de Stilte. Die benaming vind men ook in de literatuur en in reisfolders van deze streek.
Ik ben nu op weg naar dat andere Santiago, niet dat van Compostela, maar van Peñalba, witte rots in het Nederlands. Hier trok meer dan duizend jaar geleden een bisschop van Astorga met 12 gezellen de bergen in om ergens een klooster te bouwen, Gennadius was zijn naam. Enkele eeuwen vroeger waren er reeds anderen de wereld van de Visigoten ontvlucht om hier ergens in de bergen als kluizenaar te leven.
Alles gaat naar wens, tot ik plots in verte zie dat er een stuk weg van de berg geschoven is, zo lijkt het. Dichter bij zie ik dat alles in orde is, het pad is nog intakt. Soms is er daar beneden een kleine baan zichtbaar. Het zou best kunnen dat ik straks langs daar naar Ponferrada kan afdalen
Eindelijk zie ik Santiago de Peñalba liggen met daarboven een reusachtige rotsberg, die is helemaal niet wit zoals de naam laat vermoeden.
Ik ben er, Ik zie huizen in de grofste steen, met donkere stallen onderin, leiën daken en houten balkons met stenen trappen.
De mozarabisch kerk was gebouwd op initiatief van Genadio van Astorga en ingewijd in het jaar 937 door zijn leerling Abt Solomon. Het is het enige gebouw dat overblijft van een kloostercomplex dat verder al lang verdwenen is. Ik kan binnen door een dubbele Arabische poort, twee hoefijzervormige bogen steunen op drie smalle zuilen. Binnen zijn er nog zulke bogen, zeer indrukwekkend. Er staan ook enkele schilderijen met rechts de streng kijkende San Ganadio.
De kerk heeft dan wel stijlkenmerken afkomstig uit het Arabische deel van Spanje maar is nooit een moskee geweest. Alhoewel de grens met de Islam lag in de tiende eeuw op een afstand die toen niet zo gerustellend zal geweest zijn. In die tijd kwamen er soms ook nog Islamitishe strafexpedities de grens over om terreur te zaaien in het deel van Spanje dat reeds heroverd was op de Islam.
Het is door de beschrijving van de Nederlandse schrijver Cees Nooteboom in een van zijn boeken dat mijn interesse voor Santiago de Peñalba opgewekt was. Het is me niet duidelijk in welk jaar hij hier geweest is, in elk geval vóór dat zijn boek 'De omweg naar Santiago' uitgegeven was, dat was in het jaar 1992. Hij schreef: 'ik ging over een pad dat naar de koeien rook en zag bijenkorven bij de eerste huizen. Die heb ik nu ook gezien, houten bakken op een helling langs de weg. De mensen die hier woonden stonden er toen nog niet bij stil dat hun dorp later bij de mooiste dorpen van Castillo y Leon zou geklasseerd worden. Ze waren gewend aan hun huizen, straten en pleintjes zoals die er al heel lang waren. Ze dachten er nog niet aan, dat hun kleine kerk uit de 10-de eeuw zo speciaal zou worden gevonden. Ze waren de mozarabische stijl gewoon, ook de ingang met de twee hoefijzervormige bogen.
Op de parking is men aan het werken, er staan geen auto's. Men moet goed nadenken om hier met de auto te komen, langs al die smalle kronkelende bergwegen, ik zou het afraden.
Nu ga ik me naar beneden laten bollen, langs de weg waarop Cees Nooteboom naar boven was gekomen. Een afdaling via een niet genummerde baan die de kleine rivier Oza min of meer volgt. Veel lager kom ik wel op een genummerde baan, de LE-158/4. Ik ben er zeker van dat het klimmen even lastig zou geweest zijn indien ik langs hier was gekomen. Ik zie soms de baan in de diepte, de afdaling is ongeveer 20 km lang.
San Estaban de Valdueza is nu voor mij zowat het einde van de 'Vallei van de Stilte'.
In Ponferrada logeer ik dicht bij de Tempeliersburcht.
Geschreven door SantiagodeCompostela2023