Dag 31 - Van Sahagun naar Hospital de Orbigo

Spanje, Hospital de Orbigo

Het was een goed logement, hostal Albergue Domus Viatoris, zowel binnen als buiten is het opgefleurd met muurschilderingen. Ik vertrek langs de arena voor stierengevechten, door kleurige straten naar de historische kern van Sahagun. De pelgrims beginnen aan een nieuwe dag. Het verbaasde me gisteren reeds, dat ik er zoveel zag. Het is al oktober en te voet is Santiago nog heel ver van hier, minstents nog 14 dagen stappen.
Aan de indrukwekkende boog van een vroegere abdij die nu de weg om de stad te verlaten overspant, zie ik opnieuw enkele Aziatische pelgrims. Nadat ik het hun had gevraagd maken ze me duidelijk dat er geen Chinezen of Japanners op de camino zijn. Net zoals zij, zijn het vooral Zuid-Koreanen die men ziet, allemaal. Niet uit religueze bedoelingen zijn ze opweg, de Spaanse camino raakt steeds meer bekend in Zuid-Korea. Het is bijna een rage geworden, een reden om naar Europa te reizen.
Wanneer ze vernemen dat ik met de fiets vertrokken ben in België en reeds 2385 km aflegde, beschouwen ze het als bijna onmogelijk te doen, zeker niet met mijn leeftijd. Ze steken hun gevoelens niet onder stoelen of banken. Ze willen me op de foto met op de achtergrond een van de monumenten van de stad. Het voelt bijna aan alsof ik, als oude coureur, de ronde van Spanje heb gewonnen.
Langs een pelgrimskruis en zeer duidelijk wegwijzers trek ik de Tierra de campos in. Het is een zeer dun bevolkte, onvruchtbare, vlakke streek, zo goed als schaduwloos. Naar Mansilla de las Mulas zijn er twee wegen, voor fietsers is de weg langs Bercianos del Real Camino de meest voor de hand liggende.
Ik ben ben wel blij dat er nu geen beklimmingen in het vooruitzicht zijn. Ik geniet terwijl ik op een afaltbaan fiets, juist naast de voetweg waar de pelgrims in de schaduw van platanen kunnen stappen. Altijd op de zelfde baan, tot bijna in het 37 kilometers verder gelegen Mansilla de las Mulas. Ik deed deze weg vroeger, in 1989 en 1996 met de fiets en in 2003 te voet. Toen waren die bomen nog zo klein dat er van schaduw geen sprake was, alhoewel in 2003 toch al wel.
De lange weg wordt onderbroken door enkele dorpen. Nooit zal ik Bercianos del Real Camino vergeten, ik ga er op zoek naar de kerk die ik in 2003 in puin had zien liggen. Zeven jaar eerder, in 1996 stond ze er nog en zocht ik daar naar José Maas. We waren voordien elkaar kwijt geraakt. Onze afspraak was wanneer dat gebeurde te wachten aan de kerk van het volgende dorp, hier dus. De rest van het verhaal zou te lang duren om nu verder te vertellen. Waar de kerk stond is er alleen nog een poort van het vroegere kerkplein overgebleven. Een stalen pelgrim dwaalt nu over de site, er dicht tegen staat een oud beschilderd huisje. Op een heel andere plaats staat er een moderne nieuwe kerk.
Ik vermoed dat er bijna geen enkele pelgrim is die in dit dorp passeert zich kan voorstellen wat er hier de laatste 30 jaar is veranderd. Dat is ook zo op vele andere plaatsen op de camino.
Het is ondertussen warm geworden. Op de fiets heb ik er geen last van, te voet zou anders zijn. Ze zijn moe en toch lachen ze nog, ze wensen elkaar 'buen camino'. De taal op de camino is Spaans, maar Engels is dat nog meer volgens mijn ondervinding.
Het volgende dorp, El Burgo Ranero, lijkt dan weer niet erg veranderd te zijn. Het is vooral één straat die ik me herinner, het is een straatdorp, dit is de weg naar Compostela. De kerk is gesloten, hier had ik op mijn voorgaande tochten telkens een stempel bekomen. De bron met een kraan waaruit het water constant loopt is een zegen op warme dagen. Ook voor mij, terwijl ik foto's neem wordt ik sterk in het oog gehouden.
Vol bewondering kijk ik naar een dorpeling van El Burgo Ranero. Hij was uit het dorp gegaan en keert nu terug, zeer moeizaam. Hij wil nog zo lang als hij kan bewegen, stappen.
Wat verder kampeert een pelgrim naast de weg. Zijn hond kwam juist uit de tent. Het is een Fransman, ik bedoel de man.
De stad Leon ga ik vermijden, zo ga ik tijd te winnen, ook omdat ik er al enkele keren was. Na Mansilla de las Mulas ga ik in een andere richting, zuidwaarts. Tweemaal fiets ik een autostrade over. Het blijft nog altijd vlak. Ik kom op een zeer lange brug over de Rio Cea. De rivieren in de streek hebben lage waterstanden in de zomer maar treden regelmatig buiten hun oever in de late herfst en winter. Door haar lengte is deze brug er op voorzien. Een visser stapt daar beneden door het ondiepe water.
Valdevimbre is een zeer eigenaardig dorp en is onbesproken in de gids van Clement Sweereman. Er zijn heel wat heuvels waarin zich grotten en kelders bevinden, ze zijn voorzien van schouwen voor verluchting. Er word wijn gemaakt alhoewel er geen druivenvelden in de wijde omtrek te zien zijn. De temperatuur is in de grotten heel het jaar ongeveer 12 graden, ideaal om goede wijn te maken. De druiven voor de wijn in Valdevimbre groeien ergens langs de Rio Cea.
Vilar de Mazarife, een klein rustig dorp, heeft een kerk met een verdedigingstoren, ik zie daar ook een hostal. Indien ik nog geen BB had gereserveerd in Hospital de Orbigo zou ik hier graag gebleven zijn, als het mogelijk was geweest.
Vanaf Vilar Mazarife is het nog ongeveer twaalf kilometer, altijd rechtdoor volgens de wegenkaart in mijn gids. Het venijn zit echter in de staart, de asfaltbaan houdt op aan een T- kruispunt. Ik moet rechtdoor, over een obbelige landweg met scherpe stenen, 4 km aan een trage snelheid terwijl de avond valt.
Nog meer venijn wanneer blijkt dat ik de BB in Hospital de Orbigo per ongeluk had geboekt voor 11/10 in plaats voor vanavond. De vrouw opende verbaasd de deur, de kamer was niet klaar, zei ze.
Er zijn enkele albergues en refugios in het dorp in de omgeving van de brug, ik zie er tegen op om weer zo laat halsoverkop binnen te vallen in een albergue, zoals eergisteren in Castrogeriz. Ik neem een kamer in het hostal Don Suero de Quiñones aan het uiteinde van de brug. De patron maakt nog een avondmaal voor me klaar, de rekening is voor morgen.
Zo maakte ik opnieuw kennis met de buitengewone brug, een topplaats op de camino de Santiago. Ik had het terugzien liever in andere omstandigheden ervaren.
Het uitzicht op de brug vanuit het hostal is super. Hierbij enkele foto's, de volgende morgen van in de ontbijtzaal genomen, terwijl de zon nog maar juist was beginnen te schijnen.
  • 96 km.







Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.